Vreselijk, dat occasionshoppen
Omdat ik twee linkerhanden en een zwakke rug heb kan ik qua klussen of verhuizen weinig betekenen voor vriend L. Moet er echter een andere auto worden aangeschaft dan mag ik wel opdraven want hij heeft bijna niets met auto's.
Na vier jaar was het onlangs weer eens zo ver. L. had zijn oog laten vallen op een gebruikte Ford S-Max. Prima keus. Ziet er goed uit, rijdt uitstekend en daarom is het een populaire mpv.
Dat zoeken op internet is leuk. Vanaf het scherm blinken ze je tegemoet. Gewassen, gezogen en gepoetst, vergezeld van ellenlange lijstjes met wat er allemaal op zit.
Maar L.'s budget laat alleen ruimte voor vroege exemplaren van de S-Max, met een behoorlijke kilometerstand. Auto's die de merkdealer niet in de showroom wil hebben en daardoor in het handelaarcircuit terecht gekomen zijn.
Vol goede moed reden we naar het bedrijf waar de droomoccasion stond maar uiteraard wel spiegel aan spiegel op een terrein gepropt tussen andere gebruikte auto's.
"Proefrijden zal wel lastig zijn want de S-Max staat helemaal ingebouwd", zei ik al tegen L.
Een iets te gebruinde kerel met voor zijn leeftijd te lang haar, trapte alle hoop de grond in toen we na het bekijken en bevoelen van de Ford zeiden wel even een blokje om te willen met die zilvergrijze S-Max 2.0 TDCi. "Nee, daar doen wij niet aan. Pas als we het helemaal eens zijn over de inruilprijs, dan mag je rijden."
Wordt door twee petjes een proefrit aangevraagd voor een snelle bolide, dan snap ik zo'n reactie nog. Maar twee dertigers die in een eventueel in te ruilen Zafira aankomen en geïnteresseerd zijn in een mpv, dan moet ietwat vrijblijvender proefrijden toch geen probleem zijn?
Waarschijnlijk is het bedrijf in het verleden te vaak besodemieterd door joyriders.
Bleek mijn vriend ook nog eens een veel te hoge prijs voor zijn bijna zeven jaar oude Zafira in gedachten te hebben. Teleurgesteld dropen we af en sindsdien staat de zoektocht naar een nieuwe S-Max op een laag pitje.
Als L. me nodig heeft, meldt hij zich maar weer, maar van mij zal het initiatief niet uitgaan. Vreselijk vind ik 't, dat occasionshoppen. En de eigen auto? Die kan gelukkig nog jaren mee!

Stephan Vermeulen
Coördinator Tests
Na 20 jaar bij AutoWeek zo’n beetje alles wel gedaan en meegemaakt. Sinds 2012 chef redactie maar streeft er nog altijd naar om tien procent van zijn werk te laten bestaan uit bezigheden met auto’s zelf. Da’s tenslotte toch de reden dat -ie dit werk is gaan doen. Passie voor auto’s van kleins af aan, spelde op zijn twaalfde testjaarboeken, kocht de eerste AutoWeek een paar dagen voor zijn dertiende verjaardag van zijn zakgeld. Jawel, dat ene nummer dat in januari 1990 voor een gulden in de winkel lag. De oorzaak van dat velen nog denken dat AutoWeek de eerste jaren altijd een gulden kostte, maar op de tweede stond toch echt een prijs van Hfl. 1,95! Dat hij twaalf jaar later zelf in dienst zou treden bij het autoblad had hij nooit gedacht. Na de middelbare school bracht de opleiding HEAO-economisch linguistisch, zeg maar een soort CE met extra aandacht voor vreemde talen, hem bij de BMW-importeur, en later die van Opel. Een carrière in de autobranche was het beoogde pad, maar het liep anders. Eind 1999 zocht een journalistiek bureau een autoredacteur, en zo kwam hij terecht in de autojournalistiek. Iets meer dan twee jaar later was daar de overstap naar AutoWeek. Tests, nieuws, bijdrages aan de occasionrubriek en een jaar later ook in bezit van een racelicentie. Twintig jaar bij een werkgever, het is iets dat niet meer van deze tijd lijkt maar sowieso is het werk door de jaren heen zo vaak veranderd dat je bijna geen jaar hetzelfde doet qua werk. En de veranderingen in autoland gaan momenteel sneller dan ooit, dus ook dat maakt de werkzaamheden anders. Sinds 2021 naast chef redactie ook coordinator online.