Volkswagen, distributiekettingen en ander ongemak
Halverwege 2012 was er het nodige te doen om de distributiekettingen van Volkswagens (inclusief de dochtermerken) TSI-motoren. Door te goedkope contracten zouden leveranciers van de kettingen te lang hebben doorgewerkt met hun machines waardoor die apparaten buiten de tolerantie zouden zijn geraakt. Gevolg: kettingen die bovenmatig snel slijten en daardoor oprekken. Hierdoor kan schade aan de motor ontstaan. Da's niet de bedoeling, een distributieketting is geen vervangingsdeel en hoort in principe een autoleven lang mee te gaan. Maar dat lukte dus niet. Volkswagen beloofde beterschap en kwam met verbeterde kettingen. Maarrr … wie gaat dat betalen?
Vele honderden e-mails van bezorgde en gedupeerde T(F)SI-bezitters vulden mijn mailbox. En nog steeds komen er vrijwel dagelijks mailtjes binnen van mensen die willen weten waar ze nou precies recht op hebben. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik er niet altijd aan toe kom die mails meteen te beantwoorden; ik ben regelmatig buiten de deur en deadlines hebben binnen een uitgeverij nog altijd voorrang. Om voor nu en in de toekomst teleurstellingen van vertraagd beantwoorde mails te voorkomen volgt hieronder een stukje informatie waarmee iedereen er in principe zelf uit moet kunnen komen. De uitleg geldt overigens niet alleen voor problemen met distributiekettingen van de Volkswagen Group, maar ook voor andere onderdelen die een autoleven lang mee horen te gaan, en het is net zo goed van toepassing voor problemen bij andere merken.
Komt-ie:
Wanneer het gaat om problemen met onderdelen die een autoleven mee horen gaan – en dat hoort een distributieketting - dan dient het autobedrijf waar je de auto gekocht hebt de malheur kosteloos te verhelpen.
Je kunt je bij het autobedrijf dat de auto destijds aan jou verkocht heeft beroepen op non conformiteit van het product, het voldoet niet aan de redelijkerwijs te stellen verwachtingen. Het autobedrijf dat de auto aan jou verkocht heeft dient dit volgens artikel 17 uit Burgerlijk Wetboek Boek 7 in orde te maken zonder jou hiervoor een rekening te presenteren. Waarbij opgemerkt dat de auto wel volgens fabrieksvoorschriften moet zijn onderhouden (wat overigens niet per se door een VW-dealer uitgevoerd hoeft te worden, hij mag ook bij een andere garage onderhouden zijn, zolang maar duidelijk gemaakt kan worden dat het onderhoud altijd volgens voorschrift is uitgevoerd).
Mocht je er met dit artikel uit het wetboek niet samen met de garage (waar u de auto destijds heeft gekocht) uitkomen, dan kun je de reparatie laten uitvoeren en betalen onder protest (geef dit aan op de factuur!), waarna u zich richt tot de Geschillencommissie Voertuigen (zie www.geschillencommissie.nl voor meer informatie over de te volgen procedure). Een zaak voorleggen bij deze commissie kost hooguit 125 euro, die je overigens terugkrijgt wanneer de commissie in jouw voordeel oordeelt.
Het gaat in alle gevallen dus om het autobedrijf dat de auto aan jou heeft verkocht, daar heb je zaken mee gedaan en dus niet met een willekeurige Volkswagen-dealer of de VW- importeur, die doen (hoewel er met grote letters Volkswagen op de gevel staat) in dit verhaal niet mee.
Let wel: het gaat hier om een stukje consumentenbescherming. De vlieger gaat niet op wanneer je de auto van een particulier hebt gekocht. Wanneer je de auto bij een particulier gekocht heb draai je zelf voor de kosten op; een autobedrijf hoort in te staan voor z'n product maar dat mag je van een particulier niet verwachten. Heb je als bedrijf (bijvoorbeeld omdat je zzp'er bent) een auto gekocht, dan heb je bij dit soort problemen ook nergens recht op (alleen op eventuele zaken die binnen de garantie vallen). Het is in dit geval een stukje ondernemersrisico.
Tot zo ver een stukje nazorg van het distributieketting-verhaal. Ik hoop dat jullie met deze informatie voldoende geholpen zijn.

Cornelis Kit
Autojournalist
Cornelis Kit (1971) behaalde in 1996 z’n diploma aan de HTS Autotechniek na het met succes afronden van een afstudeerproject bij NedCar in Born. Na z’n studie kwam hij al snel in de journalistiek terecht. Sinds 1999 is hij full-time autojournalist. Naast de praktische inzetbaarheid van auto’s gaat z’n aandacht vooral uit naar nieuwe technologieën en in het bijzonder naar alternatieve aandrijving. Brandstofcellen, hybride aandrijflijnen, eind vorige eeuw reed hij al met prototypes en nog steeds volgt hij de ontwikkelingen kritisch, sinds 2004 voor de tijdschriften AutoWeek en GTO. Misschien tegenstrijdig, maar z’n warme belangstelling hebben ook klassieke auto’s (veel ‘moderne’ techniek stamt vaak al uit vervlogen tijden) en de autosport (met name de techniek om zoveel mogelijk prestaties uit een druppel brandstof te halen, in wezen hetzelfde wat gebeurt bij het zuiniger maken van auto’s).