Verdwaald in Japan

Japan
Leuk idee: AutoWeek TV cameraman Jeroen en ik zijn deze week toch in Japan om de Tokyo Motor Show te verslaan, laten we dan meteen wat gaan rondrijden. Want rijden in Japan, dat doe je niet elke dag. Wij niet tenminste. Het plan: vanuit Tokyo vliegen we meteen door naar Nagoya, een kilometer of vierhonderd ten westen van de hoofdstad en met 2,3 miljoen inwoners evenmin een durpke. Daar staat een auto voor ons klaar, en een vriendelijke Japanner heeft onze Mitsubishi Colt Plus voorzien van een routeboek dat ons naar Hamamatsu moet geleiden, waar we de Shinkansen terug naar Tokyo nemen.
Nou verschilt de Japanse taal nogal van hoe wij in het westen met elkaar communiceren en ik geef meteen toe, de meeste Japanners spreken beter Engels dan ik Japans, maar toch wil de taalbarrière wel eens tot verwarring leiden. Ik rij, Jeroen zit naast mij met het routeboek op zijn knieën.
"Daar is een kruising, wat moet ik doen?"
Jeroen: "volg 浜松."
Ja, dat is lastig communiceren. Zeker als je hartstikke klem zit in het spitsverkeer van een miljoenenstad.
Ik: "Wát?!"
Jeroen: "Ja weet ik veel. Dit moet je volgen", terwijl hij het routeboek onder mijn neus duwt. Op een haar na mis ik een ondefinieerbare koelkast op wielen, die mij al toeterend maar net weet te ontwijken.
Nou heb ik vaak genoeg rechtsgestuurde auto's gereden, maar een linksgeruitenwisserde kan ik mij niet heugen. Dus bij elke afslag, als ik hem niet al mis, zwiepen de wissers van onze Colt vrolijk in het felle zonlicht op en neer.
Wie wel eens de gebruiksaanwijzing van een goedkoop Aziatisch produkt heeft proberen te begrijpen, weet dat het letterlijk vertalen van Japans naar Engels ook wel eens spaak wil lopen.
Ik: "Wanneer moeten we die snelweg nou eens af?"
Jeroen, verward turend in het routeboek: "When forest is a sign it changes on the road."
Juist. Gelukkig is de lengte van de route zodanig dat we de Shinkansen precies kunnen halen.. mits er helemaal niets mis gaat. En de Japanse hogesnelheidstrein staat bekend om zijn punctualiteit. Ik zie ons al staan, plompverloren op een perron in Hamamatsu. Gelukkig zijn Jeroen en ik beiden van het type dat er alleen maar meer lol in krijgt als het mis dreigt te gaan, dus de stemming aan boord van de Colt is opperbest. Jeroen zit inmiddels driftig met de navigatie te prutsen, maar die spreekt uitsluitend Japans. Bovendien hebben we geen adres. Ik begin nerveus te worden, het gas gaat erop.
Jeroen: "Hoe hard mag je eigenlijk in Japan?"
Ik: "Geen idee, maar niet wat ik nu doe."
Jeroen: "Daar staat rituele executie op hier."
Ik: "Je bent niet in Japan geweest als je niet ritueel bent geëxecuteerd." Ik neem een afslag die me wel wat lijkt.
Jeroen: "静岡県!!!"
Ik: "Shit." De ruitenwissers zwiepen vrolijk op en neer. En ondertussen komt op ongezette tijden een damesstem uit een geheimzinnig kastje dat onder tegen de stuurkolom zit geschroefd. Geen idee wat het is, maar steeds als ik het net weer ben vergeten, klinkt die zwoele stem weer van tussen mijn benen.
Geloof het of niet, vijf minuten voordat we er moeten zijn, komen we op het station aan. En springen we de kogeltrein in, die ons met 300 km/h in anderhalf uur naar Tokyo Central brengt. Heerlijk relaxt.
Soms, héél soms, is de trein zo gek nog niet.

Lezersreacties (31)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.