Toyota in diesel-spagaat
Toyota en dieselmotoren, het is geen gelukkige combinatie. Er waren in het verleden nog wel 'ns problemen met de D4-D-motoren. En dat is nog maar een kleine rimpel aan het oppervlak. Het merk heeft gisteren dus maar een Verso met een Mini-diesel gepresenteerd.
Als het om hybrides gaat is Toyota daarentegen koning en keizer tegelijk. Ere wie ere toekomt, meer ervaring dan dit Japanse concern heeft geen enkele concurrent. Als pionier liggen ze op dit vlak absoluut een straatlengte voor op de rest. Maar al te graag onderstreept Toyota dat die hybride techniek ideaal is om het benzineverbruik en de CO2-uitstoot terug te dringen. En dat niet alleen: de Nederlandse importeur laat geen kans voorbij gaan om ook nog even te melden dat de NOx-uitstoot er ook wel bij vaart. De NOx-uitstoot van Toyota's (en Lexus) hybriden is namelijk verwaarloosbaar laag. Hulde. Hulde trouwens ook voor de hybrides van de concurrentie want die doen het natuurlijk net zo goed (dat dan weer wel). O, en ook voor alle niet-hybride benzinemotoren van alle concurrenten. De benzinemotor stoot van nature namelijk amper NOx uit. Nou ja, detail.
NOx komt hoofdzakelijk voor rekening van dieselmotoren. Een diesel volgens de huidige Euro 5-norm mag 0,18 gram NOx per kilometer uitstoten een benzinemotor slechts 0,10. Vanaf Euro 6 wordt dat anders. Dan mag een diesel per kilometer nog maar 0,08 gram doen en de benzinemotor nog steeds 0,10 gram. Nu is het in de praktijk zo dat die grens van 0,10 gram voor benzinemotoren geen enkel probleem is, daar blijft-ie dankzij een relatief lage verbrandingstemperatuur met gemak onder. Dit in tegenstelling tot de diesel.
Die diesel - die het qua CO2-uitstoot (en vooral de 14 procent bijtelling) de hybrides van Toyota zo moeilijk maakt - zou Toyota ten faveure van z'n eigen hybriden graag de das om doen. Vandaar dat Toyota-importeur Louwman & Parqui geen kans onbenut laat om de diesel een trap te geven. De importeur gaat hierin zelfs zo ver dat ze het groen georiënteerde onderzoeksbureau CE Delft de opdracht heeft gegeven helderheid te scheppen omtrent de NOx-uitstoot (lees: aantonen dat de hybriden zoals Toyota die bouwt in de praktijk nauwelijks NOx uitstoten en diesels in de praktijk juist meer dan twee maal zoveel NOx uitstoten als in de Euro 5-norm staat beschreven). Dit rapport werd twee maanden geleden tijdens de groene autoshow 'Ecomobiel' gepresenteerd. Om het 'Wij van WC-eend adviseren WC-eend'-effect te voorkomen is het dus niet Toyota zelf die het roept, maar een 'onafhankelijk' onderzoeksbureau dat er geld voor krijgt.
Jammer. Als je met de hybride zelf zo'n sterk product in handen hebt, is het toch helemaal niet nodig om de vervuilende diesel naar beneden te trappen. Ga uit van je eigen kracht!
O, wacht. Stop. Een klein probleem. Toyota heeft gisteren een nieuwe diesel gepresenteerd. Om toch fatsoenlijke dieselmotoren te kunnen verkopen is Toyota een deal aangegaan met BMW. Een slimme zet. De eerste exponent van deze inkoopdeal is gisteren gepresenteerd in de Verso: de 112 pk sterke 1.6 D-4D-F. Hiermee lijkt me die auto prima geholpen. Die 1.6 D-4D-F is namelijk niets anders dan de oude 1.6 vierpitter die in de Mini vervangen gaat worden door de nieuwe 1,5 liter driecilinder. Maar goed, in de Mini maakte die oude viercilinder altijd een goede indruk, dus waarom niet in de Verso. Toch?
Alleen vraag ik me nu af wat ik met het CE Delft-rapport moet. Zo'n diesel lijkt me namelijk niet iets waar je het Longfonds (het goede doel waar het Toyota van de schone hybride zich graag mee afficheert) mee paait. En als het nou al een Euro 6-diesel zou zijn, maar nee voor zo ver we kunnen achterhalen is-ie Euro 5. Voor nieuwe modellen moet een diesel vanaf 1 september volgend jaar aan Euro 6 voldoen, maar bestaande types (zoals de Verso 1.6 D-4D-F dat dan is) mogen nog tot 1 september 2015 met een Euro 5-motor verkocht worden.
Ik ben heel benieuwd of (en zo ja: hoe) de NOx-strategie bij de Toyota-importeur nog een vervolg krijg, zo'n rapport gooi je toch niet na twee maanden in de prullenbak?

Cornelis Kit
Autojournalist
Cornelis Kit (1971) behaalde in 1996 z’n diploma aan de HTS Autotechniek na het met succes afronden van een afstudeerproject bij NedCar in Born. Na z’n studie kwam hij al snel in de journalistiek terecht. Sinds 1999 is hij full-time autojournalist. Naast de praktische inzetbaarheid van auto’s gaat z’n aandacht vooral uit naar nieuwe technologieën en in het bijzonder naar alternatieve aandrijving. Brandstofcellen, hybride aandrijflijnen, eind vorige eeuw reed hij al met prototypes en nog steeds volgt hij de ontwikkelingen kritisch, sinds 2004 voor de tijdschriften AutoWeek en GTO. Misschien tegenstrijdig, maar z’n warme belangstelling hebben ook klassieke auto’s (veel ‘moderne’ techniek stamt vaak al uit vervlogen tijden) en de autosport (met name de techniek om zoveel mogelijk prestaties uit een druppel brandstof te halen, in wezen hetzelfde wat gebeurt bij het zuiniger maken van auto’s).