Stimuleren van EV's, verspilde moeite?
Van de energie die de zon dagelijks over de aarde uitstrooit, weten we slechts een fractie te benutten. Wanneer we wat meer van die energie een beetje handig weten op te vangen, hebben we genoeg om in de toekomst alle auto's op elektriciteit te laten rijden. Een stuk woestijn van een paar honderd bij een paar honderd kilometer vol zonnepanelen zou voldoende zijn om alle aardbewoners van elektriciteit te voorzien. Dat pleit dus voor de elektrische auto. Tel daar bij op dat de elektrische auto nauwelijks geluid produceert, rap en traploos optrekt en niets uitstoot. Je zou nooit meer iets anders willen hebben.
Toch denkt niet iedereen daar zo over. Ondanks dat de elektrische auto voor een deel door de overheid gesponsord wordt met subsidie en belastingvoordeel, wil bijna niemand er een hebben. Let wel: ik bedoel hier de puur elektrische auto's (BEV's) en niet de plug-in hybrides zoals de Opel Ampera die hier te lande ook bij de elektrische registraties meegeteld worden. Ook vanuit de auto-industrie klinkt steeds meer twijfel. Bij BMW vroeg men zich afgelopen voorjaar af of de diverse i-modellen wel moeten komen en Toyota meldt onderaan het persbericht over de productieversie van de iQ EV dat die auto toch niet komt en de Japanners hun pijlen verder weer richten op hybride techniek.
Overheidsstimulering lijkt te weinig zoden aan de dijk te zetten. Hiermee kun je hoogstens een twijfelaar een laatste zetje over de drempel geven, maar een draai van 180 graden, dat is iets anders. Is het een verspilling van geld en moeite, of niet? Krijgt de film 'Who Killed the Electric Car?' een vervolg?

Cornelis Kit
Autojournalist
Cornelis Kit (1971) behaalde in 1996 z’n diploma aan de HTS Autotechniek na het met succes afronden van een afstudeerproject bij NedCar in Born. Na z’n studie kwam hij al snel in de journalistiek terecht. Sinds 1999 is hij full-time autojournalist. Naast de praktische inzetbaarheid van auto’s gaat z’n aandacht vooral uit naar nieuwe technologieën en in het bijzonder naar alternatieve aandrijving. Brandstofcellen, hybride aandrijflijnen, eind vorige eeuw reed hij al met prototypes en nog steeds volgt hij de ontwikkelingen kritisch, sinds 2004 voor de tijdschriften AutoWeek en GTO. Misschien tegenstrijdig, maar z’n warme belangstelling hebben ook klassieke auto’s (veel ‘moderne’ techniek stamt vaak al uit vervlogen tijden) en de autosport (met name de techniek om zoveel mogelijk prestaties uit een druppel brandstof te halen, in wezen hetzelfde wat gebeurt bij het zuiniger maken van auto’s).