Stadslichtjes

Ergens heel ver in het verleden is ooit niemand op het idee gekomen om auto's van stadslichten te voorzien. Achterliggende gedachte: in de stad heb je niet zo veel licht nodig, dus een paar waxinelichtjes volstaan wel om gezien te worden. Tegenwoordig noemen we deze voorziening parkeerlicht, wat al aangeeft dat 't niet bedoeld is om mee te rijden. Mag zelfs niet eens meer, volgens het RVV. Toch sta ik er dagelijks weer versteld van hoeveel automobilisten blijkbaar niet weten hoe de verlichting van hun auto werkt. En dat terwijl ze al tientallen jaren een rijbewijs hebben. Rijden in de regen, mist of schemering doodleuk met een stel van die gloeiende spijkertjes.

Wat mij ook opvalt: de ontelbaar vele vrachtwagens die rijden met parkeerlicht. Zo'n man (of vrouw) moet na al die jaren trucken toch wel beter weten? Een tijdje geleden reed ik laat op de avond achter een Opel Corsa. Die reed afwisselend met groot licht en parkeerlicht, waardoor de bestuurder angstige momenten beleefde. Bij elke tegenligger zag ik zijn koplampen weer uit gaan. Dus toen er een paar kilometer verderop een rood verkeerslicht opdoemde, ben ik even uitgestapt en naar de beste man gelopen. Inderdaad, misschien een beetje bemoeizuchtig, maar blijkbaar was er een probleem. Wat bleek? De automobilist schakelde met de draaischakelaar op het dashboard steeds tussen parkeer- en grootlicht. Hij wist niet eens dat je met die stengel aan het stuur het grootlicht moest in- en uitschakelen en kon dus niet met dimlicht rijden! Kortom, voor iedereen die niet weet hoe de lichtschakelaar werkt: twee klikjes is dimlicht. Lekker simpel toch? En dat blauwe lampje in het instrumentarium betekent dat het grootlicht aan staat. Ook dat heeft niet iedereen in de gaten, blijkt soms. Net als dat fel oranje geval voor het mistachterlicht.