size matters
Wat ik nu voor de deur heb, weegt dik 2500 kilo. Toen we elkaar op het parkeerterrein van de Toyota-importeur voor het eerst ontmoetten, moest ik voor het instappen even slikken. Het is bijna vijf meter lang, twee meter breed - exclusief de braadslee-achtige spiegelkappen - en 1.86 meter hoog. Ik hoef nog net geen boom te kappen om het mijn oprit op te loodsen, de ooit trotse privéweg die door zijn komst van oprijlaan tot voetpad werd gereduceerd. Als ik het ding voor de schuifpui zet, heeft dat in de huiskamer het effect van een zonsverduistering. Blij toe dat ik niet meer in de stad woon. Ik zou zijn vastgelopen als een Titanic op een ijsberg: op een woonerf, tussen twee vluchtheuvels, in een parkeergarage. Hij is niet meer van deze wereld, letterlijk.
De Toyota Land Cruiser V8 is ook niet voor onze wereld, die van de gewone mensen. Hij is er voor Afrika, VN-missies en voor een handvol rijke mannen met een onbereikbaar hooggelegen buitenhuis in Zwitserland. Dat mijn tot directiebak gepimpte test-Cruiser met navigatie, hifi, leder, zacht tapijt en automaat meer dan 125.000 euro kost, doet aan zijn nutswaarde niets af. Op deze krijgt mijn SUV-fobie geen vat. Deze kan echt wat. Deze verhoudt zich tot X5's, Q7's en Cayennes als Jan de Rooy tot Geer en Goor. Hij trekt 3500 kilo, gaat tot 70 centimeter diepte kopje onder, pakt hellingen tot 45 graden. Dat ga ik allemaal niet doen, want het avonturiersgen heb ik niet meegekregen, en hij is niet van mij. Maar toen ik hem vandaag over een drassig bospad met behoorlijk diepe karresporen stuurde, begreep ik wat hij in zijn mars heeft. De kolos ging als een mes door de boter, stil als een Lexus, ongenaakbaar als de Dom van Keulen. Ik voelde niets.
Ik heb dit soort auto's vaker voor de deur gehad. Maar voor het eerst voel ik dat het misschien de laatste keer is. De reuzen lopen op hun laatste benen. BMW schrapt de X7. De nieuwe Cayenne wordt kleiner. GM loost Hummer. In de VS staan kingsize suv's en pickups onverkoopbaar te verstoffen bij de dealers. Wij zijn de laatste generaties die, mits we de poen of de contacten hebben, mogen zwelgen in de verrukkingen van het gigantomane. Beleef die kick, voor het te laat is.
Ik zet me af op de treeplank – op een Land Cruiser net zo'n onontbeerlijk accessoire als een stijgbeugel op een paard – en beklim de leren zetel die me als een zachte reuzenhand omvat. De middenarmsteun heeft het formaat van een bijzettafel. Rijden doen we straks: eerst genieten van het uitzicht. Ik kijk uit over het berglandschap van de motorkap. Daarachter, duizenden meters onder ons, staat mijn tot Dinky Toy verschrompelde 850. Size matters, voor zolang het nog duurt. Ik ben een kind tot in het diepst van mijn gedachten. En ik geniet, zoals een kapitein op de Titanic. Alleen weet ik meer dan hij. Aan de horizon wacht de ijsberg waarop EU-politici en modieus bebrilde wethouders al klaarstaan om zijn benzineleiding door te snijden. God hebbe zijn ziel; hij verdient een ereplaats in de autohemel. Als hij erin past.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.