Schermpjes
Volgende week een nieuwe smartphone kiezen. Net als jullie weet ik nu al hoe dat afloopt. We nemen de stadia van het besluitvormingsproces even door. (1) In de oriëntatiefase: cynisch gemekker over de nutteloosheid en de idioot grote schermen van die apparaten. (2) Het kordate besluit je niet meer gek te laten maken door de rat race en een kleinere te nemen. (3) De gang naar de winkel. (4) Daar met slappe knieën likkebaardend toch de allerdikste aanschaffen.
Over twee weken heb ik dus gewoon een iPhone 6 of Samsung S5. Een zalige maar keiharde vernedering voor het ego dat er boven dacht te staan. Wat een verscheurende ervaring.
Net zo ambivalent ben ik over schermen in auto's. Fabrikanten zijn er ook achter dat grote maten trekken. Het is hard gegaan. Tussen de knullige display'tjes van de eerste auto's met fabrieksnavi en de gigantische gekantelde laptop van de Tesla Model S zit 15 jaar. Mijn verstand is kritisch, maar het vlees zegt mjammie. Ik roep graag dat ik die iPads op het dashboard van de gekke vind, ik mag graag mopperen over de wildgroei van functies - stiekem vind ik, kind met de kinderen, elke inch en elke link erbij toch magisch.
Intussen zitten we met een probleem. De kleurendisplays hebben zich als een mediale epidemie over het complete dashboard uitgebreid en denk niet dat we klaar zijn. De volgende BMW 7 krijgt er een scherm boven het dashboardkastje bij, zodat de bijrijder recht voor zich uit kan blijven kijken. Waar heb je nog ramen voor, zou je zeggen.
De ellende is dat die displays op hun respectievelijke hot spots ongeveer hetzelfde verhaal afdraaien. Zodat veel duurdere auto's nu tot wel drie visuele informatiebronnen hebben voor identieke data. Het grote, langzamerhand achterhaalde multimediascherm in of bovenop de middenconsole, de rap digitaliserende klokkeneenheid voor je neus die steeds meer functies overneemt en, stadium drie, het head up-display dat inmiddels kraakhelder de belangrijkste boorddata weergeeft en misschien de beste oplossing van allemaal is; alles wat je weten moet direct in zicht met de blik op de weg. Displaytechnologie is een evolutie die vorige ontwikkelingsstadia niet weet te verdringen; die oude schermen blijven zitten waar ze zaten. En waarom zitten ze daar?
Omdat we ze Helemaal Te Gek vinden, zoals fossielen van mijn leeftijd vroeger kickten op zoveel mogelijk metertjes. Terwijl ze alleen maar ontzettend omslachtig zijn, verspilling van ruimte en middelen.
Wat is de oplossing?
Het telefoonmodel; één volvet en supercool scherm voor alles, headup of tft, recht voor je neus. Headup valt af, of liever, kan het niet alleen af; de gewone meters moeten blijven om de simpele reden dat, zoals een techneut van een Duits merk me uitlegde, er altijd situaties voorkomen waarin projecties niet goed leesbaar zijn. Dan niet, met tft valt goed te leven. Na een week met de Audi TT weet ik dat die nu het mooiste systeem heeft; 12.3 inch, fantastische resolutie, fantastische graphics, onverbiddelijke looks, slimme controller, alles onder één dak.
Zo compact kan het dus, terwijl de Tesla S nog steeds met die enorme laptop rondrijdt. Maar wij weten waarom Elon Musk dat heeft gedaan. Hij gaf ons het grootste, geilste telefoonscherm van iedereen, een smartphone met 422 pk. Leer mij de mensen kennen. Smart technology? Ga weg. Brood en spelen.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.