Prius, twee
Nu hoe het echt ging met die Prius Plugin. Daar sta ik dan, op zoek naar een stopcontact. Zondagsrijder, Prius-man, met zijn eerste plugin. De kabels zitten in een vak onder de vloer van de kofferruimte. Een voor laadpalen, als je die aantreft, eentje voor thuis. Ik open de garagedeur en steek de stekker in het stopcontact. Ik voel me een soort thuisklusser, een vader met een workmate. Maar de Prius laadt. Helemaal zelf. Er brandt een lampje, het keiharde bewijs. Morgen rijd ik twintig kilometer puur elektrisch, als Toyota zijn beloften waarmaakt. En daar ziet het naar uit.
Bij de importeur in Raamsdonksveer heb ik die dag mijn Prius in volledig opgeladen toestand afgehaald. Om tot maximaal rendement te komen, heb ik de thuisreis op de auto afgestemd. Die rijdt zolang de stroomvoorraad strekt tot circa 90 km/u elektrisch, mits je oppast. Dat doe je op de B-wegen die ik na het verlaten van de A6 bij Emmeloord tot Norg berijd, zodat een optimale mix ontstaat van snel- en traagwegen.
Dat vindt de Prius fijn, blijkbaar. Ik haal 1 op 30. Daar doe ik uiteraard mijn best voor, maar het kost weinig moeite. Ik heb 240 kilometer afgelegd op acht liter benzine. Hoogst comfortabel, by the way. Dan kan men hoog en laag springen, dit doen weinigen Toyota na. Zondagsrijder, als youngtimer-aficionado toch verklaarde vijand van het goede, rilt van spaargenot.
Daar komen nog 270 kilometers bij. Ik leg ze grotendeels op de snelweg af, niet eens zijn ideale jachtrevier. Aan het eind van de rit tank ik de auto af. Die slikt een magere 17,87 liter euro 95 na 510 kilometer. Gemiddeld verbruik – 1 op 28,5. Onvoorstelbaar goed.
In mijn vorige Prius-blog onderscheidde ik twee soorten Prius-rijders, de pragmatici en de gelovigen. Het was hartekreet en pesterij. De echte Prius-rijder zit er tussenin en weet niet goed hoe hij het heeft, spreek ik nu uit ervaring. Zondagsrijder is de pragmatische gelovige, een tussenvorm die we door de opmars van dit soort auto's steeds vaker zullen tegenkomen. Mannen die zien dat het voor de dagelijkse gang van A naar B niet veel meer uitmaakt wat je rijdt. In de testweek met de Plugin koopt Zondagsrijder uiteraard nog wel even een handgeschakelde drieliter Volvo S90. Er moet een verband zijn. Die Volvo is een wanhopig protest tegen de wetenschap dat je wel gek zou zijn om 1 op 10 te blijven rijden als het zo kan. Op dat snijvlak van hoogst tegenstrijdige emoties staat de Prius-rijder die ik in mijn hart al bijna ben.
Goed, de Volvo is er dan maar voor het leuk, voor de weekeinden. De Echte Volgende zou best een Prius kunnen worden, er van uitgaande dat ik ijs en weder dienende de moed heb over mijn eigen schaduw heen te stappen. Wat dit zegt over de actuele state of mind van de petrolhead 1.0 laat ik in het midden. Het antwoord snijdt waarschijnlijk te diep in eigen vlees. Dat is de pest met deze Prius: geen speld tussen te krijgen.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.