Prioriteiten
Overheid negeert beloftes, BPM blijft hoog
Het gaat niet zo goed bij de Belastingdienst. Het gedoe rondom de onterecht teruggevorderde toeslagen, waarbij de fiscus inmiddels heeft toegegeven onrechtmatig te hebben gehandeld, houdt Den Haag bezig en na de zomer wacht de verantwoordelijke staatssecretaris een fors debat. En er lijken weinig raakvlakken, maar de kwestie heeft ook een belangrijk effect op de autobranche.
Sinds de invoering van de nieuwe WLTP-meetmethode schieten de prijzen van nieuwe modellen omhoog. Dat lag volledig in de lijn der verwachting. Onze bpm is op de CO2-uitstoot van een auto gebaseerd. De uitstoot werd gemeten met de NEDC-cyclus. Die wordt nu vervangen door een WLTP-cyclus die realistischer moet zijn. Dat betekent op voorhand al dat de CO2-uitstoot op papier omhooggaat. Let wel, de daadwerkelijke uitstoot van een auto blijft exact gelijk. Het is alsof je een bokser niet langer een dag voor de wedstrijd moet wegen, maar vlak voor de eerste ronde, waarna hij niet meer mag drinken. Hij zal zwaarder zijn (net als zijn tegenstander), maar niemand overtreedt de regels. Je meetmoment bepaalt de waarde. Hierdoor was ook allang duidelijk dat de bpm fors zou stijgen. Al in 2016 confronteerde ik toenmalig staatsecretaris van Financiën (en daarmee de bpm-man van het kabinet) Wiebes met deze kwestie die als een heet hangijzer boven de autobranche hing. Maar hij was heel stellig: “Ik zou het onredelijk vinden dat als in Brussel een andere meetmethode wordt geïntroduceerd, de Nederlander meer gaat betalen”, zei hij. “Wij gaan zelf over wat we betalen. Als er een andere methode wordt gehanteerd, is dat prima, maar dan moet je ook een ander tariefstelsel hebben dat daarbij past.”
Dus wat deed zijn opvolger Menno Snel toen vorig jaar de eerste WLTP-auto’s er kwamen? Nou, niets. “Afwachten maar, want we moeten eerst onderzoeken hoe groot het verschil is”, vond hij. Dat door dat beleid sommige auto’s al onnodig duur zijn geworden, vond hij duidelijk niet zijn probleem. Eerste mocht TNO er zijn zegje over doen. En TNO vond dat er nog te weinig auto’s waren om een uitspraak te kunnen doen. Dus werd pas vlak voor de zomer het definitieve rapport ingeleverd. Conclusie? “De overgang naar WLTP resulteert in een gemiddelde opslag van 10 procent of 15 gram CO2/km, met uitschieters tot 25 gram per auto.” Nou, nu we zover zijn, kan dan eindelijk de belasting naar beneden? Ho ho, zegt TNO: auto’s zijn ook gemiddeld onzuiniger geworden, los van de WLTP. Bijvoorbeeld door een hogere vraag naar grotere en hogere auto’s, en strengere eisen op uitstoot. Zo zorgt een daling van NOx-uitstoot vaak voor extra CO2, net als een partikelfilter in de uitlaat. De daadwerkelijke gemiddelde toename is daardoor volgens TNO maar 1 gram voor benzineauto’s. (En 7 gram voor diesels, maar daarvan zijn er “zo weinig” verkocht, dat TNO een slag om de arm houdt). Nu zou je zeggen dat dat niet relevant is. Je moet appels met appels vergelijken: wat is het WLTP-effect op een specifieke auto? Dat auto’s onzuiniger worden door andere maatregelen of de consumentenvraag, staat los van die vergelijking als je wilt doen wat Wiebes destijds heeft beloofd. Maar staatssecretaris Snel zag zijn uitweg: 1 gram is verwaarloosbaar, we laten het zo. In zoverre is dat logisch omdat hij zijn handen vol heeft aan het puinruimen bij de Belastingdienst, waar het dus niet echt lekker loopt op dit moment. Een omzetting van de bpm-tabel met minder belastinginkomsten tot gevolg heeft totaal geen prioriteit. En die autobranche met hun sjoemelsoftware en goedkope plug-in-Outlanders heeft toch al niet zo’n goede naam, dus die zeurpieten heeft hij niet hoog zitten. De sector zag de bui al hangen en heeft een eigen onderzoek gestart bij KPMG, zodat men hopelijk via de Tweede Kamer nog iets kan bereiken, maar er is niet veel hoop. Gevolg? Nieuwe auto’s worden snel fors duurder. De import van occasions zal toenemen en het Nederlandse wagenpark zal verder verouderen. Snel boeit het niet, en de maker van de belofte zit nu als minister bij Economische Zaken. Wellicht kunnen ze elkaar eens spreken over deze kwestie bij een kabinetsvergadering. Maar de prioriteiten liggen waarschijnlijk ergens anders.

Roy Kleijwegt
Autojournalist
Roy Kleijwegt (1981) heeft Journalistiek gestudeerd en liep in 2004 bij AutoWeek stage. Hij werkte daarna een aantal jaar bij het vakblad Automotive maar keerde hij in 2008 terug bij AutoWeek als testredacteur en politiek expert. Hij houdt van supercars en lichte sportwagens, van moderne auto's met coole gadgets en de mensen achter bijzondere automerken. Waar velen de opkomst van EV’s zien als een ramp, vindt Roy de transitie bijzonder interessant. Evengoed zijn zijn favoriete auto’s hoogtoerig en atmosferisch: hij moest een traan laten tijden het testen van een Ferrari 812 Superfast. Roy heeft weinig met klassiekers, hoewel de liefde voor youngtimers groeit nu hij ouder wordt. Hij reed in zijn vrije tijd op z'n Kosmic Rotax kart maar die is door tijdgebrek verkocht. In zijn vrije tijd geniet hij van sporten, poker en zijn gezin. Roy heeft veel interesse in BPM-wetgeving en andere politieke zaken en probeert op dat vlak de mopperende Nederlander uit te leggen hoe dingen werken. Voor zijn eigen deur staat een Tesla Model 3.