Prijspakkers
Mijn bede om prijspakkers in de hogere autoklassen is verhoord. Vandaag mag ik in Florence kennismaken met de nieuwe Passat Superb, ik bedoel Skoda Superb. Die had ik op de AutoRAI al gezien, nu met niet een maar twee paraplu's in de achterdeuren voor vanaf net geen 28.000 euro. Correctie: voor paraplu's moet je één uitrustingsniveautje hoger dan die spotgoedkope basis-Active. Maar dan nog.
Het bedrag is haast provocatief, zeker omdat bij Skoda de prijzen de afgelopen jaren tegen premiumniveau begonnen aan te schurken. Het opmerkelijke is dat het budgetoffensief niet wordt bekocht met pretbedervende schraperij. Het merk heeft zich er, zag ik al op de RAI, niet vanaf gemaakt met B-plastics en budgetspullen uit het VAG-schap. De Superb is een enorme auto van een allure die in een BMW- of Mercedes-showroom niet had misstaan, het dashboard glamt je tegemoet. Wat zijn overige kwaliteiten ook mogen zijn, zijn uitstraling is verbluffend voor dat geld, al heb je voor die 28 mille vast niet de motor die het zacht verende schip verdient.
Hoe het rijdt, dat legt collega Kit veel beter uit dan ik. Mijn gedachten waren trouwens ergens anders dan bij veer- en stuurgedrag. Ik schreef laatst over de, nuchter bezien, bizar gestegen prijzen in het D-segment; meer dan dertig voor de simpelste Passat, zo 35 voor een beetje Mondeo. De alternatieve invalshoek, die mijn klacht volledig onderuit haalt, is dat die auto's de hoekstenen zijn van een nieuwe, gedemocratiseerde topklasse die de overgeprijsde oude statuskoeien althans in Europa met meer voor heel veel minder uit de markt prijst. Of, iets ruimer geformuleerd: dat je voor steeds minder geld op een voorheen ondenkbaar hoog niveau rijdt. Ik hoorde afgelopen jaar bij toeval drie eigenaars van een 5-serie hardop de transfer naar een Dreier overwegen. Niet uit geldgebrek, gewoon omdat ze weten dat ze voor veel minder geld een even fijne auto rijden.
Dat zegt iets. Namelijk dat de toegevoegde waarde van het E- en topklasse-segment compleet dreigt weg te vallen. Voor bestuurders van een Mazda 6, een Peugeot 508, een BMW 3-serie of een Mondeo is er geen enkele reden meer het dubbele uit te geven aan hoger gekwalificeerd vervoer. En zelfs 35.000 hoef je niet meer uit te geven om die staat van zaligheid te bereiken. Voor 28 ben je met 125 paarden in de basis klaar. Maar twee trappen lager vervullen een Mazda 2, een Peugeootje of een Polo'tje van rond de twintig eigenlijk al al je wensen op de criteria prestaties, geluidscomfort en luxe. Voor tussen 20- en 50.000 euro heb je al naar gelang je ruimtebehoeften en geldingsdrang alles wat je hart begeert. Ook in prestigegevoelige regionen van de markt is het Easyjet-model allang realiteit.
Wat ik nu nieuw zou kopen als het moest? Joh, pak maar wat in. Een Mazda 2, een Clio dCi, zoiets. Leuk om te zien, allround, snel zat, allemaal prima. Maar tegen die Superb zeg ik als ex-Superb-rijder ook geen nee.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.