Prestigeschade

tsja

Erg vlot waren ze niet bij mijn schadehersteller in de buurt, maar na vier weken wachten was het moment suprème aangebroken: ik kon mijn compleet gerenoveerde Volvo ophalen.

Veel was er niet met hem aan de hand. Technisch was hij feilloos. De in de Randstad ernstig gehavende velgen had ik kort na mijn verhuizing naar het noorden laten aanpakken. Maar liefde kan ver gaan. Parkeerhavens en ontspoorde winkelwagens hadden hun tol gevergd. Ik kon geen kras of deuk meer velen. Nog wat: De motorkap hing, voor leken onzichtbaar, misschien een millimeter uit het lood – de auto is weliswaar schadevrij, slecht aansluitende plaatdelen zijn een bij 850's veelvoorkomend euvel. Much ado about nothing derhalve, maar als beroepspietlut wilde ik één keer in mijn leven van mijn oude dame een Joan Collins maken. En de offerte voor het hele pakket aan ditjes en datjes viel me zo mee dat ik het voorgenomen stappenplan liet varen. Een complete makeover moest het worden.

Het wachten had geloond, stelde ik vast, toen ik de R na aankomst op mijn oprit inspecteerde. Die jongens in Roden beheersten hun vak. Zonder enige twijfel had ik nu de mooiste van Nederland. Kinderlijk trots bestookte ik medevolvisten met staatsiefoto's. Minstens een dag lang was ik diep gelukkig.

Amper was ik van de opwinding bekomen, of een nieuw probleem diende zich aan. Boven een bloedheet vaderland pakten zich donkere wolken samen, las ik tot mijn schrik op teletekst. Een noodweer naderde, met kans op zware hagelbuien. Die hadden een paar dagen eerder Duitsland gebombardeerd, met catastrofale gevolgen: stenen als eieren zo groot. Oei. Hoe brachten we de R in veiligheid? Van mijn dubbele garage kon ik alleen de linkerhelft gebruiken, omdat het grootste deel nog steeds was volgestouwd met 40 verhuisdozen vol boeken.

In godsnaam. Ik ontruimde de rechterkant – een middag weerzinwekkend slepen en zweten – en reed mijn kostbare bezit zachtjes naar binnen. Een diepe tevredenheid overviel me. Volvo gered. Eindelijk rust. Nu het hoofd koel houden. Zachtjes, zachtjes. Nog een paar centimeter.

Boem.

Tsja, de cd-kast. Die was ik even vergeten.

Er is geen schade. Een minimale inkeping in de nummerplaat, geen hond die het ziet. Houderplaat en bumper zijn gespaard. Toch een kras op de ziel, vooral omdat het mijn eigen schuld is. Dit heet: prestigeschade. Tel je eigen feilbaarheid op bij de kwetsbaarheid van je bezittingen en je hebt geen nacht rust meer.

Autobezit: het is een heerlijkheid en een tranendal.

Als ik hem uitrijd, doe ik al dagenlang mijn best om niet naar dat kenteken te kijken. Het kenteken waaraan niemand iets ziet, behalve ik.

Nog geen hagel gezien trouwens. Ik vervloek de weergoden, en hoop met smart dat het geschut vandaag bij bakken uit de hemel valt. Ik eis genoegdoening.

Lezersreacties (12)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.