Om

Citroën C6
Door mijn Citroën-historie willen mensen vaak van me weten "wat ik eigenlijk vind van de nieuwe C6". De auto was nog niet goed genoeg op me ingewerkt om tot een welgemeend schitterend of foeilelijk te komen. Een tussenweg is er immers niet. Tijdens mijn rit naar Genève ben ik om gegaan. Mijn definitieve mening is dat ik 'm schitterend vind.
Op de Franse autoroute haakte bij het tolpoortje een bordeauxrode aan met Belgisch kenteken. Hij reed tijdenlang als aan een touwtje achter ons aan. Vaak gingen we netjes op de cruise control maar ook bij uitschieters naar hoge snelheden volgde hij trouw. Steeds maar in de binnenspiegel die op een hamerhaai lijkende snoet omdat de koplampen zo extreem op de hoeken zijn geplaatst. Net als het beest zijn ogen helemaal aan de zijkant op zijn brede kop heeft.
Tijdens een krappe bocht in de snelweg kon ik in de spiegel zien hoe de C6 tot op zijn spiegels overhelde maar niet uit zijn spoor ging. Een grijnzende chauffeur achter het stuur. Ruim tweehonderd kilometer reden we met elkaar op totdat de Citroën afhaakte voor een tankstop en een cafeïne- en nicotineshot voor zijn inzittenden. Even zwaaien en lichtsignalen uitwisselen en weg was de Grande Routière.
Voortaan hangt er bij mij dus een goede herinnering vast aan de C6 en dat heeft mijn mening over de auto zeker beïnvloed. Maar zeg nou zelf: 't is een bijzondere verschijning, volstrekt niet inwisselbaar voor een auto van welk ander merk dan ook. Nu maar een paar jaar flink afschrijven met die grote bak en dan kom ik met mijn handjevol geld de occasionafdeling oplopen om de mijne te scoren. Ik wil er eentje op benzine. Een witte graag. Dat we op de terugweg een trailer passeerden met acht kakelverse C6'en er op, zal ik maar als teken beschouwen.

Lezersreacties (21)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.