Motor vs auto: vergeet 't maar...oh ja?
En dan ineens valt alles samen. Ik reed op de linkerbaan braaf met het andere verkeer mee toen de motor plotseling zeer snel achterop kwam. Ik ging naar rechts hij knalde me voorbij, waarna ik (rustig), weer naar links kon. Bij het stoplicht zo'n 700 meter verder dook hij net voor een andere auto weer naar rechts, zodat ik links naast hem kwam te staan. Mijn kennis van motoren is zeer beperkt, dus ik houd het erop dat hij léék op een Kawasaki Ninja (o.a. twee uitlaten aan weerszijden omhooglopend), maar ik geef volmondig toe dat ik het gewoon niet weet. De berijder, uiteraard gekleed in een motorpak in de kleuren van zijn apparaat, keek kort opzij, maar verder strak voor zich. Ik kende de weg goed: na het stoplicht kwam een zeer lang stuk zonder kruisingen. Bovendien was goed te zien dat de boel compleet verlaten was. Ik was er totaal niet naar op zoek, maar dit was te mooi om waar te zijn. De beslissing om het te gaan doen komt dan automatisch. Oké, rust. De juiste knoppen voor de launchcontrol aan. Wachten. De weg blijft leeg... De seconden tikken weg.... Groen. Ik verlies zeker een paar tienden omdat ik eerst de motor moet 'revven' voor ik het rempedaal loslaat. Dit omdat ik het blok niet tientallen seconden op toeren wilde houden. De brul van het blok naar 5.000 tpm geeft de motorrijder in ieder geval het laatste zetje dat hij nodig heeft, hij is al weg. Maar niet voor lang. Nog voordat er naar de tweede versnelling is geschakeld ben ik al bij. Voor de motorfiets zijn die eerste meters natuurlijk lastiger: hij heeft enkel zijn achterwiel, ik heb vierwielaandrijving. BANG, derde versnelling: het gaat onvoorstelbaar gelijk op. Ik kijk opzij en heb momentenlang vol zicht op het voorovergebogen hoofd-met-helm. Het hoogtoerige gejank van de motor overstemt het geblaas van mijn turbo's volledig. BANG, vierde versnelling: jongens, wat een klappen geeft die automaat... Nu begin ik decimeters te winnen. En meer, en meer, en meer. Op het moment dat de motor ter hoogte van mijn achterwiel komt geeft hij het op en gaat hard in de ankers. Onze snelheid? Simpelweg misdadig. Ik volg logischerwijs met hard remmen. De motormuis rijdt met een veel fatsoenlijkere snelheid weer voorbij en steekt zijn duim op. Ik beantwoord zijn gebaar. Fantastisch! De adrenaline giert nog door mijn lijf. Ik realiseer me meteen dat dit zeer waarschijnlijk nooit meer zal voorkomen, alle omstandigheden waren simpelweg perfect. De auto, de weg, de stilte op die weg en de tegenstander. En het was geen kwestie van vernedering. Het was prachtstrijd tussen een motorliefhebber en zijn machtige machine tegen een van de meest brute kanonnen die je bij een autodealer kunt kopen. Voor de motorrijder moet dit ook gaaf zijn. Auto's zoek rijden doet hij waarschijnlijk praktisch iedere dag. Maar nu voor waarschijnlijk de eerste keer ooit verlóór hij een sprint van een auto. Dat is nog eens een verhaal om mee thuis te komen.

Roy Kleijwegt
Autojournalist
Roy Kleijwegt (1981) heeft Journalistiek gestudeerd en liep in 2004 bij AutoWeek stage. Hij werkte daarna een aantal jaar bij het vakblad Automotive maar keerde hij in 2008 terug bij AutoWeek als testredacteur en politiek expert. Hij houdt van supercars en lichte sportwagens, van moderne auto's met coole gadgets en de mensen achter bijzondere automerken. Waar velen de opkomst van EV’s zien als een ramp, vindt Roy de transitie bijzonder interessant. Evengoed zijn zijn favoriete auto’s hoogtoerig en atmosferisch: hij moest een traan laten tijden het testen van een Ferrari 812 Superfast. Roy heeft weinig met klassiekers, hoewel de liefde voor youngtimers groeit nu hij ouder wordt. Hij reed in zijn vrije tijd op z'n Kosmic Rotax kart maar die is door tijdgebrek verkocht. In zijn vrije tijd geniet hij van sporten, poker en zijn gezin. Roy heeft veel interesse in BPM-wetgeving en andere politieke zaken en probeert op dat vlak de mopperende Nederlander uit te leggen hoe dingen werken. Voor zijn eigen deur staat een Tesla Model 3.