Mijn vader wegenbelastingvrij
Mijn vader wegenbelastingvrij
Nog heel eventjes en we weten het: hoe gaat de overheid de dreigende heffing van wegenbelasting op klassieke auto's oplossen? Dat de regeling verandert waarbij elke auto boven de dertig jaar is vrijgesteld, is in elk geval duidelijk.
De afgelopen tijd heb ik onder klassiekerbezitters genoeg verontwaardiging en ideeën gehoord. De goeden lijden onder de kwaden die misbruik maken van de regeling en dagelijks rondtuffen in hun oude diesel. De zestigdagenkaart maar weer van stal halen? Dat wordt een administratieve draak natuurlijk. Kilometerstand opschrijven tijdens de APK? Veel fraudegevoeliger wordt het niet…
Mooi ook hoe iedereen preekt voor eigen parochie. Eigenaren van een origineel Nederlandse klassieker vinden dat alleen auto's waar in Nederland al dertig jaar belasting voor is betaald, vrijgesteld mogen worden. Mensen die weinig rijden, pleiten voor een kilometerbeperking. Anderen, die er ook een moderne auto op nahouden, vinden dat alleen mensen die er ook een moderne auto op nahouden, een wegenbelastingvrije klassieker mogen hebben. Zelf vind ik dat het belastingvrijstelling ook moet gelden voor jongere auto's die weinig kilometers maken. Ik heb er zelf namelijk twee van twintig jaar oud, die veel minder dan 10.000 kilometer per jaar maken.
Maar zou wegenbelastingvrijstelling eigenlijk wel per auto bekeken moeten worden? Dat het na dertig jaar betalen van die flauwekulbelasting wel eens genoeg is geweest, daar ben ik het van harte mee eens. Ik vind het dus een goed idee dat mensen die al zo lang betalen, worden vrijgesteld en niet de auto waarvoor die belasting wordt betaald.
Neem bijvoorbeeld mijn vader. Bijna zeventig is hij. Die betaalt al wegenbelasting sinds de jaren '60, toen hij voor het eerst een auto kocht. Nimmer heeft hij zich bezondigd aan een klassieker of zo'n onzalige milieumobiel die je tegenwoordig belastingvrij rijdt. Al veel meer dan dertig jaar betaalt hij trouw zijn belasting. Wordt het niet eens tijd dat híj wordt vrijgesteld, in plaats van al die melkmuilen die zonodig in een klassieker moeten rijden? Ik ga meteen bellen met Henk Krol.

Nic De Boer
Autojournalist
Al van jongs af aan ben ik autogek en verslind ik autoblaadjes. Ik wist dus ook al vroeg wat ik wilde worden: het werken bij een titel als AutoWeek lag voor de hand. Mijn eerste klus bij AutoWeek was het bemensen van de nieuwsdesk. Saillant detail: het allereerste bericht dat ik ooit schreef, was de aankondiging van de prijzen van de CityRover – een auto die achteraf nooit is gekomen. Toch was het helemaal in mijn straatje want ik heb een voorkeur voor auto’s die buiten het normale vallen en een bijzonder verhaal hebben. Sinds enige jaren ben ik occasionredacteur en werp ik mijn op als Beschermheer van de Roestplek. Moderne auto’s vind ik weldegelijk interessant maar een auto die al een tijdje ‘geleefd’ heeft, zegt me een stuk meer. Mijn eerste auto was een Citroën ID19B uit 1969. De nieuwste auto die ik ooit kocht, is uit 2002 en de kans is maar heel klein dat ik ooit een auto van later datum aanschaf.