Logopimpen
Ik dacht dat logopimpen iets uit het verleden was. GTI- en 16V-plaatjes op auto's plakken die het helemaal niet zijn.
Maar in een week zag ik drie gloednieuwe auto's die voorzien waren van badges die pk's onder de motorkap beloven die er helemaal niet zijn.
Het begon met een gloednieuwe BMW 3-serie Coupé. Mooie bak. Twee uitlaten aan de linkerzijde, bescheiden pijpjes naast elkaar geplaatst. Helaas heb ik het kenteken niet gecheckt maar het zou een 325i of een 330i kunnen zijn. Zo'n Dreier met een heerlijke zes-in-lijn, niets om je voor te moeten schamen. Maar wat had de eigenaar, een keurige heer van een jaar of 50, gedaan? Een M3-logo achterop laten plakken. Waarschijnlijk een gevalletje midlifecrisis.
Een paar dagen daarna spotte ik een Audi Q5. Wit met zwarte wielen, twee uitlaten en achterop de letters RS. Audi werkt wel aan zo'n brute Q5 maar die rijdt echt nog niet rond in Nederland. Bovendien oogde de SUV te braaf om als Quattro GmbH-product door het leven te gaan. Wat bleek uit de kentekencheck? Het was een 211 pk sterke 2.0 TFSI.
Gisteravond zag ik het toppunt van logopimpen. Een nagelnieuwe VW Polo met een R achterop. Precies dezelfde letter zoals die op de snelste Golf en Scirocco staat. De wielen op de 'dikke' Polo komen van de GTI. Een GTI met R-logo dan? Maar toen zag ik dat hij nog gewoon de grille van de Bluemotion heeft. Duidelijk iemand die dacht, zo'n Bluemotion rijdt lekker goedkoop, van het geld dat overblijft laat ik er lekker wat spullen opzetten.

Stephan Vermeulen
Coördinator Tests
Na 20 jaar bij AutoWeek zo’n beetje alles wel gedaan en meegemaakt. Sinds 2012 chef redactie maar streeft er nog altijd naar om tien procent van zijn werk te laten bestaan uit bezigheden met auto’s zelf. Da’s tenslotte toch de reden dat -ie dit werk is gaan doen. Passie voor auto’s van kleins af aan, spelde op zijn twaalfde testjaarboeken, kocht de eerste AutoWeek een paar dagen voor zijn dertiende verjaardag van zijn zakgeld. Jawel, dat ene nummer dat in januari 1990 voor een gulden in de winkel lag. De oorzaak van dat velen nog denken dat AutoWeek de eerste jaren altijd een gulden kostte, maar op de tweede stond toch echt een prijs van Hfl. 1,95! Dat hij twaalf jaar later zelf in dienst zou treden bij het autoblad had hij nooit gedacht. Na de middelbare school bracht de opleiding HEAO-economisch linguistisch, zeg maar een soort CE met extra aandacht voor vreemde talen, hem bij de BMW-importeur, en later die van Opel. Een carrière in de autobranche was het beoogde pad, maar het liep anders. Eind 1999 zocht een journalistiek bureau een autoredacteur, en zo kwam hij terecht in de autojournalistiek. Iets meer dan twee jaar later was daar de overstap naar AutoWeek. Tests, nieuws, bijdrages aan de occasionrubriek en een jaar later ook in bezit van een racelicentie. Twintig jaar bij een werkgever, het is iets dat niet meer van deze tijd lijkt maar sowieso is het werk door de jaren heen zo vaak veranderd dat je bijna geen jaar hetzelfde doet qua werk. En de veranderingen in autoland gaan momenteel sneller dan ooit, dus ook dat maakt de werkzaamheden anders. Sinds 2021 naast chef redactie ook coordinator online.