Licht uit
Eerder dit jaar besloot Rijkswaterstaat op vele delen van de snelweg het licht uit te doen. Na de vele symbolische milieumaatregelen die er komen vanuit Den Haag, vond ik dit er nu eens eentje waar geen speld tussen te krijgen is. Je bespaart er een massa elektriciteit mee en de vogeltjes en andere beestjes in de buurt van de weg, kunnen een stuk rustiger slapen. De natuur en de staatskas zijn er mee gebaat.
Maar helaas heeft het niet zo mogen zijn. Een paar maanden na de invoering, wordt de maatregel al weer gedeeltelijk teruggedraaid. In plaats van om 21.00 uur, gaat het licht in deze donkere dagen om 23.00 uur uit. Want pas na die tijd is het echt rustig genoeg om het licht uit te doen. Veel automobilisten hebben geklaagd dat ze zich onveilig voelden op de donkere snelweg. Maar extra ongelukken zijn niet gerapporteerd.
Was het niet verstandiger geweest om de mensen gewoon te laten wennen aan een donkere snelweg? Als je in het buitenland rijdt, zie je dat het geen enkel probleem hoeft te zijn. Ligt het aan mij of is de Nederlandse automobilist gewoon een beetje angstig aangelegd? Gewoon rechtdoor lukt nog net, maar o wee als er een bocht in de weg zit. Dan hangt iedereen vol op de rem om vervolgens op begrafenistempo door de bocht te gaan. Invoegen, inhalen en ritsen; ook altijd supermoeilijk. De nieuwe maximumsnelheid van 130 km/h is ook iets waar mensen maar moeilijk aan wennen. Zie maar eens hoe veel er nog (ver) onder die snelheid blijven rijden.
En nu dus de donkere snelwegen die eng zijn. Het past wel in het plaatje van de Nederlander die zich graag laat bemoederen door de overheid. Gauw het licht maar weer aan dus. Jammer dat iedereen de mond vol heeft over luchtvervuiling en men over elkaar heen buitelt om in het kader daarvan de meest zinloze maatregelen te nemen. Maar van lichtvervuiling heeft kennelijk nog nooit iemand gehoord…

Nic De Boer
Autojournalist
Al van jongs af aan ben ik autogek en verslind ik autoblaadjes. Ik wist dus ook al vroeg wat ik wilde worden: het werken bij een titel als AutoWeek lag voor de hand. Mijn eerste klus bij AutoWeek was het bemensen van de nieuwsdesk. Saillant detail: het allereerste bericht dat ik ooit schreef, was de aankondiging van de prijzen van de CityRover – een auto die achteraf nooit is gekomen. Toch was het helemaal in mijn straatje want ik heb een voorkeur voor auto’s die buiten het normale vallen en een bijzonder verhaal hebben. Sinds enige jaren ben ik occasionredacteur en werp ik mijn op als Beschermheer van de Roestplek. Moderne auto’s vind ik weldegelijk interessant maar een auto die al een tijdje ‘geleefd’ heeft, zegt me een stuk meer. Mijn eerste auto was een Citroën ID19B uit 1969. De nieuwste auto die ik ooit kocht, is uit 2002 en de kans is maar heel klein dat ik ooit een auto van later datum aanschaf.