Indians!
Dieven stelen alles, ook kentekenplaten. Mij overkwam het in Nevada met de Chevrolet die ik 's avonds nota bene voor de deur van mijn motelkamer had geparkeerd. De volgende ochtend: weg platen. Wat doe je? Driemaal slikken, politie bellen en geduld betrachten – het dichtstbijzijnde politiebureau blijkt veertig kilometer verder. Na een uur wachten arriveren de twee welgedane koddebeiers die de zaak in behandeling zullen nemen.
Het zijn aardige mannen, maar doorgewinterde racisten. Na een rondje om de Chevy is de diagnose rap gesteld: 'Indians.' Natuurlijk. Blanken doen zoiets niet, het indianenreservaat begint aan de overkant van de rivier en aangezien ons soort mensen deze dorre hete uithoek mijdt als een besmettelijke ziekte, moeten het roodhuiden zijn geweest. Zo simpel kan logica zijn.
De huidskleur van de daders laat me koud. Of ze nu wit, rood, geel of zwart waren - ik haat ze. Het is hun schuld dat we met twee Archie Bunkers in een lousy restaurant boven de home made pie despotisch lange formulieren zitten in te vullen, terwijl we allang in een koel stuwmeer hadden kunnen spartelen. Wat me van die dag is bijgebleven is het gekmakende gevoel dat iemand aan je spullen heeft gezeten.
Daarom begrijp ik heel goed dat vriend L. buiten zichzelf raakt als hem hetzelfde overkomt in Amsterdam-Zuid, uitgerekend de dag voordat hij met zijn BMW naar Frankrijk zal vertrekken. En denk niet dat hier qua slachtofferhulp alles beter is. De politie, die hem op het bureau naar goed Nederlands gebruik te woord staat alsof hij zelf de dief is en niet genegen lijkt zijn aangifte ter hand te nemen (hier moet je je, anders dan in de VS, op z'n minst Heel Erg Gekwetst zijn om gehoor te vinden), meldt op voorhand dat hij naar ander vakantievervoer zal moeten uitzien. Thuis belt zijn lieftallige gade met haar mooiste dictie een politiemeldpunt dat bij de gratie gods bereid is wel van dienst te zijn. Is L., alle beetjes helpen, tenminste verlost van de zorg dat een nachtelijke ramkraak met zijn platen hem ten laste wordt gelegd. Naar Frankrijk gaan ze dan in godsnaam maar met haar aircoloze Peugeot, met dank aan het tuig. Na terugkeer vindt L. op de deurmat een dikke map vol smakelijke voorlichting over wat de smeris verder voor de mensheid kan betekenen. Toch hebben de blauwe petten tussen de bedrijven door ditmaal wel echt hun werk gedaan. Met zijn bescheiden kan L. zich melden bij de kentekenboer, die hem terstond aan nieuwe platen helpt – met hetzelfde kenteken, maar dan met een 1 erop. Mijn vriend fronst terecht de wenkbrauwen. Op zijn bezorgde vraag wat er gebeurt als de dief met zijn kenteken wordt geflitst, laat Veendam weten dat hij dan in principe aansprakelijk is, tot hij zijn onschuld heeft bewezen. Heerlijk land.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.