Het nieuwe lenen
Private lease: voor een schappelijk maandbedrag een kleine, nieuwe auto. Toen de 306 ons keer op keer tot wanhoop dreef, hebben we het ernstig overwogen. Op papier lijkt het dé oplossing voor spijtoptanten die gesloopt zijn door hun afgedraaide derdehands.
Is het dat? Met de rekenmachine in de aanslag namen we het aanbod door. Hyundai heeft een Alles-in-1-pakket voor de fantastische i10. Onderhoud, verzekering, pechhulp, wegenbelasting, rente en afschrijving zijn voor 249 euro per maand inbegrepen, alleen de brandstof komt voor eigen rekening. De looptijd is vijf jaar en in het contract is een limiet van 12.000 kilometer per jaar opgenomen.
Met dit maandtarief kom je op 2.988 euro per jaar. Dat maakt, maal vijf, 14.940 euro voor de volle looptijd. Let op; voor die 249 euro heb je een i10 iDrive zonder airco, voor de duurdere i-Motion mèt vraagt Hyundai per maand 20 euro meer. Dat is maal zestig 1.200 euro, wat het totaalbedrag op 16.140 euro brengt. Het is viereneenhalf meer dan de i-Motion nieuw kost, 11.795 euro.
De privékoop is natuurlijk wel exclusief verzekering (sterk afhankelijk van je no-claim), wegenbelasting (zeg circa 2.700 voor vijf jaar) en het onderhoud – al zal dat gezien de vijf jaar garantie, een onderhoudsinterval van 20.000 kilometer en het niet bandenvretende karakter van de auto meevallen. De total cost of ownership van een privé-auto en de Hyundai-propositie ontlopen elkaar in absolute bedragen niettemin zo weinig dat leasen echt een goed alternatief lijkt.
Het addertje: je krijgt niks terug. Een vijf jaar oude, volgens het boekje onderhouden Hyundai met 60.000 op de teller is als alle bijdetijdse kleintjes nog een redelijk bedrag waard dat de leasemaatschappij in zijn zak steekt. Bovendien zou ik me door dat kilometermaximum toch geknecht voelen. De i10 is geen lousy rammelhokje waarmee je snelwegen liever mijdt. Je rijdt er zo mee naar Frankrijk. Die vrijheid laat je je als blije rijder niet ontnemen.
We ontdekten dat het met iets meer armslag ook goedkoper kon. Een grote leasemaatschappij biedt voor 225 euro per maand een vijfdeurs Volkswagen Take Up aan met 60 pk, airconditioning, radio-cd en stoelen met Bekleding Dots, hoera. Wederom op brandstof na inclusief alles. 'Voordeliger dan zelf kopen', claimt de aanbieder. Zou het?
Voor de Up teken je een driejarig contract met een maximaal jaarkilometrage van 15.000 dat je tegen bijbetaling van 0,05 eurocent per kilometer mag overschrijden. Voor een vijfdeurs Take Up met 60 pk en de genoemde opties betaal je inclusief afleveringskosten rond de tien. Drie jaar in de lease kost hij je 8.100 euro.
Dat lijkt inderdaad goedkoper, en net als bij Hyundai wordt dat gat nog groter door de overige kosten bij de zelf gefinancierde nieuwprijs op te tellen. Maar weer zie je bij de eindstreep geen cent terug voor een courante Up met zo'n bescheiden kilometerstand dat er, hoewel niets zeker is, nog zeker anderhalve ton probleemloos rijden in het vat zou moeten zitten. Wat zou je als eigenaar ervan weerhouden dat te doen? Wie goedkoop kiest wil het onderste uit de kan, nietwaar?
Iets in mij verzet zich bokkig tegen de formule. Dit is het nieuwe lenen dat we volgens economen juist moesten beteugelen. Ik zou sparen.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.