Het eeuwige leven
Pak ik naar Amsterdam alweer de Saab, terwijl ik me nog zo had voorgenomen het rode sterrenspul in de garage uit te laten. Hij staat nu eenmaal voor het grijpen, en hij doet het zo goed dat ik in tien maanden fluitend 11.000 kilometer aflegde. Huidige kilometerstand: 279.500.
Voorzover ik weet heb ik nog nooit een auto met zo veel kilometers voor de deur gehad. En nooit zo'n goedkope. Van de niet smetteloze reputatie die de 900 NG aankleeft, is me niets gebleken. Zijn stigma lijkt een urban myth als vele andere.
Hij leert je relativeren. Met zo'n aanschafprijs – hij was een stuk voordeliger dan m'n nieuwe Macbook Pro– ga je niet moeilijk doen over een kleinigheid. Een inwijdingsbeurtje voor de achterstallige dingetjes kostte me vorig jaar iets van 270, de grote beurt plus apk in mei 455, maar voor dat geld kreeg ik er wel twee nieuwe schijven bij. O ja, op internet kochten we voor veertig euro nieuwe zonnekleppen. De laatste tussenstand, peildatum 11 juni 2012: zeventien jaar oud, niet moeders mooiste, handelswaarde nul, technisch kerngezond. De grootste kwaliteit van deze auto vind je in de pechstatistieken nergens terug: zijn levensduur.
Die interesseert niemand. Zo denken kopers niet. Terwijl 'verduurzaming' tot geloofsartikel wordt gehyped, blijft de consumptiemaatschappij één grote afvalberg. Dit land had Marktplaats moeten heten. De crisis is onze schuld. Onze kostbaarste bezittingen gaan als wegwerpartikelen van de hand. Bij de dealer ruilen we om de drie of vier jaar met massieve verliezen onze auto's in, minder dan vroeger, maar met dezelfde drogreden als toen; tijd voor een nieuwe. Zie wat de gemiddelde dealer aan jong gebruikt op voorraad heeft, roestvrij, dagvers, net ingereden. De consument is blijven steken in het idee-fixe dat voor een inruiler een ton de max is. Met meer is-ie niks meer waard, en krijg je kosten. Ja, in de jaren tachtig, in het roesttijdperk. Dat is voorbij. Wat je zorgzaam koestert heeft het eeuwige leven.
Praktijk
Als Saab-rijder breng ik die les in de praktijk. Met een schurftige 900 die ik als nostalgisch tussendoortje kocht ben ik zo vergroeid geraakt dat ik hem niet meer los kan laten. Waarom zou ik, zolang de motor zo mooi loopt, de airco blijft werken en het verbruik met 1 op 12 zo netjes blijft? Ik vrees dat ik met de verweerde Zweed vrij moeiteloos vier ton ga halen.
Toch heeft hij, onthul ik eerlijkheidshalve, recentelijk een paar dagen op marktplaats gestaan. Het kriebelen was weer begonnen. We dachten aan een vierdeurs 9-3 of misschien toch een 900 Classic. Na drie beledigende biedingen zei E.: ik heb geen zin meer in die aasgieren, hij blijft. Wat waren we het roerend eens die dag. Voor de paar mille die ik zou kunnen investeren in een nieuwer exemplaar rijd ik niet comfortabeler, niet stiller, en niet zuiniger. Wel representatiever, met de voetnoot dat mijn Saab niks hoeft te representeren - niemand ziet je staan. Het gezonde verstand heeft ons tot elkaar veroordeeld. Ik wens meer mensen zo'n fijn huwelijk toe. Probeer 'm eens, die goeie ouwe 900. Op marktplaats nu te koop voor ver onder de duizend. Met een beetje zoeken vind je vast een mooie. Zou trouwens een aardig experiment zijn: tien Autoweek-lezers kopen voor maximaal 750 euro zo'n Zweeds brik met een kilometerstand van rond de drie ton. Kijken we over een jaar hoe de auto's zich gehouden hebben. Meten is weten.
En nu naar Mokum, op naar de 280.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.
