Haters en fanboys
Opkomst EV zorgt voor twee kampen
De opkomst van de elektrische auto zorgt voor verschillende activisten.
Er zijn de tegenstanders, die elektrisch rijden totaal niet zien zitten. “Emotieloze auto’s, geen echte auto’s, saaie hokken die alleen maar worden gereden omdat het fiscaal gezien aantrekkelijk is”, vindt men. De afgelopen tien jaar is me wel opgevallen dat veel tegenstanders inmiddels zijn bijgedraaid (ook in de wereld der autojournalisten), al dan niet nadat ze hebben kennisgemaakt met de techniek en modellen van nu.
Evengoed zijn er nog steeds haters, die vinden dat we geen elektrische auto’s mogen testen omdat ze niets met autopassie te maken hebben. Of ze ageren tegen de accu’s die ‘zo vervuilend” zijn (ondanks de goede recyclingprogramma’s) en de grondstoffenwinning van zaken als kobalt en lithium met alle mensenrechtenschendingen die paar mee gepaard gaan. Zonder daar iets aan af te doen, heb ik de indruk dat diezelfde mensen zich niet zo druk maken over wat de oliewinning wereldwijd voor ellende veroorzaakt heeft, van politiek onwenselijke situaties tot grove milieuschade. Een beetje hypocriet om je daar bij de elektroauto wél ineens zorgen over te maken. Het zijn vermoeiende achterhoedelopers die denken dat de elektroauto nooit een grote rol zal spelen en dat de auto als hobby ten dode is opgeschreven.
Aan de andere kant van het spectrum heb je de elektro-fanboys. Die zijn nog veel erger dan de haters. Ze geloven heilig in de elektrische missie en denken dan Nederland over vijf jaar alleen nog maar EV’s kent. Wie meent van niet (zoals ik) is een zuurpruim die niet mee wil in de nieuwe wereld en zeker paarden beter vond dan auto’s. AutoWeek mag van deze hardcore elektrofreaks eigenlijk geen auto’s met brandstofmotor meer testen (en al helemaal geen diesels!) want daarmee helpen we de wereld naar de gallemiezen. Na een vrij enthousiast verhaal over de Tesla Model 3 van mij, zien ze wel dat “zelfs AutoWeek eindelijk om is”. “Om”? Hoezo “om”? Zelf reed ik begin 2009 als eerste Nederlandse journalist met de zowel Tesla Roadster als eind 2009 met de Tesla Roadster Sport. Een jaar later, oktober 2010, ging ik op pad met de eerste generatie Nissan Leaf. Allemaal auto’s waar ik vrij enthousiast over was, met uiteraard de nadelen van prijs (Tesla) en 100 km range (Nissan) in het achterhoofd. Veel journalisten van algemene media vragen het ook als wij ergens als expert optreden. “Zijn jullie al om?” Nee we zijn niet “om”. We behandelen elektrische auto’s als elke andere auto, een nieuwe optie voor de aandrijving, naast benzine, diesel, LPG, CNG, en (extreem beperkt) waterstof. En we zien de groei, maar zien ook dat we nog een lange weg te gaan hebben. Sowieso omdat EV’s extreem duur zijn. “Maar kijk naar smartphones”, zeggen de fanboys. Nokia vond de iPhone ook maar niets en kijk waar ze nu zijn. Een vergelijking die niet op gaat. Smartphones gaan veel minder lang mee dan auto’s, zodat je zeer snel een complete vervanging hebt van alle smartphones in Nederland. De gemiddelde(!) leeftijd van een auto in Nederland is 11 jaar oud. We hebben 8,5 miljoen auto’s, waarvan nu zo’n 50.000 stuks elektrisch. Met ruwweg 450.000 nieuwe auto’s per jaar (waarvan in 2019 zo’n 7-8 procent elektrisch zal zijn) snapt iedereen die kan rekenen dat zelfs als het al lukt om de nieuwverkoop in 2030 full EV te hebben het wagenpark dan nog een lange weg te gaan heeft. Nou ja, bijna iedereen. Toen de voorzitter van RAI Vereniging dit bij Pauw trachtte uit te leggen aan Amsterdamse wethouders Sharon Dijksma – die denkt dat in 2030 iedereen in daar wel een EV kan hebben– gaf zij aan dat Seat met een “zeer betaalbare kleine elektrische komt” dus dat het allemaal wel lukt. Dat over die kleine elektrische auto klopt, betaalbaar betekent een prijs die met veel goede hoop net onder de € 30.000 ligt. Dat zijn nog geen Aygo-prijzen. Oh en die € 30.000 is met BPM-vrijstelling, anders was hij € 41.000. Duur? Geen nood, mogelijk biedt Amsterdam je korting op je parkeervergunning...

Roy Kleijwegt
Autojournalist
Roy Kleijwegt (1981) heeft Journalistiek gestudeerd en liep in 2004 bij AutoWeek stage. Hij werkte daarna een aantal jaar bij het vakblad Automotive maar keerde hij in 2008 terug bij AutoWeek als testredacteur en politiek expert. Hij houdt van supercars en lichte sportwagens, van moderne auto's met coole gadgets en de mensen achter bijzondere automerken. Waar velen de opkomst van EV’s zien als een ramp, vindt Roy de transitie bijzonder interessant. Evengoed zijn zijn favoriete auto’s hoogtoerig en atmosferisch: hij moest een traan laten tijden het testen van een Ferrari 812 Superfast. Roy heeft weinig met klassiekers, hoewel de liefde voor youngtimers groeit nu hij ouder wordt. Hij reed in zijn vrije tijd op z'n Kosmic Rotax kart maar die is door tijdgebrek verkocht. In zijn vrije tijd geniet hij van sporten, poker en zijn gezin. Roy heeft veel interesse in BPM-wetgeving en andere politieke zaken en probeert op dat vlak de mopperende Nederlander uit te leggen hoe dingen werken. Voor zijn eigen deur staat een Tesla Model 3.