Handsfree bellen: ja of nee
Heeft u ze al gezien? De nieuwe borden om handfree bellen te ontmoedigen. "Bellen? Hou't kort. Daar kan je mee thuiskomen." Ik krijg er de kriebels van. Dat mobiel bellen ontmoedigd wordt, daar kan ik inkomen. Je weet het soms al voordat de automobilist in beeld komt. Een linksplakker die remt bijvoorbeeld. Of iemand die zichzelf klemrijdt achter een vrachtwagen terwijl er ruimte genoeg was om naar links te gaan. Of hij is dronken, of hij heeft zijn telefoon aan zijn oor. Meestal blijkt het tweede het geval. Maar de volgende stap is daar: handsfree bellen, liever ook niet. Want bellen leidt hoe dan ook af, vinden de officiële instanties. Dus als je belt, houd 't kort.
Pffff. Als ik bel, bel ik lang. Ideaal in de auto, want je hebt toch niets anders te doen. Prima bluetooth installaties tegenwoordig, dus lang babbelen maar. Of nou ja, lang... Ik ben meer van de korte gesprekken, maar in ruil voer ik er dan een hele hoop achter elkaar. Da's ook lang bellen. Eenmaal op de plaats van bestemming heb je dan lekker veel geregeld. Onlangs was het 's avonds rond 23.30 uur en ik reed door de stad waar ik ben opgegroeid. Door het tijdstip was het overal leeg op de weg. En ik was aan het bellen. Braaf handsfree. Een vermakelijk doch indringend gesprek. Ik naderde een bekend kruispunt, waar de lichten op knipperend oranje stonden. Ik reed daardoor op een voorrangsweg. Al pratend minder ik iets vaart, kijk goed links en rechts, schat de situatie in, alles safe? Prima en door. FLITS. Als een bliksemschicht word ik verlicht en nog voor dat tweede flits (achterbanden) is geweest weet ik het al. Flitspaal. Een indexpaal. Natuurlijk. Nee, het was uiteraard geen rood. Maar ik reed wel harder dan de toegestane 50 km/h. Ik denk 60-65 op de teller. Geen geheime flitspaal, ik ken hem al vanaf mijn 8e ofzo. Ben er letterlijk duizenden keren boetevrij langsgereden. Hoe stom kan je zijn? Bellen leidt wel degelijk af. Ook handsfree. Ik ga er niet mee stoppen, maar de boete die komen gaat geeft me wel iets om over na te denken.

Roy Kleijwegt
Autojournalist
Roy Kleijwegt (1981) heeft Journalistiek gestudeerd en liep in 2004 bij AutoWeek stage. Hij werkte daarna een aantal jaar bij het vakblad Automotive maar keerde hij in 2008 terug bij AutoWeek als testredacteur en politiek expert. Hij houdt van supercars en lichte sportwagens, van moderne auto's met coole gadgets en de mensen achter bijzondere automerken. Waar velen de opkomst van EV’s zien als een ramp, vindt Roy de transitie bijzonder interessant. Evengoed zijn zijn favoriete auto’s hoogtoerig en atmosferisch: hij moest een traan laten tijden het testen van een Ferrari 812 Superfast. Roy heeft weinig met klassiekers, hoewel de liefde voor youngtimers groeit nu hij ouder wordt. Hij reed in zijn vrije tijd op z'n Kosmic Rotax kart maar die is door tijdgebrek verkocht. In zijn vrije tijd geniet hij van sporten, poker en zijn gezin. Roy heeft veel interesse in BPM-wetgeving en andere politieke zaken en probeert op dat vlak de mopperende Nederlander uit te leggen hoe dingen werken. Voor zijn eigen deur staat een Tesla Model 3.