Weblog Bas - 'Geen EV smaakt zo verrukkelijk als de Alfa Giulia'
Een orgie van geluk

Ik besloot de Alfa Romeo Tonale niet te testen. Sorry Alfa, maar ik ga niet in een SUV van jullie afscheid nemen. Juist uit eerbied voor het merk dat ik het stekkertijdperk niet zie overleven, simpelweg omdat een Alfa meer dan welk merk ook niet zonder geluid kan. Om diezelfde reden nam ik de kans om voor het laatst met de bijgepunte Giulia te rijden uiteraard wél met beide handen aan. Ik herinner me de eerste confrontatie met die auto als de dag van gisteren. Alles wat ik leuk aan autorijden vond werd in de Giulia een orgie van geluk.
Ik begrijp de vragen. Waarom zou je nog, helemaal als je ziet wat met de bpm-toeslagen van vandaag het geintje kost. Vanaf 65 mille, doorlopend tot 76 voor een Competizione, om over de 130 mille voor een Quadrifoglio maar te zwijgen. Het duizelt je als je ziet wat je voor minder of hetzelfde geld aan leuks koopt. Is het niet gewoon te laat voor powersedans met verbrandingsmotor?
Dat hangt er helemaal van af hoe je naar de verhouding tussen rendement en kosten aankijkt. Duitsland heeft met een geitepaadje voor e-fuels net een interessante streep getrokken door het Europese voornemen de verkoop van nieuwe auto’s met verbrandingsmotor vanaf 2035 te verbieden. Ook in het oorspronkelijke voorstel was een tweedehands Giulia trouwens door de mazen van de wet gescheurd, zodat de Alfamens nog vele jaren lol kan hebben van zijn Alfa. Als hij/zij/they/them de afschrijving over die eeuwigheid weet uit te smeren is er - hoge onderhouds- en brandstofkosten daargelaten, maar die was hij gewend - eigenlijk niets aan de hand en is zo’n auto voor de echte liefhebbers zelfs nu geen destructieve investering. Sterker nog, tegen de Alfisti zeg ik na mijn kennismaking met het discreet vernieuwde apparaat: Doe het, mensen. Het is jullie laatste kans op een echte auto, en het wordt onvergetelijk.
Voor ik instapte nam ik een besluit. Ik wilde me nog één keer Alfarijder voelen. Dus ik maakte nog één lange Alfarit alsof het 1978 was, alsof er nog geen flitspalen en trajectcontroles bestonden en de auto een Alfetta of een GTV was, een echte. Zo scheurde ik zaterdag van Groningen naar Rotterdam en terug, 248 kilometer heen en 248 kilometer terug.
In het diepst van mijn ziel gierde de twijfel of het na al die verpletterende elektrische supersprints zo leuk kon worden als ik hoopte. Ik weet beter dan me lief is hoe traag mijn eigen auto’s met benzineblokken aanvoelen na een testweek stekkeren. Wat kon een tweeliter benzinemotor met 280 pk inbrengen tegen de elektrische overmacht van een Tesla Model 3 Performance of een BMW i4 M50? Uit frustratie hoopte ik misschien onrealistisch hevig op een wonder. In veel EV’s geniet ik van het comfort en de stilte, maar zelden van het rijden, behalve in een enkele BMW, waaronder mijn eigen i3. Het stuurt allemaal even kunstmatig, het klinkt nergens naar, ik haat de nepgeluiden die die krengen maken; de acceleratie is geen enerverende versnelling maar de abstracte flits van toestand nul naar toestand honderd. Voor mij zijn die superieure A- naar B-machines eigenlijk geen auto’s meer. Emotioneel gesproken, en het heeft me een hoop tijd gekost dat toe te geven, blijf ik petrolhead. Als ik gas geef, wil ik iets horen. Zoals je in een goed gesprek graag een echt antwoord op een vraag krijgt. Die dialoog ontbreekt in een EV volledig, sorry.
In de Giulia Competizione wist ik vanaf het eerste klaverblad; ja, jij gaat mij diep gelukkig maken. Het geluid mag best iets heftiger, maar zo hard, strak en neutraal gaan weinig auto’s door een bocht en dat heerlijke contact tussen bestuurder en techniek blijft een sensatie. Na die eerste bocht nam ik alle bochten twee keer zo snel als in mijn oude Volvo. Rechtuit deed hij het ook best aardig; in het holst van de nacht reed ik Rotterdam – Groningen in twee uur.
Met de hand op mijn hart: het aantal auto’s waarmee ik afgelopen jaren zo intens contact had is op de vingers van één hand te tellen, en volledig elektrisch waren ze nooit. Geen EV smaakt zo verrukkelijk. Wat een gruwelijke conclusie voor de liefhebber, die ik derhalve op het hart moet drukken om zo spoedig mogelijk een spaarvarken te mesten voor een laatste Giulia. Wow.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.
Lees ook

Lewis Hamilton gelooft weer in strijd met Red Bull

KG Mobility Tivoli: vernieuwde SsangYong is een beetje van beide

'Brandstofprijzen deze maand al omhoog vóór accijnsverhoging'

Nóg een nieuw Chinees merk naar Nederland: Omoda van Chery

Faraday Future FF 91: net zo duur als Lamborghini Huracán
