Espace forever
Ik zie de geërgerde blik van de Duitser nog voor me. Onze Oosterburen vinden het sowieso al niet leuk om door Hollanders ingehaald te worden op hun Autobahn, laat staan als het een Renault Espace betreft die jou effe te kakken zet met je bepaald niet misselijke Mercedes E-klasse. Ik moest er opeens aan denken, bij het zien van de vernieuwingen voor de Renault Espace. 10 jaar oud, en hij moet nog een paar jaar mee! Samen met collega Michiel Willebrands was ik op weg naar de redactie, na een bezoek aan de IAA van Frankfurt 2003. In een 200-plus-bocht haalden we de Benz in de buitenbocht in. Jawel, in een lel van een mpv. Dat kon toen nog. Want Renault hing destijds net zo makkelijk een 3.5 V6 in een familietransporter als tegenwoordig fabrikanten een driepittertje in een compacte middenklasser. Je lachte je rot met zo'n megavette Espace. 240 op de klok zien staan terwijl je je in een rijdende broeikas waant. En het lag best goed ook. Een jaar ervoor beleefde ik al net zo veel Autobahnlol in de Franse superbus, met 6 man in een Grand Espace 3.0 dCi in 7 uur naar de Oostenrijkse piste.
Voor zover je iets met een fullsize-mpv kunt hebben, dan heb ik het wel met de grote Renault. Het is een uitstervend ras als je het mij vraagt, die grote mpv's. Auto's als de Zafira of de S-Max zijn net wat minder lomp maar niet heel veel minder praktisch, maar de Espace die mag nog tot in lengte van dagen blijven. Niet alleen vanwege de goede herinneringen die ik persoonlijk aan de gigant koester maar ook omdat het de moeder aller mpv's is.

Stephan Vermeulen
Coördinator Tests
Na 20 jaar bij AutoWeek zo’n beetje alles wel gedaan en meegemaakt. Sinds 2012 chef redactie maar streeft er nog altijd naar om tien procent van zijn werk te laten bestaan uit bezigheden met auto’s zelf. Da’s tenslotte toch de reden dat -ie dit werk is gaan doen. Passie voor auto’s van kleins af aan, spelde op zijn twaalfde testjaarboeken, kocht de eerste AutoWeek een paar dagen voor zijn dertiende verjaardag van zijn zakgeld. Jawel, dat ene nummer dat in januari 1990 voor een gulden in de winkel lag. De oorzaak van dat velen nog denken dat AutoWeek de eerste jaren altijd een gulden kostte, maar op de tweede stond toch echt een prijs van Hfl. 1,95! Dat hij twaalf jaar later zelf in dienst zou treden bij het autoblad had hij nooit gedacht. Na de middelbare school bracht de opleiding HEAO-economisch linguistisch, zeg maar een soort CE met extra aandacht voor vreemde talen, hem bij de BMW-importeur, en later die van Opel. Een carrière in de autobranche was het beoogde pad, maar het liep anders. Eind 1999 zocht een journalistiek bureau een autoredacteur, en zo kwam hij terecht in de autojournalistiek. Iets meer dan twee jaar later was daar de overstap naar AutoWeek. Tests, nieuws, bijdrages aan de occasionrubriek en een jaar later ook in bezit van een racelicentie. Twintig jaar bij een werkgever, het is iets dat niet meer van deze tijd lijkt maar sowieso is het werk door de jaren heen zo vaak veranderd dat je bijna geen jaar hetzelfde doet qua werk. En de veranderingen in autoland gaan momenteel sneller dan ooit, dus ook dat maakt de werkzaamheden anders. Sinds 2021 naast chef redactie ook coordinator online.