Er läuft und läuft und läuft
De Passat VR6 Exklusiv, jaargang 1995, moet weer op voor de apk. Daarvoor gaan we naar Friesland, naar vriend Hessel. Ik verwacht geen drama's. De waterpomp van drie maanden geleden, een bekend VR6-probleem naar ik begreep, zag ik na meer dan 40.000 kilometer zorgeloze kilometers samen door de vingers. En vorig jaar staakte de schakelaar voor de achterruitverwarming, klus van niks. Verder mankeert hij nooit iets. De zespitter loopt als een naaimachine.
Wederom maakt het VW'tje het vertrouwen meer dan waar. Remslangen en een handremkabel, meer hebben ze niet kunnen vinden. Tot volgend jaar, ik wist het wel. Op de terugweg trakteer ik hem op een extra stevige rit. Vindt hij heerlijk. Hoor ze na 182.000 kilometer bulderen, die 174 paarden – vers van het mes. Je zou hem met zijn duffe voorkomen geen cent geven, maar tijdens onze wittebroodsweken zette de lichtgewicht, geen 1300 kilo, in Duitsland moeiteloos 230 op de teller. De ultieme wolf in schaapskleren, dit ontwerp van de vergeten Duitser met de toepasselijke naam Herbert Schäfer. Stiekem heb ik een unieke auto.
Hij is volledig afgeschreven en verkeert in alle eerlijkheid niet echt meer in concoursstaat. Het velours van de bestuurdersstoel vertoont wat ouderdomsplooitjes, het hemeltje begint te hangen. Dat laat ik zitten tot het link wordt, maar dat heeft nog wel even. De kleine krasjes die hij overhield aan vele nachten overblijven op parkeerplaatsen van importeurs heb ik geaccepteerd. De strijd tegen de slijt wordt een gevecht tegen de bierkaai.
Ik neem hem dus zoals hij is. Het is mooi wel mijn trouwe, fijne metgezel. Zo waren auto's van dit merk altijd bedoeld, geloof ik.
Hoe komt het toch dat hij zo goed blijft? Een doorgaans kalme rijstijl en goed onderhoud verklaren veel, maar de clou zit in de bouwfilosofie. Zoals ik garagisten vaak hoor zeggen: auto's uit de eerste helft van de jaren negentig zijn het minst storingsgevoelig. Het recept is helemaal niet zo moeilijk. De hysterische innovatiekoorts van onze dagen was ver weg. Men nam geen risico's, men hield het bij het degelijke vakwerk. Bewezen techniek, geen elektronische avonturen, degelijke bouwkwaliteit, geen uitgeperste downsizeblokken, een motor die nooit op de tenen hoeft te staan.
Die oerconservatieve en oer-Duitse kernwaarden geven mijn Passat, saai maar onverzettelijk, het eeuwige leven; er läuft und läuft und läuft. Wat ze ook misdaan hebben, eens kenden de Duitsers het geheim van de onverwoestbaarheid.
Ik ben trots op hem.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.