Een paar jaartjes erbij voor de V50!
Als ik er een zie rijden, en dat gebeurt gelukkig meerdere keren per dag, geniet ik ervan. Wat is de Volvo V50 toch een mooie, tijdloze stationwagon. Vanaf zijn aantreden in het voorjaar van 2004 ben ik er fan van. Die stompe neus, de lichte welvingen in de achterschermen en de lekkere achterkant. Je vergeeft 't 'm gewoon dat –ie vanbinnen best krap is. Wat wil je, met een bodemplaat die van de Ford Focus stamt. Dat het daarmee feitelijk een compacte middenklasser met kapsones is, heeft 'm qua verkopen nooit gehinderd. De eerste die ik reed was een vette T5. Snel, lekkere vijfcilinder, maar goede herinneringen koester ik ook aan de 2.0D. Een heerlijk smeuïg dieselblok van PSA en met de krachtigste viercilinder zelfontbrander is zo'n V50 nog serieus snel ook. Misschien wel de lekkerste V50 die ik ooit een week tot mijn beschikking had, was de D5 met handbak. Onderin veel soepeler dan de geblazen vijfcilinder benzine. We praten over lang vervlogen tijden waarin we nog over veel koppel en pk's schreven in plaats van over minder bijtellen en CO2-uitstoot.
Zie je een V50 van twee jaar of minder oud rijden dan is het doorgaans een bescheiden 1.6 diesel, of D2 moet ik eigenlijk schrijven. Een Drive, een auto die meelift op de 20 procent bijtellingshype. En ik moet zeggen, ook dan heb je gewoon een hele fijne auto. Omdat hij op zijn laatste benen loopt lekker compleet uitgerust en krachtig genoeg.
Maar dan komt straks de V40. De nieuwe vijfdeurs hatchback van Volvo. Samen met de komst van de V60, nu ruim een jaar geleden, betekent het dat de V50 met pensioen mag. Die twee überhippe V's moeten het wegvallen van de stationbroer van de S40 op kunnen vangen maar bij mij blijft er straks, wanneer hij uit productie gaat, ongetwijfeld iets knagen. Die twee nieuwkomers zijn wel erg gladde jongens, de V50 heeft nog iets robuusts over zich. En dat past zo goed bij Volvo. Misschien een idee om 'm à la Skoda Octavia Tour, nog een paar jaar als budget alternatief in productie te houden? Alleen als 2.0 benzine en 1.6 diesel, geen fratsen, geen ingewikkelde techniek, gewoon omdat het kan! Productieplek komt er vrij in Uddevalla, zodat de V50 een paar jaar aan zijn carrière vastplakt en zijn loopbaan als echte Zweed kan afsluiten in plaats van als halve Belg. Weet zeker dat ze 'm in Born ook met open armen ontvangen.

Stephan Vermeulen
Coördinator Tests
Na 20 jaar bij AutoWeek zo’n beetje alles wel gedaan en meegemaakt. Sinds 2012 chef redactie maar streeft er nog altijd naar om tien procent van zijn werk te laten bestaan uit bezigheden met auto’s zelf. Da’s tenslotte toch de reden dat -ie dit werk is gaan doen. Passie voor auto’s van kleins af aan, spelde op zijn twaalfde testjaarboeken, kocht de eerste AutoWeek een paar dagen voor zijn dertiende verjaardag van zijn zakgeld. Jawel, dat ene nummer dat in januari 1990 voor een gulden in de winkel lag. De oorzaak van dat velen nog denken dat AutoWeek de eerste jaren altijd een gulden kostte, maar op de tweede stond toch echt een prijs van Hfl. 1,95! Dat hij twaalf jaar later zelf in dienst zou treden bij het autoblad had hij nooit gedacht. Na de middelbare school bracht de opleiding HEAO-economisch linguistisch, zeg maar een soort CE met extra aandacht voor vreemde talen, hem bij de BMW-importeur, en later die van Opel. Een carrière in de autobranche was het beoogde pad, maar het liep anders. Eind 1999 zocht een journalistiek bureau een autoredacteur, en zo kwam hij terecht in de autojournalistiek. Iets meer dan twee jaar later was daar de overstap naar AutoWeek. Tests, nieuws, bijdrages aan de occasionrubriek en een jaar later ook in bezit van een racelicentie. Twintig jaar bij een werkgever, het is iets dat niet meer van deze tijd lijkt maar sowieso is het werk door de jaren heen zo vaak veranderd dat je bijna geen jaar hetzelfde doet qua werk. En de veranderingen in autoland gaan momenteel sneller dan ooit, dus ook dat maakt de werkzaamheden anders. Sinds 2021 naast chef redactie ook coordinator online.