Dealercrisis

Amerikaanse autodealer (Foto: AFP)

Iedereen weet dat het met autodealers slecht gaat. Iedereen weet hoe dat komt. Auto's zijn duur en als ze het niet zijn is de brandstof het wel. Het consumentenvertrouwen is nul. Mensen kopen meer kleintjes, waar de handel niks aan overhoudt. De marges worden kleiner, lees ik in het zoveelste bezorgde persbericht.

Een oorzaak die ik in de berichtgeving niet terugvond is de sfeer. Moet je de showrooms van de grote jongens kijken: Ware glaspaleizen zijn het soms. Voor een vijfsterrenambiance smijt de branche groot geld over de balk. Het fletse koffiehoekje van weleer is met salontafels en leren banken in een kostbare hotellobby veranderd. De espresso is echt. Zelfs de receptionist draagt een das, te bizar voor woorden in een wereld waar de olie van de muur moet druipen. Ga toch weg. Ik wil geen experience, ik wil een auto.

De eigentijdse dealervestiging is een RAI in het klein, met mannen in pakken die zo zenuwachtig worden van hun marges dat de botste boer de spanning in de tent voelt. Dat krijg je, als importeurs ter bewaking van de corporate identity voortdurend in de gaten houden of je gevel breed genoeg is en je verkopers wel de juiste pakken dragen.

Uit de grond van mijn hart zeg ik: in die toonzalen koop je geen auto.

Een auto koop je in een garage. Zo'n garage moet een soort winkel van Sinkel zijn, met voor elk wat wils. Een beetje slonzig mag best. Bij ons in Drenthe bestaan ze nog. De showroom is een uitgebouwde huiskamer. De baas staat je desnoods in overall te woord. Van stropdassen hebben ze nooit gehoord. Liefde voor de auto, verstand van zaken en een beetje gezelligheid: dat is wat je zoekt en dat is wat je krijgt. Je koopt er een tien jaar oud Golfje diesel, maar een nieuwe Citroën C4 Picasso regelen ze ook voor je, mocht je andermans verdriet als kiespijn kunnen missen.

Nog een klacht: veel dealers hebben geen collectie. Ze doen alleen in nieuw en jong gebruikt, het gekke ouwe spul wordt naar de handel afgestoten. Stom. Je raakt je liefhebbers kwijt. Een BMW-dealer vrolijkt zo op van een paar mooie oude 3- of 7-series, een Opelfiliaal wordt zoveel leuker als er op zijn tijd een goedgeconserveerde Commodore te koop staat. Nu heeft de youngtimerhandel die markt geannexeerd en met succes. De koffie mag er door de bank genomen niet zo goed zijn en net als overal is het ook daar niet alles goud wat er blinkt, de passie smaakt er beter dan de beste kitsch-ristretto van de IVA-jongens. Liever een oude loods dan groots maar doods.

Weg met de schone schijn van de blingblingdealer met zijn rode lopers en zijn piekfijne steriliteit. Ik pleit voor eerherstel van het garagegevoel.

Lezersreacties (45)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.