De zomer van '96

Jeroens zomer van '96
Veel mensen die ik ken hebben een project waaraan ze al jaren werken. Zo ook ikzelf. In mijn geval gaat het om een Wolseley Hornet uit 1967. Ik kocht het autootje in de zomer van 1996 in Zuid-Engeland; haalde 'm op met vrienden en nam me voor 'm in een jaar te restaureren. Fast forward 12 ½ jaar en de Wolseley nadert eindelijk het eindstation van het restauratieproces. Het liep allemaal net even anders.
Nu moest de auto vorige week naar de RDW voor een kentekenkeuring - na het ritje naar Nederland was hij nooit meer de weg op gegaan - en rezen er vragen bij de dienstdoende ambtenaren. Was dit wel dezelfde auto als degene die op de Engelse papieren stond? Chassisnummers stonden in 1967 nog op een plaatje dat op de auto werd gepopnageld. Daar kon enorm mee worden gesjoemeld en was als bewijs dus wat dunnetjes. Het kwam er op neer dat ik op zoek moest naar meerdere manieren om aan te tonen dat dit wel degelijk dezelfde auto was. Had ik de oude Engelse nummerplaten nog? Ja, die moesten nog wel ergens op zolder liggen. En had ik misschien ook oude foto's waarop de auto en diens kenteken duidelijk te zien was. Ook die moest ik nog ergens hebben liggen. Maar waar?
We zijn inmiddels een paar dagen verder en ik heb mijn halve leven aan me voorbij zien trekken op beeld. Foto's van auto's die ik heb gehad, foto's van ritten die ik heb gemaakt en van vrienden en kennissen die ik eigenlijk al vergeten was. Ook de foto's van de Wolseley kwamen na enige tijd boven water. En daarmee een bijzondere herinnering.
Opeens is het weer alsof ik met mijn vrienden J. en A., in mijn Mini de overtocht naar Engeland maak. Het moet augustus '96 zijn geweest en het was verzengend warm. Van het ophalen van de Wolseley maakten we een kleine vakantie en bezochten een paar tuinen die A. altijd al hadden willen zien. Daar was ze gek op. Maar we reden ook langs bij John Cooper die toen nog leefde en ons allerhartelijkst ontving. Toen we de Wolseley eenmaal op hadden gehaald stapten J. en A. in mijn Mini en ging ik er in de nieuwe aanwinst achteraan. Dat ging goed, totdat we op de M25 in een gruwelijke file terechtkwamen. Beide autootjes hadden koelproblemen en de Wolseley begon verschrikkelijk te horten en stoten. De ontsteking speelde op. Het werd van kwaad tot erger. We besloten 'm met de Mini de snelweg af te slepen en hulp te gaan zoeken. Het werd al avond. Al snel stopten we bij een benzinepomp waar een wat dikkige jongen ons te woord stond. Hij kon ons wel helpen, dacht 'ie, maar moest daarvoor eerst even bellen. Wij werden met koffie achtergelaten en hij ging een telefoongesprek aan. Even later kwam 'ie terug met de mededeling dat het voor elkaar was. De Wolseley konden we laten staan, die kon morgen worden gerepareerd. Intussen konden wij hem volgen. Hij had een slaapplaats.
Met zijn drieën in de Mini volgde we zijn Renault door het slingerende landschap totdat hij stilhield voor een kolossaal hekwerk. Er werd iets in een intercom geroepen en het ding ging zowaar open. De heuvelachtige oprijlaan die daarop volgde was minstens een kilometer lang en voerde langs weelderige rododendrons en machtige beuken. Het bleek om Bagshot Park te gaan, een onderkomen van de koningin waar zijn vader – een kolonel in het Britse leger – tijdelijk met de familie was ondergebracht. De kolonel droeg een grote snor, had rossig haar en was een autoliefhebber bovendien. Op het landgoed stonden een aantal cottages waarvan wij er eentje kregen toegewezen. Het huisje was niet ingericht, maar hij had legerbedden en -slaapzakken voor ons klaarliggen. Hij nodigde ons tevens uit aan tafel en na afloop van het diner kregen we een rondleiding door de tuin, inclusief meer, doolhof en Victoriaans zwembad. Bij het zien van de foto's herinnerde ik me opeens weer dat de lucht die avond vol had gezeten met vuurvliegjes.
De volgende dag ontbeten we in de tuin en brachten we de Wolseley naar een garagebedrijfje waar de ontsteking keurig werd afgesteld. De kolonel had een afspraak voor ons gemaakt. En hoe wij ook aandrongen – geen van de betrokkenen wilde ook maar iets van ons ontvangen. Dat zou als beledigend worden ervaren. We kochten uiteindelijk twee grote bossen bloemen en verlieten het landgoed zwaaiend.
Misschien dat ik deze zomer maar weer eens naar Zuid-Engeland ga. De Wolseley is er eindelijk klaar voor.

Lezersreacties (0)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.