De wraak van de Ladadealer
Eind jaren negentig van de vorige eeuw werkte ik als adviseur buitendienst voor de Bovag in het rayon Zuidoost-Nederland en bezocht ik dealerbedrijven, van de grootste ketens tot de kleinste papa-mamabedrijven. Boeiende tijden waren dat; je kunt een hoop zeggen over autoboeren, maar kleurrijk waren de meesten beslist.
Zo kreeg ik op een dag een telefoontje van een Ladadealer in Zulksel (fictieve naam), een piepklein Brabants dorp. Piet Meurs (fictieve naam) had een conflict met zijn importeur en hoopte dat ik zijn 'jarenlang onnodig betaalde' contributie eindelijk eens te gelde zou weten te maken.
Zo kwam het dat ik later die dag het erf van Autobedrijf Moers op reed. Gelukkig had ik mijn auto lang niet gewassen; de core business van Meurs was noch Lada's, noch de gebruikte brommobielen die in zijn showroom tussen de trekker en combines stonden ingekneld. Meurs VOF was vooral een landbouwmechanisatiebedrijf; geen groef in de Zulkselse klei of Piet had hem getrokken. Geen Zulkselse voederbiet die zonder Meurs Landbouwmechanisatie ooit daglicht te zien zou hebben gekregen.
Piet Meurs kwam me tegemoet, geflankeerd door een slonzige, maar goedmoedige labrador en nam met onverhuld wantrouwen mijn driedelig grijs van top tot teen op. "Ge bent van de Bovag, zeuntje?" Gelukkig sprak ik als geboren Brabander en getogen Limburger mijn talen beneden de rivieren.
Even later zat ik bij Piet aan de keukentafel, roerend in een plastic beker versnellingsbakolie. Piet deed met veel non-verbale taal zijn conflict met de importeur uit de doeken. Van de driehonderd Lada's die dat jaar in ons land waren verkocht, waren er bijna twintig via de Zulkselse showroom de wereld in gerold en nu weigerde de importeur hem korting te geven. Nou kende ik de importeur wel een beetje; een krap bemiddelde, maar zeer gedreven man, die zijn hele privévermogen had aangewend om het Russische merk te mogen vertegenwoordigen in ons land. Daardoor wist ik vrij zeker dat het niet zozeer niet willen, maar veel meer niet kunnen was. Ik probeerde dat aan Piet uit te leggen, maar die keek opnieuw misprijzend naar mijn pak, haalde luidruchtig zijn neus op en besloot met "Ik ken wel zeen uut welke hand de Bovag vreat." Kort daarop reed ik onverrichter zaken mijn bemodderde Seat de laan uit, waarbij me opviel dat op elke Zulkselse straathoek wel een Lada stond.
Ik vermoedde dat ik nooit meer wat van Piet Meurs zou horen, maar de volgende ochtend hing hij al aan de lijn. Hij had het zelf opgelost met de importeur, vertelde hij me tevreden. De avond na ons gesprek, tegen bedtijd, had Piet Meurs vier velletjes zwart papier met de korte kant aan elkaar geplakt, het faxnummer van de importeur ingetikt, de sliert A4 in de fax gedaan en, toen die eenmaal snorde, begin en uiteinde aan elkaar geplakt.
"Die heb gean papier of inkt maer euver," rochelde Piet zelfvoldaan in mijn oor. Ik grinnikte uit beleefdheid, maar dacht aan de importeur, die de hypotheek op zijn woning had moeten verhogen om een fax te kunnen betalen.
En Piet? Die ging weer de trekker op. Lada kopen? Na het oogstseizoen ziedt ge de eurste!

Frank Jacobs
Autojournalist
Studeerde Frans en automobiel management, maar wilde eigenlijk altijd schrijven, niet noodzakelijkerwijs over auto's. Werd entertainer op diverse Franse campings, toetsenist bij een hardrockband, product manager tuinbouwmachines in Duitsland, bestelwagenverkoper, bedrijfsadviseur en in 2000 eindelijk journalist. Leerde het vak in de praktijk bij vakblad Automotive en stapte in 2005 over naar AutoWeek. Sluit zich in zijn vrije tijd graag op in zijn eigen muziekstudio, verzamelt instrumenten, verslindt boeken, fotografeert en heeft een fascinatie voor geschiedenis, met name de 19e eeuw. Is gek op dieren, vooral katten, de zee en woeste, onherbergzame landschappen. In de garage staat een Mazda MX-5 tweede generatie.