De nadelen van de wereldauto Ford Focus
67
Ga er maar aan staan: een auto ontwikkelen die het goed doet tussen de koetsen op het platteland van Pennsylvania, z'n mannetje staat op de Autobahn en er positief uitspringt in de verkeersanarchie van Sjanghai. Het klinkt als een onmogelijke opgave, maar Ford heeft definitief bepaald dat dit z'n toekomststrategie is. Natuurlijk zijn er kleine verschillen per continent, maar in de basis rijden we toch in dezelfde Fiesta en Focus als Bill en Li.
De winst voor Ford is duidelijk: het uitsmeren van de ontwikkelingskosten over meerdere continenten betekent hogere winstmarges. Maar schieten wij er Europeanen er ook iets mee op? In het geval van de Focus begin ik toch mijn twijfels te krijgen.
De winst voor Ford is duidelijk: het uitsmeren van de ontwikkelingskosten over meerdere continenten betekent hogere winstmarges. Maar schieten wij er Europeanen er ook iets mee op? In het geval van de Focus begin ik toch mijn twijfels te krijgen.
Allereerst is er de styling: ik kan maar niet wennen aan de vreemde achterkant van de hatchback. Hoe hard ik ook mijn best deed bij de oranje ST Concept, die ik op de Autosalon van Parijs in het echt aanschouwde. Erg jammer, want ik was een enorme fan van de vorige Focus ST. Mede om z'n vijfcilinder, maar die verdwijnt in de nieuwe generatie ook al. Dat is echter een onvermijdelijke emissiekwestie, en dus een ander verhaal dat ik nu maar even laat voor wat het is.
De ervaringen waar mijn gewaardeerde collega Luc Vranken mee terugkeerde van het Autobild-event in Rome, stemmen me ook al niet tot vrolijkheid. Ja, Ford heeft de Focus een raffinement meegegeven dat tot de top in het segment behoort. Maar in het proces heeft het Amerikaans/Europese concern een deel van de sprankelende rijeigenschappen opgeofferd. Andermaal vermoed ik dat de Amerikaanse markt hier meer prioriteit heeft gehad: op de kaarsrechte wegen in de Verenigde Staten heb je nou eenmaal meer aan comfort dan aan gooi-en-smijt eigenschappen. Maar een unique-selling-point voor de Europese markt is nu wel weg.
Dus ik ben erg benieuwd hoe de Europese automobilist op de nieuwe Focus zal reageren. Misschien hebben ze bij Ford wel uitgebreid consumentenonderzoek gedaan en zijn ze tot de conclusie gekomen dat ook de Europese klanten in het segment van de Focus veel meer hechten aan comfort dan aan sportieve rijeigenschappen. En dan is de keuze voor comfort een gewaagde maar zeer logische in de strijd om de eerste plek in het segment.
De ervaringen waar mijn gewaardeerde collega Luc Vranken mee terugkeerde van het Autobild-event in Rome, stemmen me ook al niet tot vrolijkheid. Ja, Ford heeft de Focus een raffinement meegegeven dat tot de top in het segment behoort. Maar in het proces heeft het Amerikaans/Europese concern een deel van de sprankelende rijeigenschappen opgeofferd. Andermaal vermoed ik dat de Amerikaanse markt hier meer prioriteit heeft gehad: op de kaarsrechte wegen in de Verenigde Staten heb je nou eenmaal meer aan comfort dan aan gooi-en-smijt eigenschappen. Maar een unique-selling-point voor de Europese markt is nu wel weg.
Dus ik ben erg benieuwd hoe de Europese automobilist op de nieuwe Focus zal reageren. Misschien hebben ze bij Ford wel uitgebreid consumentenonderzoek gedaan en zijn ze tot de conclusie gekomen dat ook de Europese klanten in het segment van de Focus veel meer hechten aan comfort dan aan sportieve rijeigenschappen. En dan is de keuze voor comfort een gewaagde maar zeer logische in de strijd om de eerste plek in het segment.
