Agressie
Agressie in het verkeer? Ik maak het nooit mee. En dat terwijl ik de meeste van mijn kilometers maak in de drukste delen van het land. Helemaal nooit? Nou… Bijna nooit. Vorige week was het namelijk eens zo ver. Ik reed met onze elektrische duurtest Renault Zoe over het parkeerterrein van een winkelcentrum. Toen ik een rijtje geparkeerde auto's passeerde, zwaaide bij een dakdekkersbusje vlak voor de bumper van de Zoe het portier open. Ik kon nog net op tijd remmen. Zoiets kan gebeuren als je elektrisch rijdt. Niemand hoort die auto aankomen.
De man die zijn deur openzwaaide, dacht daar heel anders over. Toen ik een paar plekken verderop parkeerde en uitstapte kwam –ie verhaal halen. En hij was kwaad! "Je rijdt hier asociaal hard over de parkeerplaats," vond hij. Dat viel echt wel mee. Ik was op zoek naar een plekje en je moet in dat krappe straatje behoorlijk je best doen om de voorgeschreven 30 km/u te kunnen halen. Stapvoets was een betere omschrijving geweest. Hij stond op het punt om me een stamp voor mijn plaat uit te delen zeg! "Het is dat je een kindje bij je hebt!" vond hij. Achterin de auto zat mijn kleuter verbaasd te kijken. De collega van de man stond op enige afstand met plaatsvervangende schaamte de boel gade te slaan.
Ik vond het nogal een primaire reactie. De agressie van die man is natuurlijk veroorzaakt omdat hij schrok. Ik denk dat schrik en adrenaline vaak de oorzaak zijn van verkeersagressie. Word je gemangeld door iemand die ineens opschuift naar de linkerbaan? Van de schrik begin je te toeteren en te gebaren. Wielrenners die over alles en iedereen heen walsen? Die zitten tot aan hun kruin vol met adrenaline van de inspanning. Ze kunnen niet anders. Word je op het zebrapad van je sokken gereden? Van de schrik begin je iemand uit te foeteren.
Laten we er vanuit gaan dat niemand het verkeer in gaat met het idee om iemand de vouwen uit zijn broek te rijden of schrik aan te jagen. Wanneer het je in de asfaltjungle toch overkomt, moet je daar nog maar eens aan denken. Ook handig is om je te bedenken dat er niemand is die nooit een fout in het verkeer maakt. Vroeg of laat ben je zelf dus ook weer eens aan het stuntelen. Een beetje vergevingsgezindheid, kan dus geen kwaad. Met zo'n instelling, maak je dus nooit agressie mee. Waarvan akte.
Een de dakdekker? Ik heb niet eens de moeite genomen hem uit te leggen dat mijn auto elektrisch is en dat hij me dus niet heeft horen aankomen. Hij was onderweg om zijn lunch te gaan halen. Ook honger kan de oorzaak zijn voor een kort lontje.

Nic De Boer
Autojournalist
Al van jongs af aan ben ik autogek en verslind ik autoblaadjes. Ik wist dus ook al vroeg wat ik wilde worden: het werken bij een titel als AutoWeek lag voor de hand. Mijn eerste klus bij AutoWeek was het bemensen van de nieuwsdesk. Saillant detail: het allereerste bericht dat ik ooit schreef, was de aankondiging van de prijzen van de CityRover – een auto die achteraf nooit is gekomen. Toch was het helemaal in mijn straatje want ik heb een voorkeur voor auto’s die buiten het normale vallen en een bijzonder verhaal hebben. Sinds enige jaren ben ik occasionredacteur en werp ik mijn op als Beschermheer van de Roestplek. Moderne auto’s vind ik weldegelijk interessant maar een auto die al een tijdje ‘geleefd’ heeft, zegt me een stuk meer. Mijn eerste auto was een Citroën ID19B uit 1969. De nieuwste auto die ik ooit kocht, is uit 2002 en de kans is maar heel klein dat ik ooit een auto van later datum aanschaf.