Waar zijn de planken vol modelletjes gebleven?
Nu ik zelf twee jonge kinderen heb kom ik weer in speelgoedwinkels. Vroeger had je in zo'n kinderparadijs altijd wel een wand vol autootjes. Of nog mooier, ik kan me de carroussel vol Matchbox-miniatuurtjes nog herinneren die het bezoek aan onze plaatselijke winkel nog leuker maakte. Effe eraan draaien om te zien welk model je nog niet had. Zal ik voor die lichtblauwe Mercedes 300E gaan sparen of toch maar even op de plank van Bburago gaan kijken? Sweet memories.
Spelen jongetjes nog wel met auto's? Als je afgaat op het aanbod in de shops van de speelgoedgiganten zou je denken van niet. De schappen puilen uit van de nodige schreeuwerige plastictroep, maar om modelauto's te vinden moet je je best doen.
Vorige week sprak ik met een enthousiaste modelautoverzamelaar die ook al zijn zorgen uitte. "Op beurzen zie ik het grijzer en grijzer worden" , vertelde hij met teleurstelling in zijn stem.
Zelf heb ik twee dochters, maar als ik naar mijn neefjes kijk, ben ik bang dat de interesse in auto's op steeds jongere leeftijd wegzakt. Tot hun zesde zag ik ze nog wel met autootjes in de weer. Ze ragden mijn oude Matchboxjes, Bburago's en Majorettes altijd behoorlijk af als ze op bezoek waren bij mijn ouders. Had ik ze maar in veiligheid gesteld…Maar ze speelden wel met auto's! Eenmaal wat ouder keken ze niet meer naar dingen met vier wielen om en zaten ze achter de computer.
Mijn hoop is nu gevestigd op racegames. Aan game-ontwikkelaars de schone taak jongeren autoliefde, die vroeger begon met speelgoed en modelverzamelingen begon, bij te brengen. Ik denk dat het kan, want soms hoor je: "o ja, dat is die auto die ik wel eens in Gran Turismo voorbij heb zien komen."
Tot volle planken of vitrines vol schaalmodellen op jongenskamers zal het wel niet leiden maar hopelijk wel tot aanwas van nieuwe autoliefhebbers.

Stephan Vermeulen
Coördinator Tests
Na 20 jaar bij AutoWeek zo’n beetje alles wel gedaan en meegemaakt. Sinds 2012 chef redactie maar streeft er nog altijd naar om tien procent van zijn werk te laten bestaan uit bezigheden met auto’s zelf. Da’s tenslotte toch de reden dat -ie dit werk is gaan doen. Passie voor auto’s van kleins af aan, spelde op zijn twaalfde testjaarboeken, kocht de eerste AutoWeek een paar dagen voor zijn dertiende verjaardag van zijn zakgeld. Jawel, dat ene nummer dat in januari 1990 voor een gulden in de winkel lag. De oorzaak van dat velen nog denken dat AutoWeek de eerste jaren altijd een gulden kostte, maar op de tweede stond toch echt een prijs van Hfl. 1,95! Dat hij twaalf jaar later zelf in dienst zou treden bij het autoblad had hij nooit gedacht. Na de middelbare school bracht de opleiding HEAO-economisch linguistisch, zeg maar een soort CE met extra aandacht voor vreemde talen, hem bij de BMW-importeur, en later die van Opel. Een carrière in de autobranche was het beoogde pad, maar het liep anders. Eind 1999 zocht een journalistiek bureau een autoredacteur, en zo kwam hij terecht in de autojournalistiek. Iets meer dan twee jaar later was daar de overstap naar AutoWeek. Tests, nieuws, bijdrages aan de occasionrubriek en een jaar later ook in bezit van een racelicentie. Twintig jaar bij een werkgever, het is iets dat niet meer van deze tijd lijkt maar sowieso is het werk door de jaren heen zo vaak veranderd dat je bijna geen jaar hetzelfde doet qua werk. En de veranderingen in autoland gaan momenteel sneller dan ooit, dus ook dat maakt de werkzaamheden anders. Sinds 2021 naast chef redactie ook coordinator online.