Ik kocht een Lexus SC430
Sommigen hebben 'm al opgemerkt op foto 2 van de 'In het wild' die onlangs op deze site verscheen: mijn knalrode Lexus SC430. Na de (bijna) even rode 3-serie was het tijd voor deel twee van 'project vlootvervanging'. Daarbij zouden de Rover 75 en Mazda 3 plaatsmaken voor eerdergenoemde LPG-BMW én een auto waarbij de kilometerprijs wat minder van belang zou zijn. Die heb ik in alle mogelijke hoeken gezocht. De aantrekkingskracht van een grote, luxe sedan is na de Rover en de E38-7-serie alleen maar sterker geworden, maar tegelijkertijd steekt het verlangen naar (weer) een cabriolet te pas en te onpas de kop op.
Met een beetje goede wil kun je zeggen dat de Lexus de toplimousine en de open automobiel in zich verenigt. Een hard klapdak, een uiterst smeuïge V8 en alle luxe die vijftien jaar geleden denkbaar was geven 'm in dichte toestand de reiskwaliteiten van een GS430, terwijl het wegklappen van het dak onder zonnige omstandigheden voor een geweldige aanvulling zorgt. Naast fijn is zo'n SC natuurlijk ook een beetje raar, vooral omdat veel mensen 'm hondslelijk vinden en de auto door de heren van Top Gear tot 'Worst car in the history of the world' werd gebombardeerd. Het maakt de ietwat Amerikaans aandoende Japanner voor mij alleen maar aantrekkelijker. De Lexus is simpelweg niet de voor de hand liggende keuze, wat van een SL of 6-serie niet gezegd kan worden.
Deze overweging heeft me er al eerder toe gebracht om een vluchtige blik op de prijzen van gebruikte SC430's te werpen, maar helaas: binnen mijn streng gehandhaafde budget is de Japanner doorgaans niet te vinden. Op het hoogtepunt van een zoektocht die steeds meer ziekelijke trekjes kreeg, trof ik op Mobile.de echter een interessant exemplaar aan. Argument 1: de prijs. Deze SC430 was met afstand de goedkoopste die ik ooit had gezien. Argument 2: rood.
De reden van die gunstige prijsstelling werd echter ook meteen duidelijk. Waar SC's vaak 'mooiweerauto's' voor erbij zijn, zag het rode exemplaar niet minder dan 338.000 km onder z'n discutabele wielen doorglijden. Gewapend met de gedachte dat een knalrode, loodzware Japanse cabriolet met een benzine-V8 en een astronomische kilometerstand wellicht de minst courante auto van Europa is, besloten vriend Johan en ik een blik over de grens te werpen. Een redelijk succesvolle onderhandelpoging, tweemaal drie uur rijden en een week twijfelen later besloot ik de gok te nemen, maar met zeer gemengde gevoelens. Nog nooit vond ik de aanschaf van een auto zo eng. De rode Lexus mag dan de goedkoopste in z'n soort zijn, het is nog altijd de duurste auto die ik ooit voor mezelf heb gekocht. Tel de hoge kilometerstand en de grenzeloze complexiteit van het model erbij op, en je snapt dat enige twijfel mij tot ver na de aanschaf bleef achtervolgen.
Natuurlijk kon ik een brede grijns op de terugweg evengoed niet onderdrukken, want wát een magistraal apparaat is dit. De V8 kan nagenoeg alle omstandigheden op z'n sloffen aan, het interieur is oase van leer en Japans nephout en het zachte gemurmel op de achtergrond verveelt nooit. Ik voel me de koning te rijk in mijn 'nieuwe' top-Japanner. Althans, totdat ik een blik op het instrumentarium werp en daar het permanent brandende motorlampje ontwaar. Hoe dat zit, kan ik hopelijk binnenkort vertellen…

Jan Lemkes
Autojournalist
Jan studeerde met enige moeite af in de communicatie maar houdt zich sindsdien vooral bezig met auto's. Wat in 2012 begon als één enkel dagje per week op de nieuwsredactie, is nu uitgegroeid tot een combinatie van nieuwsredactie en testredactie, afgewisseld met reportages. Vaak betekent dat kilometers vreten, want behalve aan autonieuws is Jan ook verslaafd aan autorijden. Ook privé wisselt Jan geregeld van auto. De afwisseling is groot, maar Japanse merken, BMW en cabriolets zijn terugkerende thema's. In het verleden reed hij onder meer een E38 7-serie en een Lexus SC430, maar ook meerdere Daihatsu's Charade en allerlei Honda's.