Turbotrauma
Dat valt nog gloeiend tegen met de Audi A2 op de Autobahn: niet vooruit te branden. Terwijl de Golfjes en Mercedessen als bliksemschichten voorbijschieten, blijf ik als een uitgetelde bokser op de rechterrijstrook plakken. Om nóg tragere verkeersdeelnemers te passeren, ik kom ze trouwens nauwelijks tegen, moet ik een toerenberg van Mont Blanc-formaat beklimmen. Op een beetje helling raakt die arme kleine Audi helemaal de kluts kwijt. En als bij 4000 toeren in de vierde versnelling het moment suprème eenmaal is gekomen, verijdelt een aanstormende Focus EcoBoost alsnog de snode inhaalplannen. Het zou me niks verbazen als het een eenliter was geweest.
Hoe vorstelijk mijn autootje verder ook rijdt, qua meekomen is het niet minder dan een ramp, die rit naar Bochum. Waarom ben ik zo langzaam? Ik ga met mijn lichtgewicht van 895 kilo, 75 pk sterk, toch in 12,3 seconden naar de honderd? Toen ik mijn rijbewijs net had, behoorde je met zulke scores tot de vlotteren. En een top van 173 zou toch meer dan voldoende moeten zijn?
Op papier wel ja. Maar mijn Audi 1.4, dat historische zestienkleppertje, heeft geen turbo. En bijna alle anderen wel. Ze rijden op een koppel dat bij mij nooit boven de 126 Newtonmeter uitstijgt, en dat armzalige piekmoment pas bereikt bij 3800 toeren. Iets boven stationair gaan die jongens op de linkerbaan daar met hun moderne downsize-middenklassertjes al ruimschoots overheen. Voor hun oppermachtige positie op de snelweg hoeven ze geen poot uit te steken. Het gaspedaal is voor moderne burgers een aan-uitknop geworden, van doortrappen hebben ze nooit gehoord; het is aantikken en gaan. Ze verplaatsen zich in een andere tijdrekening.
Mij blijft geen andere keus dan met vereende kracht de waterige levenssappen uit mijn vierpitter te persen en met vlijtig schakelen een beetje bij te blijven. Ik voel mij een Trabant op de Nürburgring. Een traumatische ervaring in een auto van 2005 die ondanks zijn nog steeds geavanceerde architectuur motorisch totaal uit de tijd is. Atmosferisch kan niet meer, zo hard kan het gaan; de eeuw van de kunstmatige beademing veegt alle slakken van de kaart. De enige A2 waarmee ik me nog op de Duitse snelweg kan vertonen is een turbodiesel. En ook die zal over tien jaar zijn verdwenen, zodra EV's de uitgestonken boedel overnemen. We beleven in alle opzichten het einde van een tijdperk.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.