Toyota Prius (2000) - Test
Lichtgroen
- Peter Fokker
- Eerste rijtest
Vertaald uit het Latijn betekent Prius 'voorloper', volgens Toyota is dit unieke model de voorbode van de 'groene auto toekomst'. Hun hele Brusselse hoofdkwartier werd er groen voor gemaakt om dat te vieren. En behalve groen is de Prius ook nog praktisch.
Drie jaar geleden ging Toyota met de Prius van start in Japan, wij reden er al in 1998 mee toen zo'n auto als demonstratie-project naar Europa werd gehaald. Nadat in Japan 40.000 milieubewuste (of modebewuste?) klanten in een Prius zijn geholpen begon medio dit jaar de export. Eerst naar de V.S., waar een kleine 4000 orders genoteerd zouden zijn. Nu moet Europa veroverd worden, waar het doel is volgend jaar 5000 exemplaren af te zetten.
De verwachtingen zijn dus eigenlijk niet al te hoog gespannen voor ons werelddeel. En in Nederland? Inclusief demo's voor de tachtig dealers die speciaal voor het onderhoud van de Prius zijn opgeleid denkt de importeur nog dit jaar 200 tot 250 auto's af te zetten, en volgend jaar 400. Waarvan driekwart aan bedrijven en instellingen die zich als milieubewust willen afficheren. Want met een prijs van f 52.990 moet je voor 'groen' rijden wel wat over hebben.
Tweede generatie
Ook voor de Prius heeft de tijd niet stil gestaan, de auto die vanaf volgende maand naar Europa komt is van de tweede generatie. Uiterlijk zie je daar zo goed als niets van: er zit nu een spoilertje op de achterklep, en er zijn andere (standaard) lichtmetalen velgen. Het interieur is ongewijzigd op de achterbank na, nu in delen neerklapbaar. Dat hangt weer samen met de technische ontwikkeling.
In de eerste Prius stond een fors accupakket rechtop achter de achterbank. Nu wordt een aanzienlijk kleiner en lichter pakket nikkel-metaalhydride accu's gebruikt. Dat geeft ruimte voor een flink 'doorgeefluik' tussen bagage- en zitgedeelte. Voor Europa heeft Toyota verder de prestaties opgevoerd en de afstemming van het onderstel steviger gemaakt, onder andere door een stabilisatorstang tussen de achterwielen te monteren.
We konden in Brussel nog de hand leggen op een eerste generatie Prius. En inderdaad, die voelt een stuk wiebeliger aan, trekt minder vlot en maakt meer bijgeluiden dan de nieuwe, èchte Europa-versie. Ook in modieus opzicht stond de tijd niet stil. Nu heeft de Prius, vooral ook het dashboard, best wat weg van de gewaagde en zeer gewaardeerde Yaris. Die was er in 1998 nog niet. Toen zag een Prius er wat bizar uit, nu springt 'ie er niet meer zo uit in het straatbeeld.
De helft zuiniger?
De grote attractie van de Prius is onveranderd: de eerste volledig bruikbare hybride auto die gewoon te koop is. In de neus schuilen twee motoren, een 1,5 liter VVT benzinemotor met 72 pk en een 33 kW/45 pk elektromotor. Met daar tussenin nog twee bijzondere zaken: een generator, en een traploos schakelende automatische transmissie. Continu kiest slimme elektronica hoe die energiefabriek moet werken. De benzinemotor kan de wielen en de generator aandrijven, de elektromotor kan bijspringen of de aandrijving geheel op zich nemen.
De grap van gecombineerde elektro/benzinemotor aandrijving is dat je onder bepaalde omstandigheden kunt rijden zonder benzine te verbruiken, en dus ook zonder uitlaatgas te produceren. Terwijl er tevens een breed overgangsgebied is waar de elektromotor kan meehelpen, zodat de benzinemotor dan niet veel verbruikt en evenzo weinig vies gas uitademt. Tot 50% zuiniger, juicht Toyota, wijzend op gemiddeld 5,1 l/100 km (1:19,6) in de standaard Europese verbruikstest.
De andere kant van de medaille, realiseerde men zich heel goed, is dat de gebruiker niet lastiggevallen moet worden met allerlei beperkingen en speciale gebruiksvoorschriften. Daarom worden de accu's van de Prius uitsluitend door de ingebouwde generator geladen en hoef/kun je hem niet aan het stopcontact leggen. Tevens hoef je niets in te stellen of te kiezen tijdens het rijden, de Prius zoekt zelf wel uit hoe de hele aandrijf-winkel het best benut kan worden.
Verbazend soepel
Dat laatste, rijden alsof je in een doodgewone auto zit, hebben ze prima voor elkaar. Volmaakt soepel gaan de overgangen tussen elektrische en conventionele aandrijving, net zo mooi glijdend kiest de automaat de overbrenging tussen motor(en) en wielen. Bij stilstand staat altijd de benzinemotor stil, wegrijden gaat altijd eerst op de elektromotor. Vraag je om een beetje vlot op gang te komen, dan moet de benzinemotor bijspringen, maar op welk moment die precies erbij komt voel je absoluut niet.
Wat je wel voelt is dat de Prius aardig pittig van de plaats wil, en ook bij wat hoger tempo moeiteloos verder versnelt. Tenslotte heb je theoretisch zo'n 115 pk bij de hand, als benzine- en elektromotor samen hun uiterste best doen. Daarbij voelen de wegligging en het (verbeterde) remsysteem aan of ze tegen het sterk wisselend tempo bij een Europese rijstijl volkomen opgewassen zijn. De Prius helt niet eng in bochten, heeft een goed en precies stuurgevoel, en de remmen grijpen zonodig behoorlijk beslist aan.
Alles wat je in een normale middenklasse sedan verwacht te hebben vindt je in de Prius, tot en met een luxe uitrusting. Hij heeft nette vierpersoons zit- en bagageruimte. Zoiets als pakweg een Volkswagen Bora, behalve dan dat de bagageruimte wat minder is. Hoewel de kleiner en lichter accu's wel geholpen hebben brengt de Prius nog altijd 1645 kg in de schaal, da's fors. Dan valt het eigenlijk best mee dat hij er maximaal 160 km/h en een sprint naar 100 km/h in 13,4 seconde uit kan persen - is goed mee te leven. Vooral omdat de traploze automaat en beide motoren gezamenlijk zorgen voor wakkere tussenacceleratie.
Waarom niet?
Om de klanten verder te overtuigen meldt Toyota dat het elektrisch systeem, inclusief accu's, geheel onderhoudsvrij is. Servicebeurten zijn om de 15.000 km nodig, heel normaal. Als extra krijg je geen drie maar vijf jaar garantie, plus gratis hulpdienst in heel Europa. De garantie geldt zoals gebruikelijk tot 100.000 km, maar deze beperking geldt niet voor het eerste jaar.
Klinkt mooi, maar waar liggen de adders onder het gras, of is het groen van de Prius zo paradijselijk dat er geen adders zijn? Toch wel. Zo ligt de prijs van deze auto immer nog aan de hoge kant. Een Avensis 1.8 Linea Sol is goedkoper, groter, sneller en haast even luxueus, om bij het Toyota-gamma te blijven. Ondanks dat geen BPM betaald wordt op de Prius, die valt onder een tijdelijke belastingvrijstelling voor milieuvriendelijke auto's die loopt tot 1 juli 2002.
Tevens profiteert hij van een beperkte vrijstelling in houderschapsbelasting. Daarvoor wordt het gewicht van de elektrische installatie (420 kg) niet meegerekend en valt hij in een normale klasse voor zijn formaat.
Maar dat '50% zuiniger' is wat misleidend. Volgens de boordcomputer leverde een testritje door Brussel circa 1:12 op. Netjes, maar niet schokkend economisch. Kan theoretisch ook niet. De accu, als energiebron voor de elektrische aandrijving, wordt immers via de generator opgeladen door... de benzinemotor.
Mooi de eerste
De benzinemotor zal best zuiniger dan gemiddeld draaien, omdat hij veel constanter belast wordt. Bij acceleratie hoeft 'ie minder vermogenspieken te leveren, omdat de elektromotor meehelpt. En heeft de gewone motor het even rustig, dan kan 'ie doordraaien om de accu's weer bij te laden. Binnenkort gaan we uitgebreider rijden met een Prius om de zuinigheid echt te testen.
Overeind blijft dat Toyota mooi de eerste hybride auto op de markt zet. En dat het een goed ding is, want de Prius rijdt simpelweg normaal. Hoewel men er niet te hard op durft te hopen helpen de huidige brandstofprijzen misschien mee. Ze brengen in herinnering dat aardolie op lange duur steeds schaarser en dus (nog) duurder zal worden. De Prius helpt ons niet op slag uit de zorgen, maar het is tenminste een begin.