Test: Lexus UX 300e

De ontwikkelingen gaan razendsnel in elektro-land. De records voor laadsnelheid en actieradius worden steeds opnieuw gebroken en de prijs wordt daarbij steeds lager. Dat betekent wel dat je als merk goed bij moet blijven óf je prijs moet verlagen wil je competitief blijven. Je moet in elk geval zorgen dat je een beetje on par bent als je je auto lanceert, anders begin je al met een achterstand. Dat lijkt een boodschap die Lexus niet helemaal heeft begrepen. Het merk was relatief laat met het op de markt brengen van een volledig elektrisch model. Lexus was vooral het merk van de hybrides. Nu moet worden gezegd dat het praktijkverbruik van die hybride Lexussen tegenwoordig extreem imponerend is, maar daar koop je als koper weinig voor als al die belastingkorting voor EV’s aan je neus voorbij gaat.

Krap
Nu zal geen enkele fabrikant puur voor de Nederlandse markt een auto ontwikkelen, maar zeker in Europa is de toon inmiddels gezet. Elektrisch zet door, alleen het tempo waarin verschilt per land. Daarom heeft Lexus dit jaar zijn eerste elektrische auto gelanceerd. Het betreft een elektrische versie van de UX, de kleine SUV die in 2018 op de markt kwam als concurrent voor modellen als de Audi Q3 en de Mercedes-Benz GLA. De UX 300e verscheen begin 2020 als de elektrische versie met 204 pk op de voorwielen en een accu van krap 55 kWh. goed voor een WLTP-range van 300 kilometer. Dat zijn geen grensverleggende cijfers in de huidige wereld, zeker omdat je weet dat er in de praktijk nog wel wat van af gaat. Bij ideale weersomstandigheden kwamen wij met braaf rijgedrag 265 kilometer ver, maar dan is de koek toch echt wel op. Wel wat weinig voor een auto die toch ook niet echt een stadsauto is. Tot overmaakt van ramp mist de Lexus ook nog een 3-fasenlader. Een fout waar andere EV-producenten, zoals Hyundai en Jaguar, allang van zijn teruggekomen. Snelladen gaat hier nog via een (inmiddels) ouderwetse CHAdeMO-stekker, die nooit verder dan 50 kW zal komen en meestal zelfs een stuk lager zit. Zelfs de goed­koopste Hyundai Ioniq 5 komt tot 240 kW en laadt dus bijna vijf maal zo snel! De marketingafdeling praat de magere specificaties goed door te benadrukken hoe kort de ‘gemiddelde’ rit van hun klanten is en dat de auto’s vooral bedoeld zijn voor verstedelijkte gebieden als Londen, Tokio of Manhattan, maar dat zijn claims waar concurrenten allang afstand van hebben genomen. En al zou dat kloppen, dan is er geen excuus om slechts een 1-faselader te plaatsen in een auto van dit kaliber.

Comfort en dynamiek
Zijn er dan ook positieve zaken te benoemen over het elektrische deel? Zeker! Ondanks zijn gewicht van 1.800 kg is de Lexus snel, dat merk je meteen als je wegrijdt. De UX voelt bij elke tussensprint bij de les. De vermogensafgifte is evengoed prachtig lineair, waardoor hij niet hitsig maar juist soepel aanvoelt. Iets wat goed past bij zijn rijgedrag. Zoals we van de meeste Lexussen gewend zijn, is de auto extreem comfortabel, maar dat is zonder meer op een fijne manier uitgevoerd. Hij is niet week of overdreven beweeglijk, maar biedt comfort op een gesofisticeerde manier. Daarbij is de Lexus erg stil, wat de totale rij-ervaring erg rustgevend maakt. De kwaliteit van de cockpit sluit daarbij aan. Het is een luxueus geheel, met mooie materialen en een prachtige afwerking. Het totale design oogt typische Japans met de manier waarop verschillende fraaie en minder fraaie materialen in elkaar overlopen, maar de details juist weer mooi zijn. Jammer dat het waardeloze touchpad nog steeds wordt gebruikt; dit maakt het multimediasysteem erg onprettig. Het scherm voor je neus ziet er wel weer mooi uit en we herkennen de stierenhoorn waarmee je de rijopties kiest uit onder meer de dikke Lexus LC. De schok komt pas als we naar de achterbank verhuizen. Het is hier bizar krap en je kunt volwassenen niet vragen om hier langere tijd door te brengen. Dit maakt de bruikbaarheid veel kleiner. De kofferbak is met 367 liter ook niet overdreven ruim. En dat voor een auto die er vanbuiten toch behoorlijk fors uitziet. De Lexus is al met al zonder meer premium, kijkend naar de stilte in het interieur, de afwerking en de gebruikte materialen. Of je daar daadwerkelijk het geld voor over hebt, is natuurlijk persoonlijk, maar het is te zien waar het extra geld aan is besteed. Maar dicht bij huis blijf je ondanks al die luxe toch het liefst …