Stef kan niet zonder Volvo: zes fraaie klassiekers en voor dagelijks gebruik een XC40

De Vlaming en de drie V's

Stef De Wachter verzamelt Volvo's

Het verhaal van Stef De Wachter gaat over drie V’s. De eerste is de V van ‘verzamelen’, de tweede is die van ‘verslaafd”, want hij is niet zozeer verslaafd aan verzamelen maar wel aan de derde V. Dat is die van ‘Volvo’. Stef kan niet zonder.

In de psychologie is het een algemeen bekend gegeven: dingen die je in je vroege jeugd beleeft vormen je voor de rest van je leven. Er zijn hele boeken over geschreven, en hoewel het daarin zelden over auto’s gaat, kan elke autoliefhebber de stelling onderschrijven. Daarvoor hoef je geen psycholoog te zijn. Volvoliefhebber Stef De Wachter uit België, van bouwjaar 1958, is geen psycholoog, maar hij herinnert zich nog levendig de auto van zijn vader, die de aanleiding was tot een levenslange liefde voor de Volvo’s uit zijn jeugd.

Naast een mooie XC40 voor dagelijks gebruik heeft Stef nog zes Volvo’s. De eerste is een PV544, de befaamde Kattenrug, uit zijn geboortejaar. Daarnaast bezit hij een Amazon 122S uit 1966 – met een prachtig verhaal – en een schitterende 1800 ES uit 1972. Verder heeft hij een onberispelijke 244 GL uit 1975 en een 343 Special uit 1977.

Stef De Wachter verzamelt Volvo's

Bovendien is de Vlaming nog bezig met de restauratie van een 480 uit 1994 – “prachtig rood, weinig kilometers, bijna het laatste productiejaar, dat kun je toch niet laten voorbijgaan?” - maar dat wordt waarschijnlijk geen blijvertje. “Zes Volvo’s is misschien wel genoeg”, klinkt het met alleszeggende twijfel in zijn stem.“Wie interesse heeft mag contact met mij opnemen.” Terug naar het begin. We moeten het over Stefs jeugd hebben.

Familie De Wachter woonde naast Volvo-garage

De auto waarmee het voor Stef in de vroege jaren 60 allemaal begon was géén Volvo, maar een wit-met-rode Glas Isar die de familievakanties naar de Belgische kust tot – we citeren Stef – “een helse onderneming” maakte omdat er continu moest worden gestopt om de enorme dorst naar olie van de Glas te lessen. Vader De Wachter, hoofdboekhouder van beroep en dus principieel voorzichtig met grote uitgaven, hanteerde de regel dat hij zo lang mogelijk met een auto zou doen, dus de kleine Stef moest lang wachten voor de Glas het veld ruimde. Tot die tijd restte hem niet veel anders dan verlangend uit het raam staren, naar de buren, bij wie het gras groener was. De familie De Wachter woonde immers pal naast een Volvo-garage.

Pas in 1965 ging vader De Wachter overstag. Of hij zijn Glas net zo beu was als de constante smeekbedes om een Volvo van Stef, is onbekend en doet er ook niet toe. In dat jaar kwam er eindelijk een Volvo in huize De Wachter: een donkergrijze Amazon, die eigenlijk donkerblauw had moeten zijn. “Mijn vader bestelde een donkerblauwe Amazon 122S, maar het duurde een eeuwigheid voordat die auto werd geleverd. Volvo leverde rode Amazons, witte, en allerlei andere kleuren, maar geen blauwe, en al zeker geen blauwe 122S. Elke keer werd ik naar de buren gestuurd om te vragen of onze auto nog niet binnen was en steeds kwam ik terug met het antwoord ‘nee, misschien bij de volgende levering’. Na de zoveelste keer was mijn vader het wachten beu en nam hij genoegen met een donkergrijze. De geur van een nieuwe Amazon is altijd in mijn neus blijven hangen.”

Stef De Wachter verzamelt Volvo's

Volvo of Mercedes?

De Volvo maakte een diepe indruk en deed jarenlang zijn werk, fluitend, veilig en probleemloos. De betrouwbaarheid van de Amazon legde zo ongemerkt de basis voor een levenslange liefde bij Stef. Na een paar jaar probeerde die zijn vader te verleiden tot de aanschaf van een P1800 ES, maar die plannen werden doorkruist door de dealer, die fijntjes zei dat een P1800 ES veel te klein was voor een gezin met drie kinderen. Een tweedehands 164E dan? Nou, die vond pa De Wachter ook wel mooi, maar als je Amazon pas zes jaar oud is kun je beter nog even wachten tot de introductie van Volvo’s nieuwste.

In 1975 was het zover. Niet dat de Amazon al moe of op was, maar bij de familie De Wachter was de diensttermijn van een auto nou eenmaal die tien jaar. Opnieuw brak er een hevige strijd los tussen vader en zoon. Stef had zijn zinnen gezet op de op dat moment vers geïntroduceerde Volvo 244, maar zijn vader voelde inmiddels ook wel wat voor een Mercedes: “Hij vond de 244 geen succes, met diens ‘pruillip’ en schuine neus”, zucht Stef. Maar liefst drie keer bezochten de De Wachters Het Autosalon in Brussel en drie keer slenterden Stef, zijn vader en zijn broer Jan heen en weer tussen de stands van Volvo en Mercedes. Er volgenden proefritten in een 264 GL, omdat er geen 244 GL beschikbaar was. “Ik herinner het me alsof het gisteren was. Een prinsheerlijke auto, een aangename, warme cocon met heerlijke fluwelen zetels. Zoveel beter dan onze Amazon, dat vond mijn vader ook.”

Maar vader was ook onder de indruk van de Mercedes 250 waarin hij op diezelfde dag reed: “Ik vond hem hopeloos verouderd”, zegt Stef. “Een koude, ongezellige auto met onaangename stoelen en een lelijk dashboard. Mijn broer en ik vonden dat ook de Mercedes best goed reed, maar dat wilden we natuurlijk niet toegeven. Wij wilden die Volvo.” Jammer voor de broers, want pa wilde de Mercedes en bestelde er één. Dat zou altijd een smetje op zijn blazoen blijven: “We hielden van vader, heel veel zelfs, maar die Mercedes hebben we hem nooit vergeven”.

Volvo Amazon van vader overgenomen

Maar de tijd heelt alle wonden, nietwaar? Dat Stef intussen zijn carrière als automobilist was begonnen hielp daarbij. Aanvankelijk deed hij dat aan het stuur van een aftandse Renault 6, maar al snel kwam het aanbod om de Amazon van vader over te nemen: “Hij kreeg er te weinig inruil voor, dus mocht ik hem voor een appel en een ei overnemen. Zo kwam ik bij mijn lief thuis voorrijden met een Volvo. Dát maakte indruk”, glundert Stef. Die vriendin, An, werd in 1980 zijn echtgenote, en liet zich door Stef meeslepen in de liefde voor Volvo’s. Drie keer zouden Stef en An zich wagen aan een andere auto. De eerste was nieuwe Golf Diesel. Dat avontuur eindigde na een jaar of drie met een rokende motor in Perpignan. Daarna kwam er een intensief gebruikte Volvo 144 op hun pad. Twee Volkswagens Passat maakten de verwachtingen evenmin waar. Wéér kwam het gezin De Wachter uit bij Volvo, dit keer met de belofte van eeuwige trouw.

Stef De Wachter verzamelt Volvo's

Het enige juiste

De introductie van de Volvo 240-serie, in 1974, markeerde het begin van het tijdperk van hoekige Volvo’s. Waar je zijn voorganger, de 140, nog kon betrappen op hier en daar een afgerond hoekje, kende de 240 alleen nog rechte lijnen en scherpe hoeken. De veiligheid maakte met de 240 een enorme sprong, maar de ontvangst bleef wat lauwtjes. Kenners bestempelden het model als weinig vernieuwend en nogal lomp bovendien.

Behalve dan door Stef. Die drie bezoeken aan Het Autosalon en zijn vurige hoop dat zijn vader het enige juiste zou doen – een 244 aanschaffen – is hij nooit meer vergeten. “Het verlangen om ooit zelf zo’n koperkleurige 244 aan te schaffen is altijd bij me gebleven en dat is gelukt. Ze zijn lastig te vinden, zeker in deze kleur en deze staat, maar ik kende iemand die in een loods in Luik vele tientallen Volvo’s bewaarde. Toen ik daar kwam zag ik vanuit de verte ‘mijn’ 244 staan. Alles stond zo dicht op elkaar gepakt dat je er niet bij kon komen. Eigenlijk kon ik alleen het dak goed zien maar ik wist toch zeker dat ik die auto wilde hebben. Het duurde uiteindelijk nog zeker tien jaar voor ik de auto van zijn eigenaar los kon weken.”

Het leverde geen vriendenprijsje op, maar Stef maalde daar niet om. “Deze auto is in Gent gebouwd, en toen naar Frankrijk geëxporteerd. Hij kende maar één eigenaar sinds 1975, heeft maar net 150.000 kilometer gereden en werd in 2012 ingevoerd in België, zonder ooit ingeschreven te worden.” Stef kocht hem met het idee dat dit wel eens zijn laatste, grote restauratieproject zou worden. En dus pakte hij de restauratie groots aan. “De assen, draagarmen en middenbrug zijn vernieuwd, motor en bak – met overdrive – zijn gereviseerd, de remmen zijn nieuw, de brandstoftank en bumpers zijn nieuw, de carrosserie is aangepakt en de zetels zijn opnieuw bekleed. De kosten overtreffen de waarde ruimschoots, maar dat is het me waard. Ik heb nu de auto die ik als tiener zo graag wilde. Dat heeft zo moeten zijn.”

‘De cirkel is rond’

Apetrots was de kleine Stef toen zijn vader in 1965 eindelijk besloot om zijn oude Glas vaarwel te zeggen en een Volvo aan te schaffen. Dat het uiteindelijk niet de gewenste donkerblauwe, maar een grijze Amazon werd, nam hij destijds graag voor lief. Toch bleef er kennelijk iets knagen. Niet gek, want donkerblauw staat een Amazon bijzonder goed. “De geur van die nieuwe Amazon is me altijd bijgebleven, net als het schaalmodel dat ik destijds van de dealer kreeg. Toen ik een paar jaar geleden de kans kreeg om precies de Amazon te kopen die mijn vader vroeger eigenlijk had willen hebben kon ik die natuurlijk niet laten lopen. Ik vond hem in Zweden en heb erop geboden zonder dat ik hem in het echt gezien heb. Donkerblauw, uit 1966, met lichtblauw interieur en met overdrive; zo kom je ze nooit of te nimmer tegen en dat was voor mij genoeg.”

De Volvo Amazon werd in 1956 aan de wereld voorgesteld als opvolger van de PV444 en zou de populariteit van zijn voorganger flink overtreffen. Het ontwerp van de in New York geboren Jan Wilsgaard – die ook tekende voor grootheden als de 200-serie en de 850 – zou wereldberoemd worden en hele volksstammen in een Volvo lokken. Zo ook de vader van Stef De Wachter. Hij koos voor de 122S, het model waarin de beroemde B18 motor door de montage van een extra carburateur het tot maar liefst 90 pk schopte, waarmee de Amazon ineens een serieus vlotte auto werd. “Nu heb ik dan eindelijk de auto die mijn vader eigenlijk wilde. De cirkel is rond, dat is toch mooi?”

Volvo Amazon

‘Ons kindje’

In 1981 kochten Stef en An een Volvo PV544, die iedereen vooral kent onder zijn pseudoniem ‘Kattenrug’. Die naam werd voor het eerst gegeven aan de Volvo PV444, die in 1944 op de markt kwam, met zijn typische, gebogen daklijn. De PV544 is een flink opgefriste PV444 en kwam in 1958 op de markt. Stef vond een PV544 die precies drie dagen jonger is dan hijzelf: “De auto is van 24 oktober 1958, ik ben op 21 oktober geboren”, glundert hij. “Ik heb altijd van een Kattenrug gedroomd omdat je die in mijn jeugd al niet vaak zag. Begin jaren 80 was het een oude auto, en hoewel hij toen nog niet goedkoop was, was hij in elk geval bereikbaar. De Kattenrug heeft verder niets met mijn vader of mijn jeugd te maken, behalve dan dat ik het altijd een mooie auto heb gevonden. Verder is hij gewoon helemaal van mij. Of beter gezegd: van ons. Al laat je hem maanden stilstaan, hij start altijd en hij is volledig in concoursstaat want ik heb hem eigenhandig gerestaureerd. Ooit heb ik er een concoursje mee gewonnen, toen kreeg ik mijn gewicht in bakken bier. Onze kinderen zijn erin getrouwd, onze kleinkinderen vinden hem super en dat is hij ook. Hij is zo mooi, en we hebben hem al zo lang dat je rustig kunt zeggen dat deze auto óók een beetje ons kindje is.”

Volvo PV544 Kattenrug

30 jaar in de kelder

Waarom Stef een Volvo P1800 ES heeft? Het antwoord is een veelgehoord cliché: omdat het een prachtige auto is. Misschien wel de mooiste Volvo ooit, fluisteren liefhebbers. Stef was één van die vele liefhebbers die stiekem van de P1800 ES droomde: “Mijn vader wist dat en hij was het die zei dat ik er toch maar één moest gaan kopen. Dus ook deze auto heeft een link met mijn vader.”

Ook zonder die link is het verhaal van deze Volvo opmerkelijk, vertelt Stef: “Ik kwam deze auto op het spoor bij een Volvogarage in hartje Brussel waar hij maar liefst 30 jaar in een donkere kelder heeft gestaan. Het is een origineel in België geleverde auto, die van 1972 tot 1983 door zijn eerste eigenaar is gebruikt. Die ruilde hem in, en toen hij niet snel werd verkocht belandde hij in de kelder, waar ik hem na 30 jaar uit heb gered. Het was een groot project om hem in zijn huidige staat te krijgen, maar het was de moeite meer dan waard. Met deze auto krijg je overal opgestoken duimpjes, en dat verveelt niet snel.”

Volvo 1800 ES

Gouden koetsje

Wéér zo’n Volvo die Stef altijd is bijgebleven is de 343 DL, die amper een jaar na de 240-serie op de markt kwam. Geen echte Volvo, want de 343 DL had eigenlijk de Daf 77 moeten worden: “Maar dat wist ik toen niet, het was een nieuwe Volvo en ik vond hem meteen mooi. In coronatijd vulde ik mijn uren zoals veel autoliefhebbers: met het afstruinen van het internet, op zoek naar interessante dingen. Op Mobile.de tikte ik ‘Volvo 343’ in, en ineens verscheen er een project op mijn scherm. En wat voor eentje: een Special, uit 1977. Een zeldzaam bouwjaar dus en een zeldzame uitvoering met stootstrips op de flanken, bredere velgen, metallic lak, getint glas, een Volvo-radio met antenne op het dak en sportieve striping. De vraagprijs was al niet hoog en het bod wat ik deed werd snel aanvaard. De verkoper wilde de auto zelfs vanuit Duitsland komen brengen, midden in een strenge lockdown, via een sluipweggetje.”

Stef trof een auto die goed gedocumenteerd bleek en nog heel origineel was, met een kilometerteller die op slechts 45.000 stond. “Maar hij was niet eens gewassen, en meer groen dan bruin.” Ook deze Volvo knapte Stef van A tot Z op, en nu concludeert hij tevreden dat het karretje bijzonder fijn rijdt, met zijn Variomatic-versnellingsbak. “Die Variomatic vind ik een prachtuitvinding. Jullie Hollanders mogen trots zijn op deze auto, want hij steekt heel doordacht in elkaar. Het is mijn gouden koetsje.”

Volvo 343

Niet te evenaren of nooit genoeg?

Het leukste van verzamelen, weet Stef, is het vinden van iets speciaals. En geef hem eens ongelijk, elke verzamelaar droomt toch van een barnfind? Die droom blijft voor velen onbereikbaar, maar niet voor Stef. Hij kocht nog vrij recent een bijna onberispelijke Volvo 164E, met nog maar 74.000 kilometer op de klok: “Hij stond te koop in Nederland, en ik wist meteen dat het erop aankwam om de eerste te zijn. Dus heb ik een afspraak gemaakt, waarvoor ik vroeg uit de veren moest. Maar het was het waard, ik wist niet wat ik zag. Ik herinnerde me dat ik in 1974, met mijn vader, eens ben gaan kijken naar een 164 die ik fantastisch vond, maar die hij liever liet staan omdat het nieuwe model van Volvo eraan kwam. De geschiedenis herhaalt zich kennelijk, want de 164 die ik nu heb gekocht is precies dezelfde als die van 1974. Toen ik de deur opende viel ik haast achterover, deze auto is gewoon nieuw. Zelfs het reservewiel is ongebruikt. Ik kom gewoon superlatieven tekort, dit kun je zelfs met de beste restauratie niet evenaren. Misschien is dat wel het lot van een echte verzamelaar, die heeft nooit genoeg.” Om plaats te maken voor de 164 verkocht Stef de 244 GL - met enige pijn in zijn hart - aan een andere verzamelaar.

Volvo 164

What’s next? Geen EX30 in elk geval

Hun dagelijkse kilometers maken An en Stef met een Volvo XC40 D3, met een intussen vrij zeldzame dieselmotor: “Een superieure auto”, vindt Stef. “Hij is zuinig, comfortabel en vlot. Hij is nog in Gent gebouwd. Gelukkig kan hij nog heel wat jaren mee, want hoeveel ik ook van Volvo houd, ik zou niet weten welk model ik als vervanger van mijn XC40 zou moeten kiezen. De EX30? Nee, bedankt. Vanbuiten vind ik die nog redelijk mooi, maar het interieur vind ik, het spijt me zeer, afschuwelijk. Gemaakt van, pardon, gerecycleerde rommel, waarvoor ze dan nog zoveel geld vragen. Voorlopig blijft de XC40 nog wel even. Hopelijk wordt de volgende XC40 wel een schot in de roos.”

PRIVATE LEASE Volvo

Lezersreacties (3)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.