Test: Seat Leon facelift (2016)

Seat heeft als geen ander geprofiteerd van Volkswagens MQB-strategie. Niet dat het merk meer kreeg dan zijn stalgenoten, maar het had de modellen wel veel harder nodig. Met een magere Ibiza naast een slechte Toledo en een omgebouwde Audi A4 van twee generaties terug, de Exeo, was een redelijk goede Seat Leon niet genoeg om het merk boven water te houden. Maar met een nieuwe, succesvolle Leon in combinatie met een redelijk gefacelifte lbiza en een gloednieuwe SUV in de vorm van Tiguan-broer Ateca, hangen de vlaggen er in Martorell nu toch een stuk beter bij dan zes jaar geleden. De facelift van de Leon is daarmee niet meer dan een formaliteit. De Leon is belangrijker voor Seat dan ooit. Deze generatie kreeg voor het eerst een sportievere driedeurs variant, de Leon SC. We hebben eveneens het debuut gezien van een stationwagon, de Leon ST. Omdat de Golf 7 door Volkswagen iets comfortabeler en luxer is gemaakt, werd de afstand tot de Leon, die nog altijd aan de dynamische kant zit, bovendien iets groter.

Het nieuws

En nu dan de facelift. Terwijl we onlangs de Golf 7 in nieuwe trim zagen, waarbij ook wat technische noviteiten werden getoond, is het bij de Leon iets meer zoeken naar het nieuws. Ja, er zijn uiterlijke wijzingen, maar die beperken zich tot nieuwe lichtunits en wat kleine wijzigingen in de grille. Op motorengebied is er de nieuwe 1.6 TDI van VW met 115 pk, verder is het de bekende (forse) reeks van 1.0 TSI tot en met de 300 pk sterke Cupra-versie die begin volgend jaar komt. Met uiteraard een heel dieselpakket daartussen. Dat de 1.0 nu ook met automaat leverbaar is, is ook nieuw, maar niet opzienbarend. Echt nieuw zijn wat software-updates. Zo is de auto nu leverbaar met Apple-carplay en Android Auto en is er een inductiesysteem om je mobiel draadloos op te laden. Daarnaast kreeg de auto een nieuw multimediasysteem met minder knoppen. Na een eerste kennismaking waren we hier niet enthousiast over, het vorige systeem werkte wat ons betreft juist beter. Het gehele interieur heeft wel een aardige upgrade gehad. Materialen zijn beter geworden en gezien het feit dat de wat kale, grijze cockpit van de Leon wellicht het grootste nadeel van de auto was, is dat een goede zet. Seat heeft nu bovendien naast de FR-lijn een Xcellence-versie in het gamma gezet. Die is luxer afgewerkt met aluminium en alcantara, om het model extra cachet te geven. Het resultaat is best aardig. Dit alles betekent dat zaken als onderstel en aandrijflijn geen upgrade hebben gekregen. Is dat erg? Allerminst. De Leon rijdt uitstekend en uitgebalanceerd. De auto zit zoals gemeld aan de dynamische kant van het spectrum, wat de Spanjaard tot een fijne rijdersauto maakt. Verwacht geen ultieme scherpte of een plankhard onderstel; de Leon laat zich goed plaatsen en ligt strak als je hem door links-rechts combinaties gooit. De besturing zou directer kunnen, maar biedt niettemin redelijk feedback. Zowel de 1.4 TSI met 150 pk als de nieuwe 1.6-diesel die we probeerden, zijn fijne motoren. Wij zouden in ieder geval de 1.8 laten voor wat het is en de 1.4 TSI met 150 pk nemen: die is lichter in de neus en biedt genoeg snelheid. Bij de diesel valt vooral op hoe stil hij is in vergelijking met bijvoorbeeld nieuwe viercilinderdiesels van Jaguar en Mercedes. Jammer dat de 1.6 TDI een vijfbak heeft, dat is in dit segment niet meer gebruikelijk. De belangrijke updates van de Golf 7, zoals de nieuwe 1.5 TSI-motor en het volledig digitale scherm voor je klokken, kreeg de Leon niet. Wel volgt zo'n digitaal scherm als optie ergens in 2017. Reken erop dat de nieuwe 1.5 TSI te zijner tijd ook in de Leon verschijnt. De Cupra blijft leverbaar als ST-versie, nieuw is dat je optioneel ook kunt kiezen voor vierwielaandrijving. Als geheel blijft de Leon de auto die hij altijd al was: licht sportief, geen poespas, met goede motoren. De doelgroep zal hem opnieuw waarderen.