Test: Seat Leon (2005)

We vragen ons af hoe het modellengamma van Seat eruit had gezien als ontwerper Walter de'Silva in 2000 de Salsa niet had getekend. Dit prototype vormde immers de blauwdruk voor de Altea en de Toledo. En nu is er de nieuwe Leon. De cynicus zal het een platgeslagen Altea noemen. Helemaal ongelijk kunnen we 'm niet geven; de Leon vertoont wel erg veel overeenkomsten met Seat's sportief gelijnde MPV. Aan de andere kant: als de Altea en de Toledo er niet waren geweest, had je geen vergelijkingsmateriaal en zou je de Leon gewoon een fraaie gelijnde, sportieve hatchback met coupé-trekjes noemen. En dat is precies wat de Leon is. Door de aflopende daklijn en de 'verstopte' handgrepen van de achterste portieren kun je het design van de Leon moeilijk over een kam scheren met de gemiddelde hatchback uit deze klasse. Onvermijdelijk bij een nieuw model is dat 'ie groter is dan z'n voorganger. Zo ook de Leon. De totale wagenlengte nam met ruim dertien centimeter toe naar 4,32 m, in de breedte groeide 'ie 2,6 cm (nu 1,74 m) en hoewel je 't niet zou verwachten, nam ook de hoogte toe (van 1,44 naar 1,46 m). Ook wielbasis en spoorbreedte namen toe, naar respectievelijk 2,58 m (+ 6,5 cm) en 1,53 m (+ 2 cm). Hoewel de spoorbreedte achter smaller is dan voor, heeft de nieuwe Leon met 1,52 m nog altijd 2,3 cm méér afstand tussen beide achterwielen. In de praktijk profiteren vooral de achterpassagiers van de flink toegenomen wielbasis. Hoofd- en beenruimte zijn dik voor elkaar, ondanks die aflopende daklijn. Omdat de A-stijlen erg schuin staan, is het bij het instappen voorin oppassen geblazen dat je je hoofd niet stoot. De keerzijde van een sportief lijnenspel, zullen we maar zeggen.

Geen onzalige ideeën

Seat heeft gelukkig niet het onzalige idee opgevat om in de Leon klakkeloos het dashboard van de Altea (of Toledo) te monteren. Hoewel, zo veel verschillen ze nou ook weer niet. De toerenteller prijkt wel weer in het midden maar het centrale gedeelte van het dash heeft een iets andere lay-out gekregen die even eenvoudig als doeltreffend is. Het matgrijze kunststof is van goede kwaliteit, wat ook gezegd kan worden van het 'carbon look'-materiaal boven op het dashboard. Het is zachter dan in de Toledo en da's een pluspunt. Hard kunststof vinden we alleen nog op delen van de portieren en op de middentunnel. Sla een portier hard dicht en je hoort een solide plof – klinkt beter dan bij eerdergenoemde Toledo. De stoelen zijn stevig, goed verstelbaar en geven veel steun. Een fijne zitpositie is dus snel gevonden, ook omdat het stuur ver genoeg in zowel hoogte als diepte te manoeuvreren is. Volgens de gegevens slikt de achterbak met 341 liter precies één liter meer bagage dan de huidige Leon. De toegang ertoe is echter vrij smal. De achterbank laat zich in de verhouding 60/40 neerklappen, maar een vlakke laadvloer zul je nooit krijgen omdat de zittingen niet naar beneden scharnieren.

Brutale grom

Tijdens de introductie in het Spaanse Sitges (bij Barcelona) maakten we de meeste meters met de instapversie, de 1.6 van 102 pk. Qua prestaties uiteraard geen hoogvlieger, maar dat neemt niet weg dat 'ie als basismotor prima functioneert. Pluspunten zijn z'n lekker brutale 'grom' bij accelereren en aangename stilte op snelwegtempo in de vijfde versnelling. Wat ook opvalt, is het gebrek aan windgeruis van de koets. Het kleine-maar-fijne driespaaksstuurtje maakt het enteren van bochten een nog fijnere bezigheid dan het al is. De besturing werkt licht, maar geeft de chauffeur meer dan genoeg feedback in de vorm van behoorlijk directe reacties op stuurbewegingen. Het duurt vrij lang voordat de voorwielen hun grip verliezen en er onderstuur optreedt. Daardoor ontpopt de Leon zich als een lekkere 'stuurmansauto'. Abrupt van het gas in een snelle bocht resulteert in een voorspelbaar schuivende achterkant. De achterwielophanging is overigens nieuw; semi-onafhankelijk is vervangen door onafhankelijke multilink-ophanging met vier draagarmen. Inderdaad, net zoals 'broeders' Audi A3 en VW Golf.

Afgeroomd

In september start de levering van de nieuwe Leon en er is tegen die tijd keuze uit vier motoren, eerlijk verdeeld tussen benzine (1.6 en 2.0 FSI) en diesel (1.9 en 2.0 TDI). Die laatste motor hebben we kortstondig gereden en kwam toen nogal luidruchtig uit de hoek. We gingen ook een blokje om met de 185 pk sterke tweeliter FSI turbo, een 'afgeroomde' versie van het blok uit onder andere de Golf GTI, waarin 'ie 200 pk op de been brengt. Niet niks, 185 pk, maar het maakt van de Leon zeker nog geen GTI-killer. Dat mag de Leon FR medio 2006 gaan proberen, die wel de volle 200 pk aan boord krijgt. Eind 2006 volgt dan het klapstuk: de Leon Cupra R, die naar verluid 240 pk op de voorwielen krijgt. De 2.0 TFSI met 185 pk is eind dit jaar leverbaar, evenals de 2.0 TDI met DSG-bak (zónder flippers aan het stuur, overigens). Seat heeft voorlopig alleen de prijs van de 1.6-instapper bekend gemaakt: 18.695 euro. Voor dat geld moet je het wel zonder airco stellen. Hoe verder je met de vier uitrustingsniveaus Reference, Sport, Stylance en Sport-up gaat, hoe luxer en/of sportiever het wordt.