Renault Twizy RSF1 (2013) - Test

Linkervoet op de rem, rechtervoet op het acceleratiepedaal, de twee flippers met het opschrift 'KERS' aangetrokken en nu wachten op het startsein. Go! Bam, pedaal op de vloer, de kleine elektromotor jankt het uit en naast mij vertrekt de Mégane RS uit de startblokken. Wie is het eerst aan het eind van de dragstrip? De acceleratie is indrukwekkend, dankzij het direct beschikbare koppel. En de uit de Formule 1 afkomstige KERS-motor draait maar liefst 36.000 toeren per minuut! Als uit een katapult weggeschoten schiet de kleine Twizy richting de eindstreep. Ja, hij wint! Volgens zijn makers moet de opgevoerde Twizy in zes seconden vanuit stilstand naar 100 km/h kunnen sprinten. Maar dan moet alles meezitten. Dat kan de Mégane RS ook. We hebben het idee dat de chauffeur van die auto niet echt zijn best deed om het onderste uit de kan te halen en de beelden van onze on board-camera bevestigen dat vermoeden. We worden genept, maar de lol is er gelukkig niet minder om.

Techniek uit de F1

Dat neemt niet weg dat deze opgefokte stadsvlo rap uit de startblokken komt. Renault Sport vond het de hoogste tijd om weer eens iets ludieks te doen, met de Espace F1 uit 1994 nog in het achterhoofd. Die auto werd gebouwd om het tienjarig bestaan van Renaults MPV onder de aandacht te brengen. Men bouwde een Espace van koolstofvezel en monteerde achter de voorstoelen een dik 800 pk sterke V10 uit een Formule1-wagen. Een lichtgewicht ruimteveer dat zijn inzittenden binnen drie tellen vanuit stilstand naar 100 km/h lanceerde. Ook de Twizy deelt zijn techniek met die van een F1-bolide. En wel de zogeheten KERS-motor. Die afkorting staat voor Kinetic Energy Recovery System. De kinetische energie die bij Vettel en consorten tijdens het afremmen vrijkomt, wordt opgeslagen in een accu, die vervolgens zijn spanning afgeeft aan een elektromotor. Die levert kortstondig zo'n 80 pk. Uiteraard wordt de batterij van de Twizy RS F1 niet opgeladen door remenergie, maar gaat hij na elke run aan de stekker.

Gimmick

Niet alleen onderhuids werd de Twizy opgetuigd, ook aan het uiterlijk is flink gesleuteld. Hij hangt vol met spoilers, beplakt met stickers in koolstofvezelprint. Inderdaad, het is niet alles carbon wat er blinkt. De banden zijn afkomstig van een Formule Renault 2.0 en het regenlicht aan de achterkant komt van een Formule 3.5 Renault, net als het stuurtje met zijn vele knoppen en beeldschermpje waarin allerlei functies worden weergegeven. Kortom, er is alles aan gedaan om het kleine elektrowagentje er zo imposant mogelijk uit te laten zien. Het integreren van de compacte, hoogtoerige elektromotor uit de F1 in de bestaande techniek van de Twizy heeft de techneuten nog de meeste hoofdbrekens bezorgd. Daarbij werd veel tijd besteed aan het ontwikkelen van software en de juiste overbrengingstechniek. Bovendien heeft de KERS-motor extra koeling nodig, gezien zijn afmetingen en prestaties. En dat allemaal voor iets wat feitelijk niet meer is dan een gimmick.

En nu? Een Zoe RS?

Tja, de Twizy. Moeten we die serieus nemen als auto? Er is zelfs een versie die als brommobiel door het leven gaat en waarvoor je dus geen B-rijbewijs nodig hebt. Maar je hebt ook een versie die een topsnelheid van 85 km/h heeft en waarmee je dus zelfs op de snelweg mag rijden. Dat is natuurlijk niet zijn domein. De Twizy voelt zich thuis en bewijst zijn nut in grote steden waar het bijna altijd mooi weer is. Want een kachel en zijruiten ontbreken, de halve deurtjes zijn tegen meerprijs leverbaar. De voorruit wordt door middel van elektrische draadjes verwarmd, indien nodig. Stoelverwarming zou een perfecte optie zijn, zij het dat daardoor de actieradius sneller afneemt. Maar Renault gelooft heilig in haar kleinste kindje en komt nu zelfs met de Twizy Cargo. Inderdaad, een bestelwagenversie. Voor de kleine pakketjes in de binnenstad, zullen we maar zeggen. In ieder geval durft het merk zijn nek uit te steken en heeft het inmiddels toch al aardig wat elektrische modellen in het programma. Wie weet, komt er nog eens een Zoe RS met KERS!