Test: Hyundai Veloster (2011)
De symmetrie voorbij
62 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Na een paar jaar afwezigheid komt Hyundai weer met een voorwiel aangedreven coupé. Geen grijze muis, maar één die zich meteen al onderscheid door een extra portier. Of dat genoeg is...
Hyundai bouwt al sinds begin jaren negentig coupés. En dat waren eigenlijk altijd vrij brave auto's die nou niet bepaald het onderscheid maakten. Vorig jaar gooiden de Koreanen het over een andere boeg met de Genesis: voor het eerst een potente, achterwielaangedreven sportwagen. En of die Genesis niet genoeg is, hebben we in Korea kennisgemaakt met de Veloster, een voorwielaandrijver die de strijd moet aangaan met de Scirocco's en Méganes Coupé van deze wereld. Aanvankelijk was de Veloster bedoeld voor Amerika en de locale markt. Maar inmiddels is besloten om de auto ook naar Europa te halen. Vanaf half juli moet-ie bij de dealers staan.
Opvallend asymmetrisch
Aan de linkerkant, de kant waar je als bestuurder instapt, is de Veloster een echte coupé, met coupé-kenmerken zoals een moeilijke instap naar achteren. Maar wat maakt dat uit, hij is bedoeld als rijdersauto, goed voor je ego. Alleen, hoe verkoop je dat thuis?
Vrij simpel: je wederhelft en eventuele kinderen laat je alleen kennismaken met de rechterkant van de auto. Dan lijkt de Veloster een geruststellende, maar vlot gelijnde hatchback met achterportieren. Is er iets misgegaan? Nee, de auto heeft een asymmetrisch koetswerk – links één portier, rechts twee – zodat de achterbank ook voor minder lenige passagiers toch makkelijk te bereiken is. Praktisch, maar vooral net even anders, een stukje profilering. En als je met deze auto helemaal wilt opvallen, dan kan dat door hem bijvoorbeeld te bestellen in de kleur groen (Apple Green) zoals op deze pagina's of in 'Vitamin C', knaloranje. Overigens komt de kleur van de carrosserie terug op de lichtmetalen wielen.
Voor groot en klein
De instap door het portier rechtsachter is inderdaad goed te doen en brengt je op de achterbank waar je nog best aardig kunt zitten voor een C-segment coupé. Beter is het echter voorin. Achter het stuur is het ook met een bovengemiddelde lengte prima uit te houden. Het stuurwiel is ook als je wat verder naar achteren zit goed naar je toe te halen. En wanneer je de i-Catcher bestelt (de meest aangeklede versie) dan beschik je over een elektrisch verstelbare bestuurdersstoel. De tijd dat Aziatische auto's voor lange Europeanen minder geschikt waren, is duidelijk voorbij.
Het dashboard is eigentijds vormgegeven, scherpe lijnen domineren. Waar het in eerste instantie om draait, is het instrumentarium en dat is duidelijk afleesbaar: links de toerenteller en rechts de snelheidsmeter. Daartussen een display met de motortemperatuur en de brandstofvoorraad. De middenconsole komt druk over. Het ziet er technisch uit, maar vraagt wel even aandacht: intuïtief bedienen van audio, navigatie en airco zal even duren.
Het nadeel van de aflopende koets is dat het zicht naar achteren matig is. Zowel over de schouders, alsook in de binnenspiegel. Dit laatste vanwege de knik in de achterruit. Dat komt door de ver naar voren doorlopende achterklep.
Iets meer scherpte graag
In Europa zal afgetrapt worden met een 140 pk sterke, direct ingespoten 1,6-liter vierpitter, die is voorzien van een start-stop-systeem en een handgeschakelde zesbak. En er zit nog meer in het vat, later dit jaar komt er nog een zesbak met dubbele koppeling en flippers aan het stuur. Verder sprak één van de Hyundai-ingenieurs z'n mond voorbij toen hij ons vertelde dat we volgend jaar een turboversie tegemoet kunnen zien. Maar goed, zo ver is het nog niet. In Korea reden we met de atmosferische GDI-versie en een conventionele zestrapsautomaat, een bak die voorbehouden blijft aan Amerika en Azië. Gelukkig maar, het was nou niet bepaald de transmissie die bij dit soort auto's hoort. Dat neemt niet weg dat met de 140 pk de Veloster prima uit de voeten komt, zo is de eerste indruk.
Het onderstel van de Veloster is een doorontwikkeling van dat van de Hyundai i30. De auto waarmee we rijden, is afgesteld volgens Koreaanse specificaties. Dit betekent in de praktijk dat hij vrij solide aanvoelt, maar nog net iets aan de té comfortabele kant is. Niet dat de auto daardoor vaag is, maar hij ontbeert net dat scherpe randje dat nodig is om met de rest in Europa mee te kunnen komen. Bij Hyundai hebben ze ons beloofd dat de Velosters, die vanaf juli bij ons te koop zijn een anders afgesteld onderstel zullen krijgen, een tandje scherper om aan deze wens tegemoet te komen.
Lekker uitgerust
De Veloster zal in drie uitvoeringsvarianten geleverd worden. De basisversie is de € 23.995 kostende i-Motion, de topper is de hierboven al genoemde i-Catcher die voor € 29.995 in de prijslijst staat. Daar tussenin zit de i-Vision waar € 26.995 voor gevraagd wordt. De i-Motion is standaard onder meer voorzien van cruisecontrol en 17-inch lichtmetalen wielen.
De i-Vision heeft daar bovenop zaken als klimaatcontrole, 18-inch wielen, een panoramisch zonnedak en een achteruitrijcamera. Wie ten slotte voor de i-Catcher gaat, kan rekenen op leren bekleding, verwarmbare stoelen, een navigatiesysteem en een smart key plus startknop. Wat de prijs voor de auto-matische versnellingsbak met dubbele koppeling wordt, is nog niet bekend. Wel vaststaat dat – mede dankzij een start-stopsysteem – voor de zakelijke rijder die er ook nog privé met de Veloster op uit gaat er nog 't bijtellingstarief van 20 procent is. Als Hyundai de auto en dan met name het onderstel op de wensen van ons verwende Europeanen weet af te stemmen, hebben ze voor € 23.995 'n interessante aanbieding.
Lezersreacties (62) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.