Praktijkervaring Jaguar X-type: is het dan nooit goed?

De basis mag weliswaar van Ford zijn, Jaguar deed voldoende om er iets eigens van te maken. Redacteur Joas van Wingerden zette de keuzes van Jaguar een aantal jaren geleden uiteen in een uitgebreid artikel, zodat we dat hier niet hoeven te herhalen. Wel benadrukken we graag het eerste verschil met de Ford: de X-type heeft altijd een V6 onder de kap, tenzij je voor een van de diesels gaat. 

X-type, een bruikbare Jag? 

Jaguar staat niet bekend om zijn praktische vervoermiddelen. Zo was in de jaren 80 huisvlijt nodig om Bello te huisvesten en bleek de XJ traditioneel geschikt om ceo’s in op te vouwen. Nee, voor gebruiksgemak zijn er geen Jaguars en om deze traditie in stand te houden werd de X-type zelfs bewust iets ingekort. Alles om maar niet te concurreren met grote broer S-type. 

Het resultaat van deze ingreep mag er zijn. “Het is geen heel ruime auto”, zegt de eigenaar van een X-type 2.5 V6 met gevoel voor understatement. “Nu ben ik 1,95 meter lang en dat is eigenlijk net even te veel. De hoofdruimte is maar net aan en de laag geplaatste binnenspiegel beperkt het zichtveld nogal. Ook de beenruimte op de achterbank is minimaal, maar dat is voor mij gelukkig niet relevant.” De eigenaar van een X-type 2.0d Executive ervaart hetzelfde: “Het interieur is niet superruim. Zeker op de achterbank is de ruimte redelijk beperkt. Grote volwassenen zullen daar niet ruim zitten.” 

De eigenaar van een X-type 3.0 is beter te spreken over het ruimteaanbod. “Met zijn vieren is het goed zitten, zelfs ik kan met mijn 1,86 meter en 110 kilo ’achter mezelf zitten”, schrijft hij. Daarna volgen twee voordelen en een nadeel: “De bagageruimte is erg diep en breed, maar een beetje laag.” 

Naast de reguliere sedan bracht Jaguar ook een stationwagon op de markt, die een deel van de hierboven genoemde bezwaren wegneemt. “De kofferbak is vrij diep en breed en biedt een bruikbare ruimte”, aldus de eigenaar van zo’n Estate. “Wel is de hoogte tot het afdekscherm gering. Het scherm moet daarom al gauw worden ingeklapt.” Desondanks had deze rijder liever iets meer ruimte gehad. “Dat geldt ook voor de achterbank”, vervolgt hij. “De ruimte voor volwassenen is te krap en iets meer ruimte om een kind in en uit de stoel te halen, zou eveneens wenselijk zijn.” Wat wel duidelijk voor de station spreekt: “De extra hoogte die de Estate biedt ten opzichte van de saloon is zeer prettig voor lange mensen.” 

Over het zitcomfort houden de meeste rijders zich op de vlakte. Bestuurders die het onderwerp wel behandelen, noemen de stoelen samengevat ‘net te klein en net te hard’. Het dashboardontwerp en de afwerking zijn juist zaken die positief worden beoordeeld. 

Rijden met de X-type 

De eigenaar van een X-type 2.5 in exclusieve Le Mans-trim is overwegend content met het weggedrag van zijn Jaguar. “Ondanks een duidelijk sportieve inslag is de auto comfortabel. Goed veercomfort, natuurlijk wel wat stug op dwarsrichels, maar niet storend. Het geluidsniveau is laag en ook is er weinig windgeruis. De wegligging  is zeer goed dankzij vierwielaandrijving en grote banden.” Een minpunt is er ook: “De auto vertraagt an sich goed, maar de remmen voelen sponzig aan, waardoor je soms harder moet trappen dan je verwacht. Zeker in stadsverkeer vergis ik mij zelfs nu nog af en toe in de wat matige reactie van het rempedaal.” 

De eigenaar van een X-type Estate 2.0 V6 is ook behoorlijk tevreden. “De auto rijdt als op rails, zo strak. Vorig jaar zijn we naar Italië op vakantie geweest, geen probleem. Kortgeleden op en neer naar Berlijn geweest met de cruisecontrol op 160. Je stapt gewoon uitgerust uit, wat een fijne reisauto is dit! Op hogere snelheden zou de stuurbekrachtiging wat minder kunnen, maar dat is een kwestie van wennen.” Een andere Estate-rijder schrijft: “Hoewel de auto niet uitnodigt tot een sportief weggedrag is het zeker mogelijk een bochtig parcours hard af te leggen. Waar de auto echter het meest toe uitnodigt, is rustig en in alle comfort lange ritten afleggen. Vering en demping zijn prettig en comfortabel.” 

Hoe het comfort wordt ervaren, blijkt sterk afhankelijk van de gekozen uitvoering. “Opmerkelijk is het comfort van de auto”, schrijft bijvoorbeeld de eigenaar van een standaard X-type 2.5 V6. “De vering strijkt oneffenheden en kuilen vlak, zonder week over te komen.” De eigenaar van een gelijk gemotoriseerde auto in Sport-trim is minder enthousiast. “De vering is uitermate stug, overigens kenmerkend voor de Sport-uitvoering. Rijd vooral om de kuilen in de weg heen. Van een Jaguar verwacht je echt meer comfort. Hetzelfde geldt voor het geluid binnenin de wagen. De brede banden en grote buitenspiegels zorgen voor veel herrie.” 

Dan de zescilinders onder de motorkap. “Wat rijdt dat toch heerlijk, zo'n zescilinder”, vindt de bestuurder van een X-type 2.5 V6 Executive. “Rustig meekabbelend is het een heerlijk trillingsvrij apparaat, maar trap je hem echt op zijn staart, dan verandert het karakter. Hij heeft dan een lekkere snerp en voelt snel aan. Met alle moderne automaten en turbo-viercilinders om mij heen valt de echte snelheid wel mee, maar qua beleving helemaal top.” De eigenaar van een X-type 2.0 V6 is geenszins ontevreden met de basismotor, maar komt toch in de verleiding om een 3.0 met AWD aan te schaffen.

Onderhoud, storingen en mankementen 

Een echte Jaguar heeft de naam onderhoudsgevoelig te zijn. Als je met dit vooroordeel een lijst met mankementen van de X-type wil samenstellen, kom je echter van een koude kermis thuis. Gebruikers melden in elk geval geen zeer ernstige problemen. De eigenaar van een 3.0-V6 heeft het onderhoud en de reparaties keurig voor ons opgeschreven. De opvallendste zaken zijn een stotterende motor, wat veroorzaakt werd door een verstopte carterontluchting, en een defecte koplamphoogteverstelling. “Dat blijkt een bekend probleem te zijn. De verstellingsmechanieken zijn van plastic en dat wordt broos door de hitte”, aldus deze rijder. Saillant: de speakers blijken niet opgewassen tegen Puccini. 

Het betekent niet dat er echt niets mis is met de X-type. “Mankementen? Nagenoeg geen”, vat de eigenaar van de X-type Le Mans samen. “De centrale vergrendeling is soms van slag en wil dan niet ontgrendelen als je wilt uitstappen. Verder hier en daar een rammeltje, piepje en kraakje, maar al met al blijf ik het een erg mooie en fijne auto vinden.” De eigenaar van een 3.0-V6 schrijft: “Ik betrap af en toe op een rammeltje of kraakje, maar verder is hij betrouwbaar gebleken. In 10.000 kilometer heb ik alleen een half litertje olie moeten bijvullen. Dat waren grotendeels snelwegkilometers, geen vakantierit.” De conclusie is duidelijk. Qua vormgeving en interieurafwerking is de X-type zo Brits als wat, maar als het op rijden en betrouwbaarheid aankomt, is de X-type zeker geen typische Jaguar. 

We waarderen het als je wilt bijdragen door het bijhouden van de AutoWeek Verbruiksmonitor of door een gebruikersreview te schrijven waarin je jouw ervaringen met de auto deelt. Daarmee help je potentiële kopers echt vooruit!