Porsche Cayman

De crisis voorbij

Porsche Cayman
Porsche CaymanPorsche CaymanPorsche CaymanPorsche CaymanPorsche Cayman
AutoWeek 31 2006
AutoWeek 31 2006

Je leest het in AutoWeek 31 2006

Porsche heeft met de Cayman (zónder S) het modellengamma naar beneden toe afgerond. Voor 'slechts' € 67.230 stap je in een sportwagen pur sang. Jazeker, zelfs met 'slechts' 245 pk. Wij maakten in de omgeving van Stuttgart kennis met de instap-Cayman en kwamen al snel tot de conclusie dat deze prijspakker absoluut geen crisisversie is.

Onbewust gaan onze gedachten terug naar de 924 als we een kreet als 'instap-Porsche' of 'budget-Porsche' horen. In het kielzog van de oliecrisis van 1973 werd dit model in 1975 aan het grote publiek getoond, boordevol VW- en Audi-techniek, de tweelitermotor van 125 pk incluis. Oorspronkelijk zou de 924 dan ook een sportwagen van Volkswagen worden, net zoals de 914 dat feitelijk was. Al snel rees dan ook de vraag: is deze 924 wel Porsche genoeg om het illustere schildje met het stijgerende paard (het wapen van Stuttgart) op de motorkap te mogen dragen? De prestaties waren immers niet bepaald indrukwekkend; de 0-100-sprint werd maar nét binnen de tien seconden uitgevoerd en met een topsnelheid van 204 km/h sloeg de concurrentie ook niet stijl achterover. Logisch dat de 924 door puristen niet serieus werd genomen en de auto al snel predikaten als 'vrouwen-Porsche' of 'armeluis-Porsche' kreeg opgeplakt, waardoor de auto tot op de dag van vandaag een twijfelachtige reputatie heeft.

In tijden dat sportwagenfabrikanten elkaar continu de loef af proberen te steken in een pk-race waarvan het einde nog niet in zicht lijkt, is het opmerkelijk dat Porsche nu juist een minder vermogende versie van de Cayman op de markt brengt. Als je iets verder kijkt en in de Porsche-prijslijst een gelijk gemotoriseerde Boxster ziet staan, is het ook weer niet zo vreemd; de Cayman is natuurlijk eigenlijk gewoon een Boxster met een vast dak. Een logische stap, dus. Vanaf het moment dat de Cayman op de markt is, heeft het model zeer goede kritieken gekregen en heeft hij zich inmiddels een reputatie verworven die heel wat beter is dan een slap 911-aftreksel, een verwijt dat de Cayman in het begin nog wel eens naar het hoofd geslingerd kreeg. Dat was duidelijk voordat men met de auto had gereden. De Cayman S bleek met z'n 295 pk de 911 heel aardig partij te kunnen bieden.

Toch 'n vrouwen-Porsche?

Je zult het altijd zien; heb je 's middags een heerlijk stukje gestuurd met de Cayman en net geconcludeerd dat deze met z'n 245 pk allesbehalve een armoedige versie is en het stempel 'vrouwen-Porsche' (wat dit ook moge wezen) zeker niet verdient, krijgen we 's avonds bij de perspresentatie doodleuk een twee minuten durend reclamefilmpje te zien waarin een dame haar gele Cayman van dure naar nog duurdere winkel rijdt, totdat de bagageruimte vol is. Het lijkt wel alsof Porsche het eerdergenoemde stempel er deze keer juist met alle geweld op wil drukken. De marketingafdeling zal er ongetwijfeld goed over hebben nagedacht hoe ze deze basis-Cayman willen positioneren.

Hoe het ook zij, wij hebben in de paar uurtjes dat we met de Cayman mochten sturen, een hoop plezier beleefd. Het is overbodig te melden dat 'ie minder snel is dan z'n grotere broer, de Cayman S. Die heeft dan ook een 3,4-liter boxermotor met 295 pk achterin liggen en niet eentje van 2,7 liter en 245 pk. Natuurlijk scheelt dat. Maar dat betekent niet dat je in de Cayman moet bijsteppen om de gang erin te houden. Integendeel; in 6,1 seconden naar 100 km/h is nog altijd zeer vlot en met een topsnelheid van 258 km/h sla je ook geen modderfiguur. Belangrijker dan deze getallen is de manier waarop de boxer z'n werk doet en de Cayman in de gelegenheid stelt om z'n rij-eigenschappen op fraaie wijze te etaleren. Het geluid van de motor kunnen we bestempelen als 'helemaal goed'; lekker vol, grommend en agressief als het toerental toeneemt. Bij 4.000 tpm wordt de sound nog een stukje heftiger en hoe verder je in de toeren klimt, hoe beter de Cayman in z'n element komt en hoe stoerder hij klinkt. Het lichtvoetige karakter van de auto (1.300 kg) en de scherpe stuurreacties zorgen ervoor dat de Cayman ondanks z'n kleinere motor een échte sportwagen is (gebleven). Als minpuntjes noteren we iets te veel onderstuur en de afwezigheid van pure power op de achterwielen. Maar dat dit geen dramatische gevolgen heeft, blijkt uit de rondetijd die de Cayman op de Nürburgring neerzette: 8,23 minuten, slechts 12 seconden langzamer dan de Cayman met 50 pk en 69 Nm méér.

Drie bakken

De Cayman is in de loop van deze maand leverbaar met drie verschillende versnellingsbakken. De basisversie moet het doen met een handgeschakelde vijfbak, helaas hadden we tijdens de introductie geen tijd meer om hier kennis mee te maken. Dat hebben we wel gedaan met de handgeschakelde zesbak en de 5-traps Tiptronic-automaat. Met die eerste is helemaal niets mis, met korte en snelle slagen laat de pook zich gewillig door de versnellingen jagen. Wie de voorkeur geeft aan relaxed rijden, heeft een goeie aan de Tiptronic. De bak is niet supersnel, maar gedraagt zich erg prettig en past zich uitstekend aan de omstandigheden en het rijgedrag van z'n chauffeur aan. Bovendien kun je de zaken in eigen hand houden door zelf van verzet te wisselen, al dan niet met de knopjes op het stuurwiel. Porsche rekent voor de instap-Cayman € 67.230 en dat is aanzienlijk minder dan de € 81.995 die de Cayman S moet kosten. Je levert er natuurlijk wel vermogen voor in. Verwacht bovendien niet dat je voor die 67 mille klaar bent. Je moet het dan namelijk stellen zonder 6-bak of Tiptronic, leren bekleding, sportonderstel en tal van andere zaken die zo leuk zijn om je Porsche mee aan te kleden. Voor je het weet, loopt de teller alweer aardig op. Maar goed, voor 67 mille heb je dus wél een Porsche. En zeker geen 'poor man's (of woman's) Porsche'. De importeur verwacht zelfs dat 70 procent van de jaarlijks verkochte Caymannen er eentje zónder S is. Concurrentie zal voornamelijk komen uit de hoek van BMW (Z4 Coupé 3.0si, € 56.900), Audi (TT 3.2 V6, € 54.990) en Nissan (350 Z, € 53.545), die allemaal nog altijd (meer dan) tien mille voordeliger zijn maar het moeten doen zonder dat stijgerende paardje.