Peugeot 508 SW PHEV – Skoda Superb Combi iV - Test

De plug-in hybride is momenteel met een opmars bezig. Dat het ene na het andere merk met een stekkerhybride komt, is voor een groot deel te danken aan de Europese eisen op het gebied van CO2-uitstoot. Ook PSA grijpt enthousiast naar dit middel. Zo verschenen in 2019 achtereenvolgens plug-ins op basis van de Citroën C5 Aircross, de Opel Grandland X, de DS 7 Crossback en de Peugeots 5008 en 508. Een 1.6-PureTech-benzinemotor is in alle gevallen het uitgangspunt, al levert het blok in de SUV’s van DS, Opel en Peugeot meer vermogen dan in de 508. Hierin komt de vierpitter tot 180 pk, wat een totaalvermogen van 225 pk oplevert. Daarmee is de Hybrid even krachtig als de krachtigste benzineversie, die daarom meteen maar van de prijslijst is gehaald. Een accupakket van 11,5 kWh zorgt voor een theoretisch elektrisch bereik van 54 km, waarna de auto in 3,5 uur weer kan worden volgeladen. Optioneel is er een 7,4 kW-boordlader beschikbaar, waarmee de laadtijd bij een 32 ampère-wallbox kan worden gehalveerd. Deze optie is bij Skoda niet beschikbaar.

De Superb iV deelt zijn techniek uiteraard met de laatste editie van de Volkswagen Passat GTE. Een 1.4 TSI-benzinemotor dient hier nog altijd als basis en zorgt samen met de elektrokracht voor een totaalvermogen van 217 pk, terwijl het koppel met 400 Nm juist wat hoger uitvalt dan bij Peugeot. Met 13 kWh is het accupakket wat groter dan dat van de 508, wat op papier niet meer dan één kilometer winst oplevert als het gaat om het elektrische bereik. In de praktijk blijkt dat verschil wat groter. Bij helder, zonnig weer en met 100 km/h op de snelweg kwamen we met de 508 niet verder dan een kilometer of 32, waar de Skoda gedurende exact dezelfde rit 8 km verder komt op een acculading. Volledig opladen neemt ook met de Skoda zo’n 3,5 uur in beslag. Wel is het daarbij jammer dat de laadpoort zich in de grille bevindt. Het ‘luik’ is daardoor nagenoeg onzichtbaar, maar deze positie dwingt de Superb-rijder wel om vooruit in te parkeren. Bij de 508 zit de laadopening linksachter, wat ons beter bevalt. Het klepje heeft dezelfde vorm als de tankklep aan de rechterkant, zodat ook hier nauwelijks opvalt dat de auto een extra opening heeft.

Beide auto’s zijn lekker vlot, maar krachtbronnen en automaat zijn in de Superb wel beter op elkaar ingespeeld. De grote Skoda versnelt ogenschijnlijk zonder inspanning en de overgang tussen elektroen benzinemotor verloopt zonder voelbare schokken, terwijl de zeventraps DSG-automaat snel en vloeiend van verzet wisselt. Bij de Peugeot is de reactie op het gaspedaal minder voorspelbaar. Dat betekent natuurlijk niet dat de 508 een onhandelbaar ding is, maar toch zorgt het plotseling inof uitschakelen van de brandstofmotor of een onverwachte schakelactie van de automatische achtbak vaker voor verrassingen dan in de Skoda. Ook is er bij de testauto soms een lichte trilling voelbaar in de aandrijflijn, die door de aard van het hybride-beestje bovendien niet altijd gelijk loopt met de stand van het gaspedaal. Als het gaat om pure prestaties gaat de Peugeot er overigens wel met de winst vandoor, al is het verschil niet groot.

DOORSLAAN

Vlot of niet, op papier moet de 508 Hybrid een 180 pk sterke benzine-508 op de 0-100-sprint voor zich dulden. Dat heeft alles te maken met de grootste handicap van een plug-in hybride: het gewicht. Met 1.790 kg is de 508 SW Hybrid maar liefst 385 kg zwaarder dan een reguliere 508 SW en dat is onder het rijden goed voelbaar.

De Hybrid heeft gevoelsmatig altijd een zware lading in de kofferbak en deint na een stevige drempel langer na dan prettig is. Opvallend genoeg lijkt het han dicapgewicht van de deels elektrische aandrijflijn op de Superb eerder een positief effect te hebben. Waar de grootste Skoda in zijn reguliere verschijningsvorm juist de neiging heeft letterlijk door te slaan als het gaat om veercomfort, lijkt de ‘slechts’ 260 kg zwaardere PHEV wat beter uitge balanceerd.

De wulps gelijnde koets van de Peugeot en de Sportline-details van de geteste Skoda doen de sportieve bestuurder ongetwijfeld stevig likkebaarden, maar in de praktijk hebben de twee weinig op met sportiviteit. In reguliere vorm is de Franse station wagon nog de meest dynamische van de twee, maar bij de Hybrid is dat enigszins lichtvoetige karakter er echt wel af. De Franse hybride slaagt gelukkig wel als comfortabele reisauto. De forse SW rolt statig en in alle rust over de snelweg en komt daar veel beter tot zijn recht dan in snel bochtenwerk. De lichte en precieze besturing is onder die omstandigheden dan wel weer prettig, maar betekent ook dat er bij lange stukken rechtuit wat meer moet worden gecorrigeerd dan gebruikelijk.

Van die lichte ambivalentie is bij de Skoda helemaal geen sprake. De Superb is ook in deze vorm een goedmoedige, comfortabele lobbes met een uiterst neutraal en comfortabel onderstel, rustige besturing en zeer voorspelbaar rijgedrag.

VERLOREN RUIMTE

Het sterkste punt van de Skoda Superb is van oudsher zijn ruimteaanbod, maar juist op dat vlak laat de hybride variant het op papier afweten. Ten opzichte van andere versies levert de iV namelijk 150 liter bagageruimte in, waardoor hij zelfs de veel meer op uiterlijk vertoon gerichte 508 SW (530 liter) voor zich moet dulden. In de praktijk valt het verlies enigszins mee, omdat de verloren ruimte zich geheel onder de laadbodem bevindt. Alles wat daarboven gebeurt, blijft dus intact, zodat ook de halfelektrische Superb een imposant laadruim én een vlakke laadvloer heeft. Bovendien is er nog altijd ruimte om de laadkabel onder die vloer op te bergen, waar die van de Peugeot te allen tijde onhandig door de ruimte slingert.

Helemaal achterin is ook de 508 verrassend ruim, maar op de achterbank wreken de coupé-achtige lijnen zich wel. Beenen hoofdruimte krijgen hier een krappe voldoende, terwijl de Superb op dit vlak heer en meester is. Ook uitzonderlijk lange passagiers vinden hier met gemak een riante plek. Terwijl de 508 achterin gerust krap mag worden genoemd, is voorin de term ‘geborgen’ meer op zijn plek. De vrij lage zit achter een hoog dashboard en naast een oplopende ‘brug’ zorgt voor een soort cockpitgevoel dat wordt versterkt door de relatief lage daklijn. Dat zal niet iedereen waarderen, maar het zorgt er wel voor dat de bestuurder zich lekker verbonden voelt met de auto.

VERADEMING

De kleine raampartijen hebben natuurlijk ook een keerzijde, want de 508 is zeker niet de meest overzichtelijke auto die we kennen. De Skoda voelt van achter het stuur heel anders aan. Het glasoppervlak is groter en de stoel staat hoger en gevoelsmatig veel verder naar voren in de auto, waardoor de Superb direct na het instappen afstandelijker overkomt. Ook de zakelijke, eenvoudige vormgeving van het dashboard draagt daaraan bij. De Skoda mocht vanbinnen duidelijk niet mooier zijn dan broertje Passat en dus krijgt de Superb wat meer harde plastics, kale vlakken en rechtlijnige oplossingen mee. Het resultaat is een binnenste dat op sommige vlakken wat te eenvoudig en goedkoop overkomt voor een auto in dit segment, al is de bouwkwaliteit uitstekend.

Als het gaat om bedieningsgemak is er weinig op het Superb-binnenste af te dingen. Veelgebruikte functies krijgen hier nog gewoon een eigen knop, waarbij het bedieningcluster van de klimaatbeheersing een ware verademing is ten opzichte van de digitale oplossing die Peugeot hiervoor hanteert. Het Skoda-touchscreen reageert snel op aanrakingen en kent een doordachte indeling. Het scherm wordt aangevuld door een Virtual Cockpit-instrumentarium, dat zoals we gewend zijn van Volkswagenmerken in hoge mate en op een logische manier naar eigen smaak is in te delen.

CONTRAST

Dat laatste kan bij het eveneens digitale instrumentarium van de Peugeot ook, al wordt daarbij meteen duidelijk dat het digitale brein van de 508 aanzienlijk trager is dan dat van de Skoda. Het centrale scherm ziet er gelikt uit en de vormgeving van de digitale wereld is zonder meer geslaagd, maar de reactiesnelheid blijft achter bij wat je tegenwoordig mag verwachten en ook de indeling van de menustructuren kan beter.

De rest van het interieur maakt gelukkig veel goed. De gewaagde vormgeving is wat smaakgevoelig, maar consequent doorgevoerd en het geheel oogt fris en modern. Ons testexemplaar is bovendien uitgevoerd met heel fraai, natuurlijk ogend leer in een lichte tint met de naam ‘Claudia Mistral’, wat het contrast met het nuchtere Skodabinnenste alleen maar verder vergroot. Dat leer doet met een meerprijs van € 1.700 trouwens wel een stevige bijdrage aan de totaalprijs, die voor de getoonde auto op € 55.510 uitkomt.

In de basis gaat het om een Blue Lease Allure, een op de zakelijke markt gerichte uitvoering die voor de hybride 508 als basisversie fungeert. Voor € 46.960 biedt deze versie onder meer ledverlichting rondom, 17-inch lichtmetaal, comfortabele AGR-stoelen en het uitgebreide infotainmentsysteem met een 10-inch-scherm. Ook adaptieve cruisecontrol en de rijstrookassistent zijn standaard.

Skoda mikt met de Superb iV eveneens nadrukkelijk op de zakelijke rijder, waarbij er keuze is uit de Business Edition of de hier geteste Sportline Business. Die kost zonder opties € 47.990 en moet het zonder adaptieve cruisecontrol en rijstrookhulp doen, terwijl ook het getoonde infotainmentsysteem extra kost. Daar staat tegenover dat de auto standaard over matrixledkoplampen, 18-inch-lichtmetaal en een elektrische achterklep beschikt, zaken die de Peugeot niet of slechts tegen meerprijs biedt. Bovendien is de netjes aangeklede, knalrode testauto met € 51.530 aanzienlijk minder duur dan de geteste 508.

Wat gebruikskosten betreft genieten beide auto’s voorlopig nog het voordeel van een gehalveerd motorrijtuigenbelastingtarief, al is dat voor de leaserijder hooguit indirect interessant.