Opel Astra Coupé Turbo
Geweldsexplosie
- Mario Prinsen
- Eerste rijtest
Binnen het Opel-gamma is de Astra een uiterst robuuste pijler, zeker op de Nederlandse markt. Astra's gaan hier als warme broodjes over de toonbank, waarbij vooral de vijfdeurs en Stationwagon geliefd zijn. Daarnaast rijden er nog redelijk wat sedans rond, maar je moet wel een volleerd autospotter zijn om hem van de vijfdeurs te kunnen onderscheiden. Minder vaak kom je de vlot gelijnde driedeurs tegen, en de vaandeldrager van de reeks, de Coupé, is echt een zeldzaamheid. Zo'n Coupé is meer een auto voor fijnproevers en dat geldt helemaal voor de nieuwste turboversie.
Even snel een Turbo van een gewone Coupé onderscheiden is geen makkelijke klus. Die chroomstrip onderaan het kofferdeksel, denk je dan, maar die hebben de 1.8 16V en de 2.2 16V inmiddels ook gekregen. Vinden we trouwens een behoorlijk misplaatst ding op een auto die verder volledig strak in het matzwart is gehouden. Nee, het komt bij de Turbo echt aan op de grotere wielen en een iets ander eindstuk van de uitlaat. Val je dus niet echt mee op.
Heel herkenbaar
Frappant vinden we nog steeds dat de daklijn van de Astra Coupé zo enorm doet denken aan die van de Calibra; alsof ze bij Opel nog even een oude mal van die aalgladde coupé hebben afgestoft. De onderste helft van het koetswerk is onvervalst Astra en dat betekent dat deze coupé beduidend minder opwindend is dan de Calibra en de Tigra. Eigenlijk meer in lijn met de vele coupé's op basis van de Rekord en de Kadett en dus wel heel erg Opel. Deze Coupé is een zuivere vierzitter met ook achterin behoorlijk wat ruimte. De kofferbak is met 460 liter inhoud ongewoon royaal voor dit type auto.
Van binnen verschilt de Coupé weinig van zijn minder exotische broertjes. Dat dashboard herken je meteen uit de familie-Astra; het kreeg voor de Coupé een aluminium- of bronskleurige middenconsole. Naar keus zijn er zwarte of witte wijzerplaten leverbaar en op verzoek het afgebeelde navigatiesysteem. Extra muntjes ben je ook kwijt voor het interieur met leer/alcantara bekleding.
Fraaie krachtpatser
Waar het hier allemaal om gaat, is die krachtcentrale achter de grille. Een tweeliter zestienklepper is door de techneuten voorzien van een heel moderne, compacte turbo-installatie. Geen absoluut nieuwtje, want de Calibra kende ook al zo'n turbomotor: weliswaar sterker, maar minder geraffineerd dan deze Astra-variant. De motor is goed voor 190 pk en een maximum koppel van 250 Nm dat al bij 1950 toeren paraat is en constant blijft tot 5300 toeren! Dat je daar wat mee kunt, blijkt wel uit de prestaties die Opel opgeeft. Deze Astra jaagt in 7,5 tel naar de 100 km/h en de topsnelheid bedraagt een imponerende 245 km/h. Astraatje hadden we het toch over? Jazeker, maar dan wel een echte volbloed. En ook nog eens zuinig als je Opel mag geloven, maar dat valt bij turbo's in de dagelijkse praktijk vaak wat tegen.
Maar eens een stevig stukje sturen over verlaten weggetjes door de Spaanse binnenlanden. De Astra Coupé Turbo snelt in hoog tempo van de ene bocht naar de andere. Van echte turbovertraging is nauwelijks iets te merken en de motor doet zijn werk opvallend rustig. Geen rauwe geluiden uit de machinekamer en een bescheiden uitlaatgeluid. Door het enorm breed gespreide koppel hoef je nauwelijks te schakelen. Die bochten vreet de Astra best goed, maar de auto mist wel het scherpe gevoel van een GTI. Daarnaast is de Coupé Turbo niet vrij van aandrijfreacties in de besturing; 190 pk en 250 Nm is toch een grensgeval voor een auto met aandrijving op de voorwielen. Onze eerste testauto was extreem zoekerig als er flink werd gasgegeven of serieus werd vertraagd. Hoort niet zo volgens de Opel-techneuten en een tweede door ons gereden exemplaar had er beduidend minder last van.
Het een of het ander
Met het onderstel van deze Astra hinkt Opel op twee gedachten. Enerzijds moet de auto een goed veercomfort bieden en anderzijds wil Opel dit model toch als uiterst sportief presenteren. Resultaat is een onderstel dat korte richels nauwelijks gefilterd doorgeeft aan de inzittenden die ook nog eens op erg harde stoelen zitten. Op langere oneffenheden vertoont de auto haast deinneigingen. Van een mooie veerbalans is dus geen sprake. We denken dat Opel met de montage van 17 inch-velgen in combinatie met superplatte 40-serie banden net te ver is gegaan. Zo'n band heeft een keiharde wang die nauwelijks meegeeft: weinig comfort dus en de eigenschap om wegoneffenheden als spoorvorming nadrukkelijk te willen volgen. In onze ogen zou Opel er verstandig aan doen deze auto op 16 inch wielen te zetten, waardoor 'ie naar onze inschatting minder nerveus aandoet en een betere comfortbalans biedt. Opel Nederland is daar momenteel serieus over aan te nadenken.
Hoewel Opel deze Astra Coupé Turbo zelf geregeld omschrijft als sportwagen, zien wij hem toch meer als een supersnelle reiswagen met als bonus toch nog heel wat praktisch gemak. Opel gaat hem leveren voor f 65.995 en voor dat geld kun je echt geen snellere auto op de stoep krijgen. Het zal dan ook wel geen probleem zijn de voor ons land beschikbare auto's aan de man te brengen.