Stationwagons zijn populair, dus waarom zijn er eigenlijk maar zo weinig elektrische exemplaren?

Stationwagons hebben allang geen prioriteit meer voor autofabrikanten. Dat heeft alles te maken met globalisering. Traditioneel is de stationwagon namelijk vooral een Europese aangelegenheid. In wereldregio’s als Azië en Noord-Amerika was aanvankelijk de sedan veel populairder, terwijl nu SUV’s en cross-overs wereldwijd enorme verkoopaantallen opleveren. Wie als autobouwer fors gaat investeren in de ontwikkeling van een EV, doet er dus goed aan om die auto in een vorm te gieten die wereldwijd in de smaak valt. Een cross-over of hooguit een sedan dus, wat verklaart waarom de EV’s van de laatste jaren doorgaans in één van die twee vormen verschijnen.

Maar toch gaat dat nu veranderen?

Langzaam maar zeker, ja. Met de groei van het aantal elektrische modellen is er echter ook meer ruimte voor differentiatie en dus zien verschillende fabrikanten inmiddels wél kansen voor elektrische stationwagons. In de meer betaalbare hoek vinden we die auto’s bij MG, Peugeot en Opel, in het hoogste segment zou je de Porsche Taycan Sport Turismo met wat fantasie als een stationwagon kunnen zien. Het Chinese Nio toonde in 2023 een verrassende hoeveelheid aandacht voor Europa door tussen die twee uitersten in met de ET5 Touring te komen, maar nu staan de Duitsers in het ‘hoge middensegment’ zelf ook klaar met elektrische stationwagons.

Een BMW tegen een Volkswagen, dat voelt evengoed raar.

Is het ook wel. De Volkswagen ID7 Tourer en BMW i5 arriveren min of meer tegelijkertijd en zijn ook min of meer even groot, maar stiekem natuurlijk geen directe concurrenten. De BMW is als premiumproduct een stuk duurder dan de ID7 en begint qua prijs grofweg daar waar de Volkswagen eindigt, maar alleen als je rekening houdt met de Business Edition die BMW tijdelijk aanbiedt voor €73.382. Doe je dat niet, dan is het prijsverschil nog groter. Voor een i5 Touring betaal je op de reguliere prijslijst minimaal 80 mille, de ID7 Tourer begint bij 58. De geteste Volkswagen kost zo'n 68 mille en is voorzien van vrijwel alle beschikbare opties. De BMW is ‘kaal’ al het duurst en kost in de gereden uitvoering ineens bijna €105.000. Voor minder kan het ook, maar duur zal een lekker uitgevoerde i5 altijd zijn, zelfs met ‘basis-aandrijflijn’ eDrive40.

Oja, motorversies. Wat betekent 'eDrive40'?

De i5 eDrive40 heeft dezelfde 81,2 kWh-accu als duurdere versies, maar slechts één elektromotor en is daarmee 340 pk sterk. Een Volkswagen ID7 Pro S met datzelfde vermogen en 86 kWh zou daarmee de beste match zijn geweest, maar wij rijden de Volkswagen als reguliere Pro met een 77 kWh-accu. Zelfs in die vorm komt de Volkswagen verder op één acculading, want de ID7 is opvallend veel efficiënter. De BMW is dan weer voelbaar feller dan de Volkswagen, maar ook de ID7 is voor normaal gebruik vlot zat. Dankzij achterwielaandrijving heeft geen van de auto's moeite om het vermogen op het asfalt te krijgen.

Rijdt zo'n dure BMW significant beter dan de Volkswagen?

Het prijsverschil is onderweg inderdaad wel te voelen. De Volkswagen heeft een prettige besturing en een opvallend korte draaicirkel, die bij het manoeuvreren een groter voordeel blijkt dan vooraf gedacht. Zijn onderstel is standaard wat uit balans, omdat de schokdempers wat te slap zijn voor de veren en het samenspel het forse wagengewicht niet aan lijkt te kunnen. Het optionele Dynamic Chassis Control biedt uitkomst, want hiermee zijn de schokdempers in niet minder dan vijftien verschillende standen instelbaar. Drie tikjes rechts van ‘comfort’ vonden we een stand die wél de juiste balans biedt en dus eigenlijk het uitgangspunt zou moeten zijn. Bij de BMW zijn de instelmogelijkheden wat beperkter, maar de i5 maakt niettemin meteen duidelijk wat ‘premium’ ook alweer betekent. De auto is met zijn luchtgeveerde achteras en uitgebalanceerde voortrein zowel comfortabeler als dynamischer dan zijn rivalen. De directe besturing en relatief lage zitpositie zorgen hier voor een echt BMW-gevoel, terwijl de auto tegelijkertijd comfort bovenaan zijn prioriteitenlijstje heeft staan. Het knapst van de i5 vinden we dat hij in de eerste plaats ‘gewoon’ aanvoelt als een 5-serie, wat dit ook is, en pas dan als een EV. Die elektrische aandrijflijn is als het ware bijzaak en dat is een groot verschil met de Volkswagen, die vanaf de eerste pennenstreek als EV is ontworpen en dat ook op alle mogelijke manieren uitdraagt.

Genoeg over het EV-gedeelte, hoe doen de i5 en ID7 het als stationwagons?

Goed, maar met duidelijk verschillen De keuze van BMW om een bestaand model te elektrificeren, heeft namelijk ook nadelen. Die zijn het best voelbaar op de achterbank, waar de beenruimte net als in iedere 5-serie Touring tegenvalt en de eventuele middelste passagier de benen aan weerszijden van een forse transmissietunnel moet plaatsen. De ID7 heeft een iets minder grote wielbasis dan de i5, maar wel een kortere neus en biedt achterin veel meer beenruimte en een vlakke vloer. Ook achterin, in de bagageruimte, is de ID7 met 605 tegen 570 liter net wat ruimer dan de i5. De i5 is hier wel mooier afgewerkt, maar laat hier tegelijkertijd zien dat ook BMW de hand wat op de knip moet houden momenteel. De nieuwe 5-serie Touring is namelijk de eerste ooit die het zonder separaat te openen achterruit moet doen. Daarmee samenhangend missen we ook de elektrisch omhoog- en omlaag schuivende hoes van de vorige generaties. Het nieuwe scherm doet na het openen van de klep automatisch een stapje naar achteren, maar wordt na het sluiten van de klep niet automatisch gesloten. Irritant en gewoon jammer. Wie hoopt op een extra laadruim in de neus, komt bedrogen uit: zo'n 'frunk' hebben de auto's allebei niet.

Samenvattend: welke Duitse fabrikant maakt de beste elektrische stationwagon?

De Volkswagen ID7 is ruim, rijdt goed, heeft het grootste bereik en het laagste verbruik en kost ook nog eens het minste. Dan is de keuze snel gemaakt, toch? Rationeel wel, maar zoals altijd ligt het net iets gecompliceerder. De BMW i5 doet veel dingen net iets beter. Hij rechtvaardigt zijn hogere prijs grotendeels met een duidelijk fraaier interieur en een algeheel hoogwaardiger uitstraling en rijbeleving, maar de keuze voor de i5 berust daarmee wel meer op emotie dan op ratio.

In AutoWeek 43, die nog tot woensdag 30 oktober verkrijgbaar is, doet er nog een derde elektrische stationwagon mee aan deze vergelijkende test, de Nio ET5 Touring.

We waarderen het als je wilt bijdragen door het bijhouden van de AutoWeek Verbruiksmonitor of door een gebruikersreview te schrijven waarin je jouw ervaringen met de auto deelt. Daarmee help je potentiële kopers echt vooruit!