Test: Mitsubishi Space Star (2020)
Goed uit te leggen
Nu zaken als design en beleving oppermachtig zijn in autoland, is een Mitsubishi Space Star een verfrissend rationele keuze. Hoewel zijn fors brutalere neus graag een andere indruk wekt, blijft het model ook in zijn nieuwste vorm vooral het verstand aanspreken.
De huidige Mitsubishi Space Star verscheen in 2013 en is niet bepaald een opvallende verschijning in autoland. Toch is hij wel degelijk onderscheidend in zijn segment. Waar de rest van het aanbod in het zogenaamde A-segment bijna per definitie voor en door Europeanen wordt gebouwd, is de kleinste Mitsubishi een echte wereldauto. De Space Star wordt gebouwd in Thailand en op de Filipijnen en staat behalve in Azië en Europa ook in Zuid- en zelfs Noord-Amerika op de prijslijsten, zij het als Mirage. Met zijn relatief forse buitenmaten ontstijgt de auto bovendien veel directe concurrenten, waarmee de Space Star zijn Europese naam eer aandoet.
Voor modeljaar 2020 krijgt de auto een compleet nieuwe neus, waarmee de gehele Europese line-up van Mitsubishi van het zogenaamde Dynamic Shield is voorzien. De opvallende verticale strips, forse koplampen en optisch aan elkaar gesmolten luchtinlaten geven de kleinste Mitsubishi een veel brutaler voorkomen, al vertellen de kleine en diep in de wielkasten verstopte wieltjes een ander verhaal. Aan de achterkant vallen nieuwe ledlichtunits op, al zijn die voorbehouden aan duurdere uitvoeringen. Eenvoudiger versies moeten het met de lichtunits van het prefacelift model doen.
Door de nieuwe neus en aangepaste achterbumper is de Space Star daadwerkelijk gegroeid, al komen die vijf extra centimeters niet in het interieur terug. Toch blijft de auto relatief ruim. Met zijn bagageruimte van 265 liter ontstijgt de auto zelfs goed scorende concurrenten als de Kia Picanto en Hyundai i10 en met wat inschikken is er ook op de achterbank redelijk te zitten. Wie echt wil, kan hier bovendien standaard drie personen kwijt, waar veel tegenstrevers met slechts een tweezitsbankje zijn toebedeeld. Bovendien kunnen de ruiten gewoon worden geopend, terwijl klapramen in deze klasse verre van ongebruikelijk zijn.
Voorin wordt het comfort met deze facelift naar een hoger plan getild, door de toevoeging van een middenarmsteun, die helaas net te kort is om echt van waarde te zijn. Sowieso is de zitpositie wat ongemakkelijk, mede door het niet axiaal verstelbare stuur en de vrij hoog in de auto geplaatste stoel. Niet zo fijn, maar ook niet ongebruikelijk in dit segment. Dat het dashboard uit hard plastic is opgetrokken, is evenmin een schande. De vormgeving is wat inspiratieloos, maar al het plaatwerk is netjes aan het zicht onttrokken. Nieuw is het infotainmentsysteem, dat vanaf het middelste uitrustingsniveau voorziet in Android Auto en Apple CarPlay. De ingebouwde navigatie, waarmee de duurste versies zijn uitgerust, is daarmee wat ons betreft overbodig.
GEVOELLOOS
Net als voorheen krijgen Space Star-kopers de keuze uit een 1.0 met 71 pk en een 1.2 met 80 pk. De dikste versie is daarbij optioneel verkrijgbaar met een CVT-automaat en dat is de versie waarmee wij op pad gaan. Het turboloze motortje wordt bij volle belasting heus vrolijk in de toeren gejaagd door de traploze transmissie, maar toch is dit geen onaangename aandrijflijn. De CVT bevalt veel beter dan de gerobotiseerde handbakken die in de instapklasse vaak het enige alternatief vormen en houdt het toerental bij een constante snelheid opvallend laag. Dat komt naast het comfort ongetwijfeld ook het verbruik ten goede, al biedt deze eerste rit geen kans om dat laatste uit te proberen. De besturing is vooral rond de middenstand behoorlijk doods en gevoelloos. Wel is de Space Star behoorlijk comfortabel, dankzij een ietwat zompig onderstel, dat de auto in een snel genomen bocht lekker op één oor laat hangen. Drempels worden soepel weggewerkt, hoewel de auto als het te hard gaat wel wat springerig wordt. Een toppunt van raffinement is de Space Star zeker niet. Dat is jammer, want in het Nederland van nu is het knap lastig om een kleine auto echt goedkoop te krijgen.
De vanafprijs van € 12.990 (voor de 1.0) is netjes, maar geldt voor een kale instapversie die zelfs fleetowners liever links laten liggen. De eerstvolgende variant heet Cool+, is voorzien van airco en is voor € 14.490 van jou. Wie een 1.2 met automaat wil, is minimaal € 17.490 kwijt. Voor een soortgelijk bedrag staat er ook een handgeschakelde Nova klaar, de uitvoering waarvan Mitsubishi het meeste verwacht. De introductieversie krijgt onder meer lichtmetaal, led-achterlichten, klimaatregeling, cruisecontrol, stoelverwarming en het uitgebreidste infotainmentsysteem mee. Wel is het jammer dat veiligheidshulpjes als een rijstrookassistent en een noodremsysteem zijn voorbehouden aan de topversie Instyle, want diens prijskaartje van € 21.490 voor de versie met automaat is dan níét goed uit te leggen.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
- +Relatief ruim
- +Handige smartphoneconnectiviteit
- -Niet zo geraffineerd
- -Niet meer echt goedkoop
Signalement
Merk | Mitsubishi |
---|---|
Model | Space Star 1.2 Instyle |
Carrosserie | 5-deurs, hatchback |
Transmissie | automaat |
Aandrijving | voorwielaandrijving |
Nieuwprijs | € 20.680 |
Specificaties
Brandstof | benzine |
Motor | 3-cil. in lijn |
Cilinderinhoud | 1.193 cc |
Maximaal vermogen | 59 kW / 80 pk bij 6.000 tpm |
Maximaal koppel | 106 Nm bij 4.000 tpm |
Inhoud brandstoftank | 35 l |
Lengte / breedte / hoogte | 3.845 mm / 1.665 mm / 1.505 mm |
Wielbasis | 2.450 mm |
Massa leeg | 880 kg |
Laadvermogen | 490 kg |
Aanhangermassa geremd / ongeremd | 0 kg / 0 kg |
Banden | 175/55R15Prijzen |
Topsnelheid | 173 km/h |
Acceleratie 0-100 km/h | 13,5 s |
Brandstofverbruik | 5,6 l/100km |
CO2-uitstoot (WLTP) | 127 g/km |