Mercedes-Benz GLC Coupé - Rij-impressie

Dat wij Nederlanders een praktisch volk zijn, zien we duidelijk terug in de verkoopcijfers van de BMW X4. De sportiever vormgegeven broer van de X3 ging in ons land in drie jaar tijd 612 keer over de toonbank, terwijl BMW van de 'normale', meer praktische X3 die aantallen vrijwel elk jaar weet te slijten. Blijkbaar zijn wij niet erg gevoelig voor de lifestylesnaar die een dergelijke coupé SUV probeert te raken, en houden we het eerder bij de nuchtere variant. Die cijfers beloven niet veel goeds voor de nieuwe GLC Coupé. Feitelijk kookt Mercedes-Benz volgens precies hetzelfde recept als BMW bij de X4: ten opzichte van de 'normale' GLC werd de Coupé bijna vier centimeter lager, terwijl zijn daklijn al boven de achterbank in een vloeiende vorm naar beneden duikt, Daardoor ontstaat een sportiever ogende versie. Als je het ons vraagt, is het uiterlijk van de GLC Coupé overigens geslaagder dan dat van de X4; dankzij de toegenomen lengte kloppen z'n proporties beter, al blijkt het ontwerp – getuige de felle discussies die wij er al over hebben gevoerd – zeer smaakgevoelig.

Flink duurder

Hoewel coupé-SUV's bij ons een rol in de marge spelen, verkopen ze in landen als China als een dolle. Alleen al daarom is het logisch dat Mercedes-Benz deze modelvariant op de markt brengt. Mocht je als Nederlander een GLC Coupé willen kopen, dan heb je vooralsnog keuze uit één viercilinder benzinemotor (de 250 met 211 pk) en twee versies van de bekende 2,1-liter dieselmotor, waarbij de 220d 170 pk levert en de 250d goed is voor 204 pk en een zeer bruikbaar koppel van 500 Nm. Alle varianten zijn voorzien van 4Matic-vierwielaandrijving en een negentraps automaat, die zeer soepel met de viercilinders samenwerkt. De genoemde versies worden leverbaar vanaf de herfst. Tegen het einde van het jaar komt er nog een instapdiesel – de 200d – bij, net als de sterkere zescilinder 350d, de 350e plug-inhybride en de door AMG aangepakte GLC 43. Het is opvallend dat alle versies van de GLC Coupé een flink hogere aanschafprijs hebben dan de gewone modellen. Laten we de 250d als voorbeeld nemen: de GLC met hoog dak kost met die motor € 59.995, terwijl de Coupé minimaal € 67.500 kost. Een prijsverschil van ruim tien procent en dat is zelfs in premiumkringen geen kleinigheid. Voor dat geld krijg je wel een Coupé die standaard is voorzien van een 15 mm verlaagd sportonderstel, een directere besturing en zaken als Artico-leer en 18-inchwielen. Een achteruitrijcamera is ook altijd aanwezig en dat is een goede zaak, want het zicht naar achteren is door de afgeronde bips beroerd.

Drie onderstellen

De komst van de Coupé vergroot het aanbod van luxe middenklasse-SUV's, maar wie eenmaal voor de GLC gekozen heeft, krijgt nóg meer keuzes voor zijn kiezen. Zo levert Mercedes drie onderstellen voor de auto, te beginnen met het sportchassis op stalen veren en standaard dempers. Eén stap hoger staat een onderstel met elektronisch geregelde dempers. De grootste aanrader is Air Body Control, ofwel instelbare luchtvering. Dat kennen we al van de gewone GLC en het maakt de auto bijzonder veelzijdig; in Comfort gedraagt de SUV zich zeer goedmoedig, maar wanneer je hem wat strakker wilt laten rijden is een tikje tegen de Dynamic-toets voldoende. Je voelt meteen dat de veerwegen korter worden en dat de auto sneller reageert. Een belangrijke kanttekening is dat de GLC Coupé nooit echt sportief wordt. Daarvoor is de auto te zwaar en speelt z'n hoge zwaartepunt hem te veel parten. Verder beweegt zijn achteras (ook in Sport+) te veel in snelle bochten. Rijd je de auto echter zoals je een dergelijke midi-SUV in onze optiek zou moeten rijden – lees: soepel en beheerst – dan is de GLC Coupé een uitstekende reispartner die zich duidelijk thuisvoelt op de lange afstand. Maar dat geldt ook voor de 'normale' GLC, wat een ontzettend fijne auto is met ook nog eens flink meer hoofdruimte achterin én een riantere plek voor de bagage. Feitelijk voegt de GLC Coupé dus maar twee dingen toe: design en diversiteit.