Mercedes-Benz CLK

Succes smaakt naar meer

Mercedes-Benz CLK
AutoWeek 2002 week 20
AutoWeek 2002 week 20

Je leest het in AutoWeek 2002 week 20

Mercedes is dik tevreden over de verkoopresultaten van de CLK Coupé. Maar dat is geen reden om op de lauweren te gaan rusten. De nieuwe versie van de CLK kreeg weer wat meer mee; natuurlijk in de hoop op nog meer succes.

Gedempt, maar toch duidelijk herkenbaar, dringt de roffel van een dikke V8 tot het interieur van de CLK 500 Coupé door. Die motor is nieuw voor dit type en de CLK is zelf ook nieuw; een nieuwe versie. Van de vorige CLK Coupé zijn meer dan 230.000 stuks gebouwd en dat maakt hem in z'n klasse tot een succesnummer, waar ze bij Mercedes best een beetje trots op zijn. Nu is er dus de nieuwe CLK Coupé om het estafettestokje over te nemen. Het nieuwe model is wat groter uitgevallen dan z'n voorganger. De lengte nam met 7 centimeter toe tot 4,64 meter, in de breedte groeide het model met 2 centimeter tot 1,74 meter en in de hoogte kwam er 4 centimeter bij zodat het dak nu tot 1,41 meter boven straatniveau reikt. Ook de wielbasis deed mee met het groeiproces. Hij werd 2,5 centimeter langer en meet nu 2,72 meter. En vermogensgroei is er dus ook, Zo is de 500 de opvolger van de 430. In het vooronder van deze coupé met (spier)ballen staat een 4966 cc V8 met 306 pk vermogen en het niet-misselijke koppel van 460 newtonmeter, dat al bij 2.700 toeren paraat is. Geen wonder dat je maar een beetje gas bij hoeft te geven om de 500 er krachtig vandoor te laten gaan. Laat je hem alles uit de kast halen, dan sleurt de ruimbemeten V8 de CLK 500 in zes seconden rond vanuit stilstand naar honderd kilometer. Nee, daarvoor hoef je als bestuurder niet driftig met de versnellingspook in de weer, want de CLK krijgt standaard een vijftrapsautomaat mee. Die schakelt super-de-luxe; daar zorgt de elektronica voor. De bak kiest steeds snel en zo soepel dat je er nauwelijks iets van voelt de versnelling die bij de rijomstandigheden past; een knappe chauffeur die het beter zou doen. Die chauffeur moet natuurlijk wel zelf blijven sturen en remmen. Maar ook dat wordt hem gemakkelijk gemaakt. Mercedes is al jaren specialist in het bouwen van wagens waarin alles 'vanzelf' lijkt te gaan. Daarom volgt de CLK heel vanzelfsprekend de bevelen op die hij via het stuurwiel krijgt. De Coupé stuurt niet zwaar en niet licht, maar doet onopvallend wat de chauffeur hem opdraagt. Het onderstel zorgt voor comfort aan boord. Daardoor is de CLK 500 – ondanks z'n niet geringe prestatievermogen – toch geen auto met een duidelijk sportief karakter. Eerder is het een toerwagen met grote vermogensreserves én veiligheidsreserves. Want behalve ABS krijgt de CLK – élke CLK – ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma) mee, om ervoor te zorgen dat de wielen hun grip behouden en de wagen op koers blijft. Ook Brake Assist; een systeem dat voor een optimale noodstop zorgt, hoort bij de standaarduitrusting.

Oppeppers
De 500 is niet de enige nieuwe krachtbron in het CLK-programma. Zo kwam de 240 met 2597 cc V6 (170 pk; 240 Nm) er bij. De 320 met 3199 cc V6 (218 pk; 310 Nm) bleef. Ook de CLK 200 Kompressor zien we terug; alleen heeft die nu een andere krachtbron met mechanische compressor. De 1998 cc-viercilinder werd vervangen door een vierpitter met een inhoud van 1796 cc. Maar het vermogen van 120 kW/163 pk bleef gelijk en het koppel nam met 10 Nm toe tot 240 newtonmeter. Om de relatief kleine motor te laten presteren heeft Mercedes er heel wat technische 'oppeppers' tegenaan gegooid. Behalve een compressor, ook een tussenkoeler en bovenliggende nokkenassen met variabele kleptiming. Hiermee kom je gauw aan een flinke hoeveelheid trekkracht onderin en de motor pakt dan ook soepeltjes uit lagere toerentallen op. Balansassen zorgen dat trillingen worden tegengegaan, waardoor de vierpitsmachine bijna net zo mooi loopt al een zescilinder. Standaard wordt de 200 Kompressor geleverd met een strak schakelende zesversnellingsbak.
Technisch nog interessanter dan de 200 Kompressor is de 200 CGI. Die heeft in principe dezelfde 1796 cc krachtbron onder de kap. Maar er is één belangrijk verschil; de CGI – Controlled Gasoline Injection - is een motor met directe benzine-inspuiting. Dankzij deze techniek is hij, met 170 pk vermogen en 250 Nm koppel, iets sterker dan z'n technisch wat minder geavanceerde broer. De prestaties liggen een fractie hoger. Maar daar gaat het niet om. Het gaat om het lagere brandstofverbruik. Een 200 Kompressor verbruikt gemiddeld 8,6 liter benzine per 100 kilometer; de 200 CGI moet voor dezelfde afstand met 7,9 liter toe kunnen. Dat moeten dan wel liters zwavelvrije benzine zijn. Die is bij ons niet te vinden en daarom komt de 200 CGI – in ieder geval voorlopig - niet naar Nederland. En er is nog een andere reden waarom DaimlerChrysler Nederland de auto hier – nog – niet wil aanbieden; de prijs. Alle techniek die de 200 CGI aan boord heeft om hem krachtig, zuinig en schoon te maken, zorgen ook voor een pittige prijs; té pittig voor ons, denkt de importeur. Maar wat merk je nu eigenlijk van die technische hoogstandjes als je met de 200 CGI op pad bent? Eigenlijk niets; de versie met directe benzine-inspuiting rijdt net zo als de 200 Kompressor.
Niet nieuw voor Mercedes, maar wel nieuw voor de CLK, is de 2685 cc, direct ingespoten dieselmotor in de 270 CDI. Die krachtbron valt vooral op door z'n hoge koppel – 400 Nm – dat al bij 1.800 toeren voorhanden is. Trekkracht zat dus met deze machine. Nog een stuk hoger is het koppel van de sportiefste CLK, de 55 AMG. Zijn V8 met 5439 cc ontwikkelt niet minder dan 510 newtoneter. Aan vermogen is er ook geen gebrek, want de forse achtcilinder perst er 367 pk uit. Dit motorgeweld, dat via een vijfversnellingsautomaat naar de achterwielen gaat, kan de 55 AMG in 5,2 s van nul naar honderd katapulteren.

Auto-spotten
Hoe herken je de nieuwe CLK? Goede aanknopingspunten zijn de koplampen. Het vorige model had nog dubbele koplampen waarbij telkens een groot en een klein exemplaar een combinatie vormden. Bij het nieuwe model zijn de grote en de kleine lamp naar elkaar toe geschoven en vloeien ze in elkaar over zoals we dat ook bij andere, nog jonge, Mercedes-modellen zien. Een goede hulp bij het 'spotten' van de jongste CLK is ook de Mercedesster. Elke Merc heeft hem natuurlijk, maar bij de oude CLK staat hij boven op de grille, terwijl hij er bij de nieuwe versie in zit. Om het nog makkelijker te maken, is het een ster van fors formaat. Wat vormgeving betreft, lijken de coupés van de twee generaties veel op elkaar. Ook in het interieur geen schokkende verschillen. De instrumenten zitten nog steeds onder een simpel koepeltje. Wel veranderde de belijning van het dasboard wat en zijn er nu ronde ventilatieroosters gemonteerd in plaats van hoekige. Hoe het inwendige van de CLK er uit ziet, wordt ook bepaald door de uitvoering die gekozen wordt. Is dat 'Avantage' dan zijn middenconsole en deurpanelen afgewerkt met hout. Is het 'Elegance' dan zien we aluminium in plaats van hout. Het zitmeubilair is natuurlijk dik in orde; ruime, stevige zetels die goede zijdelingse steun geven. Aan ruimte hebben bestuurder en bijrijder geen gebrek. Maar hoe gaat het er achterin aan toe? De CLK is een 2+2, wat wil zeggen dat je achterin twee bescheiden zitplaatsen hebt. Mensen die op de achterbank van de CLK mee willen, moeten in elk geval genoegen nemen met weinig hoofdruimte. Met de beenruimte kan het nog meevallen, als de voorstoelen tenminste niet te ver naar achteren zijn gezet. In de praktijk zullen volwassen hooguit voor korte ritjes meegaan. De CLK is hoe dan ook niet bedoeld als volwaardige vierpersoonsauto. Je moet hem zien als een luxe en comfortabele reiswagen voor twee personen. Als je op reis gaat, dan wil je bagage mee kunnen nemen. Daar hebben ze bij Mercedes goed rekening mee gehouden. Via het kofferdeksel bereik je een bagageruimte met een inhoud van 435 liter. Daar gaat al aardig wat in. Moet er toch nog meer mee, dan komt de achterbank in beeld. Als je de zitting en leuning omklapt, krijg je een bijna vlakke laadvloer.

Elektrische armpjes
Laten we eens kijken naar de 'beveiliging' binnen. Airbags voor bestuurder en bijrijder passen hun werking aan de zwaarte van een botsing aan. De werking van de bijrijdersairbag wordt zelfs aangepast aan het gewicht van de voorpassagier. Helemaal uitgeschakeld wordt de airbag rechts als er een kinderzitje van Mercedes is gemonteerd. Zijairbags vóór zijn ook aanwezig, net als hoofdairbags vóór- en achterin. Zijairbags achter staan in de lijst van opties. Voor elke passagier is er een verstelbare hoofdsteun en een driepunts rolgordel. Opvallend detail: de mensen voorin krijgen hun gordels aangereikt door elektrische armpjes. Die armpjes zijn nieuw voor de CLK. En zo krijgt hij standaard nog wel wat meer toebehoren mee dat we op de vorige niet vonden, in elk geval niet standaard. We noemen een regensensor, verlichting die automatisch aan en uit gaat, automatische airconditioning, een elektronisch systeem dat de reacties van de motor aanpast aan de rijstijl van de bestuurder en elektrisch bediende zijruiten achter.
De nieuwe CLK Coupé staat al bij de dealers. De bedragen in de prijslijst liegen er niet om. Aan de andere kant hebben de prijzen bij het vorige model het succes ook niet in de weg gestaan.