Maserati MC12
Verdwaalde racer
- Luc Vranken
- Eerste rijtest
"De ontwikkeling kon mede zo snel dankzij de hulp van de collega's van Ferrari", legt Roberto Corradi uit, hoofd ontwikkeling van Maserati. "Qua concept lijkt de MC12 veel op de Enzo. Daar hebben we gebruik van gemaakt." De MC12 is dus een kopie van de Enzo met een ander koetswerk om dezelfde carbonfibre basis? "Zeker niet," vult Paul Fickers aan. Hij (een Nederlander!) was onder Corradi nauw betrokken bij de MC12-ontwikkeling. "Zeker 85% van de MC12 bestaat uit eigen Maserati-onderdelen, om te beginnen met het hart, de 6-liter V12. Ook de wielbasis is groter."
De straat-MC12 komt in één kleur, of eigenlijk kleurcombinatie: blauw/wit. Refererend aan de racehistorie van het merk. En het wit neigt meer naar crème -parelmoer. Eerste indruk als we de auto voor het eerst in de Italiaanse buitenlucht in ons opnemen: wat een lel van een ding! De Maserati is niet alleen forser dan de Enzo of Porsche Carrera GT, zo oogt hij nadrukkelijk ook. De lange, spitse neus en de imposante Le Mans-achterkant van de auto doen daarbij een duit in het zakje, maar ook in de breedte mag de MC12 er zijn. Functionele design-schoonheid aan alle kanten. Aerodynamische vinnen, vleugels, koelluchtopeningen waar je ook kijkt; we hadden niets anders verwacht. Geen vleugeldeuren; de MC laat je binnen middels een makkelijk te openen 'gewoon' portier. Dan is het even klimmen over de dorpel en zak je in een verrassend comfortabele zetel. Het uitzicht is veelbelovend. Een afgeplat stuurwieltje, Cambiocorsa-peddels achter het stuurwiel om de mechanische zesbak elektronisch-hydraulisch te bedienen, een startknop om de 6-liter te wekken en, een knopje om de neus van de Italiaan 4 centimeter omhoog te krikken. 'Handig bij parkeren,'vertelt Fickers, "Bij 25 km/h zakt de neus vanzelf weer."
Beetje gas en... rollen
Binnenin is het niet te missen: dit is een race-auto. De toerenteller prominent in het midden, daarin digitaal in welke versnelling je staat en, leuk, een klassiek verchroomd analoog klokje uit grootmoeders tijd onderaan het staande gedeelte van de middenconsole.
Carbonfibre-look is in een MC12 geen 'look' maar het is echt. Het is de basis voor verregaande stijfheid gekoppeld aan een beperkt gewicht: de straatversie van de Maserati doet net iets meer dan 1.300 kilo. Daarvan neemt de V12 230 kilo voor zijn rekening. Wegrijden vanuit stilstand met een 600 pk-monster van dit formaat kan een heikel karweitje zijn. Deze keer niet: uw schoonmoeder krijgt deze auto van zijn plaats dankzij het Cambiocorsa schakelsysteem. Rechterpeddel naar je toe halen, dan sta je in '1', beetje gas en je rolt. De motor achter je rug rochelt dan een beetje, baalt van het lage toerental maar pakt evengoed op. Stationair worden we niet wild van het geluid, de auto klinkt eigenlijk heel braaf. Wat die 6-liter natuurlijk wil, is opgejaagd worden naar de 7.500 toeren om zo snel mogelijk (kan in 9,9 seconden!) op de 200 te zitten. "Bij 200 kilometer per uur,' legt Corradi uit, verandert de gewichtsverdeling voor/achter van 41/59 naar 34/66. Die extra druk achter heb je dan nodig in snelle bochten." Hij zegt het alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Maar het geeft aan hoe nauw het luistert als je je als fabrikant begeeft op het terrein van de supercars.
Natuurlijk komt die 200 op de klok op Balocco. Het testcircuit van de Fiat-groep, waarop met name Alfa Romeo erg actief is, ligt er fraai bij. Het eerste bescheiden Italiaanse lentezonnetje, graadje of twaalf, een droge baan en een MC12 voor mij alleen: Make my day! Snelle bochten zijn overigens schaars op het deel van Balocco waar wij rijden. En aan uitloopstroken doen ze niet. Of vangrail, óf een betonnen wand kun je voor je kop krijgen als je te ver gaat. Dat noopt tot voorzichtigheid. Als de prijs en de schaarste van het speeltje MC12 dat al niet doen...
Veel en scherp sturen
Eerst een verkenningsrondje met een poeslieve Alfa Romeo 156 GTA om het baantje te leren kennen. Dan sturen we de MC 12 (Maserati-Corse-12-cilinder) het heilige asfalt op. De eerste bocht is smal en krap naar rechts waarna je snel afsprint op een haarspeldbocht naar links. Relatief veel en scherp sturen dus en dan valt op hoe precies en direct de MC dat doet. Een kart is er niets bij en je vergeet dat je met meer dan 5 meter superauto onderweg bent.
Bij het uitkomen van de haarspeld komt de potentie van de Maserati meteen om de hoek kijken. Bij fors gasgeven, klauwt de aangedreven achterkant zich gretig vast in het asfalt, de koets zet zich even narrig en dan is de Italiaanse beer los. Het uitkomen van de haarspeld is meteen het begin van het eerste rechte stuk(je). Zodra de auto recht staat, gaat het pedaal vol naar beneden. Kijk, dan klinkt de motor gezond. Oei! In de begrenzer. Van 5.000 tot 7.000 toeren gaat zo snel dat ik te laat opschakel. Motor en auto houden in, opschakelen en daar gaan we weer. Door de 200 heen maar nu als de sodemieter in de remmen voor een hele krappe links-rechts combinatie. "Ga alsjeblieft niet over de kerbstones," hoor ik een van de Maserati-mensen nog zeggen, "daarvoor is de auto eigenlijk te laag." Dat moet je dan respecteren maar wat had dit deel zich mooi geleend voor een stukje afsnijden. Na de links-rechts opnieuw een recht stuk, op naar een volgende kunstmatige chicane, eentje met pilonnen. Van 220 gaan we terug naar -weet ik niet meer- maar nu al voel je dat de remmen van deze MC12 niet meer okselfris zijn. Vertragen doen ze nog wel, maar je voelt en hoort bijwerkingen. Zo ongehoord snel de auto zich laat terugschakelen via de linkerpeddel, zo lang lijkt het te duren bij het opschakelen voordat de volgende van de zes versnellingen erin komt. Wel safe, want de bakbeveiliging sluit overtoeren uit. Als je bij 7.000 toeren opschakelt, wordt het janken van de V12 weer wat donkerbruiner van timbre om vervolgens razendsnel naar een octaaf hoger te klimmen. Mooi, mooi, mooi.
Tweede ronde, het tempo kan iets omhoog. Het insturen is nog steeds ongehoord direct en gretig, de auto gehoorzaamt meteen maar, omdat we wat harder gaan, voel je ook meteen dat er best nog een boel auto áchteraan komt. Ai, dat is jammer en zelfs pijnlijk. Dat wil je namelijk niet voelen bij een supercar. Die moet een geheel zijn. Een Carrera GT is echt strakker. Ook opmerkelijk: wat is deze auto verrassend comfortabel. Op dat punt gaat Maserati blijkbaar ook zijn eigen weg met het interpreteren van het fenomeen supercar. Net zoals ze de MC12 als coupé en spider tegelijk neerzetten. Want het dakje kan eraf. En de schokdemping bijvoorbeeld, die is niet instelbaar. De makers kozen voor één afstemming en daar moeten we het mee doen. Die lijkt trouwens helemaal goed maar het is jammer dat we dat niet even op de openbare weg kunnen uittesten. Over dagelijks gebruik gesproken: je kunt niets meenemen in de MC. Misschien net een smal koffertje achter de stoel, dat is alles. Nadeeltje van een supersportwagen: je aantal toegestane rondjes op het circuit zijn snel voorbij.
Bij het uitrollen overheersen gemengde gevoelens. De motor is beestachtig krachtig maar het geluid mag mooier. De besturing is fabuleus maar de body kan homogener. Het Cambiocorsa-schakelsysteem werkt super en safe en het MC12-interieur is prachtig en verrassend mooi afgewerkt. Maar toch, als je Maserati in de schaduw vindt staan van de Italiaanse grootheden Ferrari en Lambo, dan lijkt deze auto op eerste gezicht die rollen nog niet om te kunnen draaien.